Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- het tussenvonnis van 24 augustus 2016;
- het proces-verbaal van comparitie van 21 december 2016;
- de antwoordakte van EnviTec;
- de antwoordakte van [A] ;
- de akte uitlating productie van EnviTec.
2.De feiten
3.De vorderingen
in conventie
1 juli 2012 en de Wet Incassokosten ter zake de facturen de zijn vervallen na 1 juli 2012;
artikel 53 Verordening (EG) nr. 1215/2012 (bijlage 1 van de Verordening (EG)
nr. 1215/2012).
– indien enige vordering van [A] in conventie wordt toegewezen – € 2.060.807,-, althans een schade op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, te vermeerderen met de door de Europese Bank vastgestelde rente voor basisherfinancieringstransacties verhoogd met zeven procentpunten vanaf de vervaldatum van de desbetreffende factuur, althans vanaf de dag van de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie, tot en met de dag van algehele voldoening;
4.De beoordeling
in conventie en reconventie
Rome I) en subsidiair op grond van artikel 4 EVO/Verordening Rome I.
Tussen partijen zijn gemengde koop- een aanneemovereenkomsten tot stand gekomen.”en EnviTec stelt in dat kader: “
Partijen hebben zichzelf steeds bezien als opdrachtgever en aannemer (en niet: koper en verkoper) en hebben de tussen hen geldende afspraken zoveel als mogelijk als aanneming van werk (en niet: koop) willen aanmerken.”. Wel is in discussie tussen partijen waarin het belangrijkste deel van de verplichtingen bestaat, met andere woorden of het belangrijkste deel van de verplichtingen van [A] heeft bestaan uit de verstrekking van arbeid/verlening van andere diensten. Indien dat het geval is, moet worden geoordeeld dat het Weens Koopverdrag toepassing mist.
für die Lieferung und Montage des gesamten Lieferumfangs liegen der Fa. [A] vor (…)
in der aktuellen Fassung (…)”
• Druckverhältnisse in der Gasblase und gasdichten Gärrestspeicher
Der Gewährleistungszeitraum beträgt 5 Jahre gemäss BGB nach Inbetriebsname”.). De verwijzing naar het BGB betreft geen (standaard)verwijzing die in voorgedrukte letters is opgenomen. Dat partijen een rechtskeuze hebben gedaan voor
(…) Grundlage unserer Zusammenarbeit ist gründsätslich deutsches Recht, gerichtsstand in Deutschland, unsere Bestellungen, Protokolle und Vereinbarungen sowie die VOB bzw. BGB in der aktuellen Fassung. (…)”
.[A] heeft de ontvangst van die brieven noch de inhoud van die brieven weersproken. De brieven dateren van vóór de totstandkoming van het Protokoll. Indien [A] had willen voorkomen dat in het Protokoll een keuze voor Duits recht zou worden gedaan, dan had het op haar weg gelegen om daarvan jegens EnviTec tijdig melding te doen, vóór of ten tijde van de totstandkoming van het Protokoll. Dat is niet, althans onvoldoende gesteld of gebleken. De stelling van [A] dat in de hiervoor genoemde brieven slechts sprake is van een eenzijdige rechtskeuze en de stelling dat in het Protokoll niet is vermeld op basis van welk artikel van het BGB de garantietermijn is afgegeven, maakt het oordeel van de rechtbank niet anders.
(zie § 305b BGB, HR 24 april 2012, EVLINK:HR:2015:1125 (Forfarmers) en
CISG Advisory Council Opinion No. 13, onder randnummer 8: “
Where there is a conflict between negotiated terms and standard terms in the contract, the negotiated terms override the standard terms.”).
artikel 4 EVO van toepassing is, komt de rechtbank niet toe, nu dat artikel enkel toepassing vindt wanneer er geen rechtskeuze overeenkomstig artikel 3 EVO is gedaan.
§ 305 Einbeziehung Allgemeiner Geschäfstbedingungen in den Vertrag (…)
(…)
(…)
(…)
24 september 2007 door beide partijen ondertekend. [A] heeft de toepasselijkheid van de VOB/B daarmee uitdrukkelijk aanvaard. Van een (stilzwijgende dan wel uitdrukkelijke) aanvaarding door EnviTec van de toepasselijkheid van de oude algemene voorwaarden van [A] is, gelet op het voorgaande, echter geen sprake.