Uitspraak
Rechtbank Overijssel
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De bewijsoverwegingen
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen;
Handelen in strijd met artikel 26, lid 1, van de Wet wapens en munitie;
Mishandeling.
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De schade van benadeelden
10.De vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 08/195502-16
12.De beslissing
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
gevangenisstrafvoor de duur van
dertig (30) maanden;
tien (10) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten:
proeftijd van drie (3) jarende navolgende (bijzondere) voorwaarde(n) niet is nagekomen:
algemene voorwaardendat verdachte:
[winkel]voor een deel van € 6.214,74
niet-ontvankelijkis in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
[slachtoffer 2] , [slachtoffer 1] en [winkel]van een bedrag van respectievelijk € 2.367,80, € 1.550,00 en € 525,08 telkens te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 27 januari 2017 en veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededaders, hoofdelijk voor de gehele bedragen aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan, de ander daarvan telkens in zoverre zal zijn bevrijd, om deze bedragen tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partijen;
[slachtoffer 3]van een bedrag van € 250,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 maart 2016;
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het onder 1 bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 2.367,80, € 1.550,00 en € 525,08,telkens te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
27 januari 2017ten behoeve van de benadeelden, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van respectievelijk
33, 25 en 11 dagenzal worden toegepast, en veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededaders, hoofdelijk voor de gehele bedragen aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan, de ander daarvan telkens in zoverre zal zijn bevrijd, om deze bedragen tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partijen;
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het onder 4 bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 250,00,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
217mart 2016ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van
5 dagenzal worden toegepast;
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van de meervoudige kamer in het arrondissement Overijssel van 30 juni 2016 voorwaardelijk opgelegde
gevangenisstrafvoor de duur van
drie (3) maanden.
het relaas van de verbalisant [verbalisant]:
de verklaring van de verdachte [medeverdachte 1]:
de verklaring van aangeefster [slachtoffer 1]:
de verklaring van aangever [slachtoffer 2]:
de verklaring van de getuige [getuige]:
de verklaring van [naam 3]:
de verklaring van aangever [slachtoffer 3] :