ECLI:NL:RBOVE:2017:3182

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
10 augustus 2017
Publicatiedatum
10 augustus 2017
Zaaknummer
08/994518-17 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man wegens bezit van professioneel vuurwerk, wapen en harddrugs

Op 10 augustus 2017 heeft de Rechtbank Overijssel een 24-jarige man uit de gemeente De Wolden veroordeeld voor het bezit van grote hoeveelheden professioneel massa-explosief vuurwerk, een wapen, munitie en harddrugs. De rechtbank legde een voorwaardelijke celstraf van zes maanden op, met een proeftijd van drie jaar, en een taakstraf van 240 uur. De zaak kwam aan het licht na de inbeslagname van vijftien kilogram professioneel vuurwerk bij een koeriersbedrijf in Utrecht, dat bestemd was voor de verdachte. Tijdens een huiszoeking op 9 november 2016 in de woning van de verdachte werden meerdere dozen met vuurwerk, een semi-automatisch gaspistool en munitie aangetroffen. Ook werd bij de verdachte amfetamine aangetroffen tijdens een fouillering. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk handelde in strijd met de wet, en dat hij zich niet had gehouden aan de veiligheidsvoorschriften voor het opslaan van gevaarlijke goederen. De rechtbank rekende het de verdachte zwaar aan dat hij het gevaar van het professioneel vuurwerk negeerde, vooral gezien de aanwezigheid van een gastouderopvang in zijn woning. De verdachte had geen vergunning voor het opslaan en invoeren van het vuurwerk, wat de ernst van de feiten vergrootte. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en zijn eerdere strafblad, wat leidde tot een lichtere straf dan door de officier van justitie was gevorderd.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Afdeling Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08/994518-17 (P)
Datum vonnis: 10 augustus 2017
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1993 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats 1] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 27 juli 2017.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. D. van Ieperen en van hetgeen door de verdachte naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
feit 1:al dan niet opzettelijk, professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad en/of aan een of meer anderen ter beschikking heeft gesteld;
feit 2:al dan niet opzettelijk, professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik heeft ingevoerd en/of heeft laten invoeren en/of aan een ander ter beschikking heeft gesteld;
feit 3:een semi-automatisch gaspistool en/of pyrotechnische knalpatronen en/of knalpatronen voorhanden heeft gehad;
feit 4:opzettelijk amfetamine aanwezig heeft gehad.
Voluit luidt de tenlastelegging aan de verdachte, dat:
1.
hij op of omstreeks 9 november 2016, in de gemeente De Wolden, al dan niet opzettelijk,
een hoeveelheid professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten:
  • 12 stuks, althans een aantal bangers aangeduid als "Petarda", en/of
  • 196 stuks, althans een aantal bangers aangeduid als "Butterfly Cracker", en/of
  • 294 stuks, althans een aantal bangers aangeduid als "Super Cobra 6", en/of
  • 32 stuks, althans een aantal bangers aangeduid als "Cobra trate", en/of
  • 28 stuks, althans een aantal bangers aangeduid als "PS5 Shark", en/of
  • 1960 stuks, althans een aantal bangers aangeduid als "FP5G Jumbo Color Whistling thunder", en/of
  • 2800 stuks, althans een aantal bangers aangeduid als "FP3", en/of
  • 6 stuks, althans een aantal bangers aangeduid als "Scream 3",
heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad en/of aan een of meerdere anderen ter beschikking heeft gesteld.
2.
hij op of omstreeks 7 november 2016 in de gemeente Utrecht, althans in Nederland, al dan niet opzettelijk, een hoeveelheid professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten:
  • 4 stuks, althans een aantal bangers aangeduid als "Tric Track no. 2", en/of
  • 2 stuks, althans een aantal bangers aangeduid als "Rambo 31", en/of
  • 1 banger aangeduid als "Super Esplosivon 8", en/of
  • 1 banger aangeduid als "Pirotecnica Campania Black Thunder", en/of
  • 1 banger aangeduid als "Chiarappa Guiseppe Black Thunder", en/of
  • 1 banger aangeduid als "Rambo 31K", en/of
  • 1 banger aangeduid als "Tuon Blue", en/of
  • 1 banger aangeduid als "Tuon Classic", en/of
  • 1 banger aangeduid als "Tuon Gold", en/of
  • 1 banger aangeduid als "Tuon Crackling", en/of
  • 1 banger aangeduid als "Scream 1", en/of
  • 1 banger aangeduid als "Scream 2", en/of
  • 1 banger aangeduid als "Scream 3", en/of
  • 1 banger aangeduid als "Scream 4", en/of
  • 2 stuks, althans een aantal shells aangeduid als "50 mm con effeto tuono", en/of
  • 1 shell aangeduid als "3 " Mines"
binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht en/of heeft doen brengen en/of aan een ander ter beschikking heeft gesteld.
