11.De beslissing
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 1 primair en subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 meer subsidiair, 2 primair, 3, 4 primair en 5 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1 meer subsidiair, 2 primair, 3, 4 primair en 5 meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1 meer subsidiair
het misdrijf: bedreiging met zware mishandeling, meermalen gepleegd;
feit 2 primair
het misdrijf: opzetheling;
feit 3
het misdrijf: opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 4 primair
het misdrijf: handelen in strijd met artikel 26 van de Wegenverkeerswet 1994;
feit 5
de overtreding: overtreding van artikel 107 van de Wegenverkeerswet 1994.
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 meer subsidiair, 2 primair, 3, 4 primair en 5 bewezenverklaarde;
- veroordeelt verdachte ter zake de
onder 1 meer subsidiair, 2 primair, 3 en 4 primairbewezen verklaarde feiten tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
acht (8) maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
vier (4) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten:
- kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van drie (3) jarende navolgende (bijzondere) voorwaarde(n) niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardendat verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- stelt als
bijzondere voorwaardedat verdachte:
- zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen hem te geven door of namens de reclassering Nederland;
- draagt deze reclasseringsinstelling op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
-
ontzegtverdachte ter zake feit 1 meer subsidiair
de bevoegdheid motorrijtuigen te
besturenvoor de duur van
1 (één) jaar;
- veroordeelt verdachte ter zake het
onder 5bewezen verklaarde feit tot betaling van een
geldboetevan
€ 600,00 (zeshonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 12 dagen hechtenis;
-
ontzegtverdachte
de bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
6 (zes) maanden;
- bepaalt dat de benadeelde partij: [slachtoffer 3] , wonende te [adres] , niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft het bevel tot voorlopige hechtenis op met ingang van 19 augustus 2017. Dit bevel is afzonderlijk is geminuteerd;
tenuitvoerleggingen voorwaardelijke straf
- gelast de
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Overijssel van 18 april 2016 met parketnummer 08/036268-16 voorwaardelijk opgelegde
taakstrafvoor de duur van
20 urensubsidiair 10 dagen hechtenis
- gelast de
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Overijssel van 15 maart 2017 met parketnummer 08/251700-16 voorwaardelijk opgelegde
taakstrafvoor de duur van
30 uren, subsidiair 15 dagen hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Skerka, voorzitter, mr. G. van Eerden en
mr. B.W.M. Hendriks, rechters, in tegenwoordigheid van P.G.M. Klaassen, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 11 augustus 2017.