3.
hij op of omstreeks 9 november 2016, in de gemeente De Wolden, een (vuur)wapen van de categorie III onder 1, te weten een semi-automatisch gaspistool van het merk Röhm, en/of munitie van de categorie II, te weten 250 stuks, althans een aantal, pyrotechnische knalpatronen aangeduid als "knallpatrone P Knal-Geschob 15 mm" en/of munitie van de categorie III, te weten 150 stuks, althans een aantal, knalpatronen met aanduiding "9 mm P.A. knal" voorhanden heeft gehad.
4.
hij op of omstreeks 9 november 2016, in de gemeente De Wolden, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, te weten 5,97 gram netto amfetamine, althans een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, verdeeld over 3, althans een aantal, gripzakjes, opzettelijk aanwezig heeft gehad.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

4.1
Inleiding
Op 7 november 2016 werd bij koeriersbedrijf [bedrijf] in Utrecht een pakket in beslag genomen met daarin vijftien kilogram professioneel vuurwerk afkomstig uit Polen. Het pakket was bestemd voor de verdachte (feit 2). Op 9 november 2016 werden in de woning van de verdachte te [woonplaats 2] , meerdere dozen met professioneel vuurwerk (feit 1), een gaspistool en diverse munitie (feit 3) aangetroffen en in beslag genomen.
Op 9 november 2016 werden tijdens de insluitingsfouillering een aantal gripzakjes met amfetamine bij de verdachte aangetroffen (feit 4).
4.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de verdachte te veroordelen voor de hem onder 1 tot en met 4 ten laste gelegde feiten. Ter zitting heeft de officier van justitie de bewijsmiddelen opgesomd en toegelicht.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 1 tot en met 4 ten laste gelegde feiten op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu de verdachte deze feiten heeft bekend en namens hem geen vrijspraak is bepleit – conform artikel 359, derde lid, laatste volzin, van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen [1] :
Feit 1
Het proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk van 3 januari 2017, met bijlagen, voor zover betreffende de redengevende feiten en omstandigheden, inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant] ;
Het proces-verbaal ter terechtzitting van 27 juli 2017, voor zover betreffende de redengevende feiten en omstandigheden, inhoudende de bekennende verklaring van de verdachte.
Feit 2
Het proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk van 3 januari 2016, met bijlagen, voor zover betreffende de redengevende feiten en omstandigheden, inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant] ;
Het proces-verbaal ter terechtzitting van 27 juli 2017, voor zover betreffende de redengevende feiten en omstandigheden, inhoudende de bekennende verklaring van de verdachte.
Feit 3
Het proces-verbaal onderzoek vuurwapen + munitie, met bijlagen, voor zover betreffende de redengevende feiten en omstandigheden, inhoudende het relaas van verbalisant [verbalisant] ;
Het proces-verbaal ter terechtzitting van 27 juli 2017, voor zover betreffende de redengevende feiten en omstandigheden, inhoudende de bekennende verklaring van de verdachte.
Feit 4
Het proces-verbaal verdovende middelen van 22 november 2016 voor zover betreffende de redengevende feiten en omstandigheden, inhoudende het relaas van de verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] ;
Het proces-verbaal ter terechtzitting van 27 juli 2017, voor zover betreffende de redengevende feiten en omstandigheden, inhoudende de bekennende verklaring van de verdachte.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van voornoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat:
1.
verdachte op 9 november 2016 in de gemeente De Wolden opzettelijk een hoeveelheid
professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, te weten:
  • 12 stuks bangers aangeduid als ‘Petarda’ en
  • 196 stuks bangers aangeduid als ‘Butterfly Cracker’ en
  • 294 stuks bangers aangeduid als ‘Super Cobra 6’ en
  • 32 stuks bangers aangeduid als ‘Cobra Trate’ en
  • 28 stuks bangers aangeduid als ‘PS5 Shark’ en
  • 1.960 stuks bangers aangeduid als ‘FP5G Jumbo Color Whistling Thunder’ en
  • 2.800 stuks bangers aangeduid als ‘FP3’ en
  • 6 stuks bangers aangeduid als ‘Scream 3’,
heeft opgeslagen en voorhanden heeft gehad.
2.
hij op 7 november 2016 in de gemeente Utrecht opzettelijk een hoeveelheid professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, te weten:
  • 4 stuks bangers aangeduid als ‘Tric Track no. 2’ en
  • 2 stuks bangers aangeduid als ‘Rambo 31’ en
  • 1 banger aangeduid als ‘Super Esplosivon 8’ en
  • 1 banger aangeduid als ‘Pirotecnica Campania Black Thunder’ en
  • 1 banger aangeduid als ‘Chiarappa Giuseppe Black Thunder’ en
  • 1 banger aangeduid als ‘Rambo 31K’ en
  • 1 banger aangeduid als ‘Tuono Blue’ en
  • 1 banger aangeduid als ‘Tuono Classic’ en
  • 1 banger aangeduid als ‘Tuono Gold’ en
  • 1 banger aangeduid als ‘Tuono Crackling’ en
  • 1 banger aangeduid als ‘Scream 1’ en
  • 1 banger aangeduid als ‘Scream 2’ en
  • 1 banger aangeduid als ‘Scream 3’ en
  • 1 banger aangeduid als ‘Scream 4’ en
  • 2 stuks shells aangeduid als ‘50 mm con effetto tuono’ en
  • 1 shell aangeduid als ‘3" Mines’,
binnen het grondgebied van Nederland heeft doen brengen.
3.
hij op 9 november 2016 in de gemeente De Wolden een wapen van categorie III onder 1, te weten een semi-automatisch gaspistool van het merk Röhm, en munitie van categorie II, te weten 250 stuks pyrotechnische knalpatronen, en munitie van categorie III, te weten 150 stuks knalpatronen met aanduiding ‘9 mm P.A.Knall’, voorhanden heeft gehad.
4.
hij op 9 november 2016 in de gemeente De Wolden 5,97 gram netto amfetamine opzettelijk aanwezig heeft gehad.
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 1a, 2 en 6 van de Wet economische delicten, artikel 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit, artikel 9.2.2.1 van de Wet
Milieubeheer, de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie en de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezen verklaarde levert op:
feiten 1 en 2
telkens het misdrijf: overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 9.2.2.1
Wet milieubeheer juncto artikel 1.2.2, eerste lid, Vuurwerkbesluit, opzettelijk begaan;
feit 3
het misdrijf: handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
feit 4
het misdrijf: opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat de verdachte strafbaar is voor de bewezen verklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van vijftien maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren en met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. Daarnaast heeft de officier van justitie gevorderd dat de rechtbank bij vonnis zal beslissen tot verbeurdverklaring van het onder de verdachte inbeslaggenomen geldbedrag van € 880,00 en onttrekking aan het verkeer van het onder de verdachte inbeslaggenomen vuurwerk.
7.2
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het zonder vergunning opslaan, voorhanden hebben en het invoeren van een grote hoeveelheid professioneel massa-explosief vuurwerk . Het betreft hier specifieke soorten professioneel vuurwerk dat in handen van particulieren levensgevaarlijk is. Het vuurwerk als bedoeld in feit 1 was opgeslagen in de woning van de verdachte. De verdachte, die niet beschikte over gespecialiseerde kennis van vuurwerk, had geen voorzieningen getroffen die in verband met de veiligheid noodzakelijk zijn voor de opslag van dergelijke levensgevaarlijke goederen. Bovendien had diens moeder in diezelfde woning een gastouderopvang. Ook met betrekking tot het illegale vuurwerk als bedoeld in feit 2 heeft de verdachte een enorm risico genomen door per pakketpost een grote hoeveelheid professioneel, massa-explosief vuurwerk vanuit Polen naar Nederland over te laten komen.
De risico’s die dergelijk professioneel, massa-explosief vuurwerk met zich brengen zijn algemeen bekend en behoeven geen toelichting. De verdachte heeft zich van dit gevaarzettend karakter geen enkele rekenschap gegeven. Professioneel vuurwerk is immers niet alleen brandgevaarlijk, maar brengt bij ontbranding en ontploffing ook enorme risico’s met zich. De verdachte heeft het vuurwerk naar eigen zeggen deels voor eigen gebruik opgeslagen, maar ook deels uit lucratief oogpunt gehandeld in vuurwerk. De verdachte heeft daarbij zijn eigen geldelijk gewin kennelijk belangrijker geacht dan het gevaarzettend karakter van dit vuurwerk en de risico’s die het met zich brengt. De rechtbank rekent dit de verdachte dan ook zwaar aan.
Naast voormelde feiten heeft de verdachte zich tevens schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een wapen en diverse soorten munitie en het aanwezig hebben van een hoeveelheid harddrugs.
Wapens leveren in de maatschappij een onaanvaardbaar risico op, omdat het bezit van een wapen, alsmede van munitie, maar al te gemakkelijk leidt tot het gebruik ervan. Het is tevens algemeen bekend dat harddrugs, eenmaal onder het bereik van gebruikers, een ernstige bedreiging vormen voor de volksgezondheid. Ook een aanmerkelijk deel van de criminaliteit vindt direct of indirect haar oorsprong in het gebruik van drugs.
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats is. De rechtbank heeft echter bij de beantwoording van de vraag welke straf aan de verdachte moet worden opgelegd laten meewegen dat verdachte niet eerder voor soortgelijke delicten met justitie in aanraking is geweest. Verder heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in vergelijkbare zaken zijn opgelegd.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat kan worden volstaan met het opleggen van een werkstraf van na te noemen duur. Daarnaast zal de rechtbank een voorwaardelijke
gevangenisstraf opleggen, teneinde aan de verdachte een duidelijke waarschuwing voor de toekomst mee te geven en hem ervan te weerhouden om nieuwe strafbare feiten te plegen.
7.3
De inbeslaggenomen voorwerpen
De rechtbank is van oordeel dat het op de beslaglijst vermelde geldbedrag van € 880,00 moet worden verbeurdverklaard, omdat het geld betreft dat aan de verdachte toebehoort en dat geheel of grotendeels door middel van of uit de baten van de handel in vuurwerk is verkregen.
De rechtbank is van oordeel dat de op de beslaglijst vermelde vijftien (15) kilogram vuurwerk vatbaar is voor onttrekking aan het verkeer, aangezien met betrekking tot deze voorwerpen het strafbare feit onder 2 is begaan en zij van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 27, 33, 33a, 36b, 36c, 57 en 91 van het Wetboek van Strafrecht (Sr).

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
  • verklaart bewezen dat de verdachte het onder 1 tot en met 4 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
  • verklaart niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid van het feit
  • verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
  • verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
feiten 1 en 2
telkens het misdrijf: overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 9.2.2.1
Wet milieubeheer juncto artikel 1.2.2, eerste lid, Vuurwerkbesluit, opzettelijk begaan;
feit 3
het misdrijf: handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd;
feit 4
het misdrijf: opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
s
trafbaarheid van de verdachte
- verklaart de verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
straf
  • veroordeelt de verdachte tot een
  • bepaalt dat deze gevangenisstraf
  • kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de veroordeelde voor het einde van de
  • stelt als
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
  • veroordeelt de verdachte tot een
  • beveelt, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
  • beveelt dat de tijd die de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de taakstraf in mindering wordt gebracht, waarbij als maatstaf geldt dat voor de eerste 60 in verzekering of voorlopige hechtenis doorgebrachte dagen, twee uren en voor de resterende dagen één uur per dag aftrek plaatsvindt;
de inbeslaggenomen voorwerpen
  • verklaart verbeurd het in beslag genomen geldbedrag van € 880,00;
  • verklaart onttrokken aan het verkeer vijftien (15) kilogram vuurwerk.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. Rikken, voorzitter, mr. K.J. Haarhuis en
mr. A.M. den Dulk, rechters, in tegenwoordigheid van J.J.J. Bernsen als griffier,
en is in het openbaar uitgesproken op 10 augustus 2017.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit bladzijden uit het dossier van de politie-eenheid Noord-Nederland met nummer 2016319035 van 13 april 2017. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.