ECLI:NL:RBOVE:2017:2906

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
20 juli 2017
Publicatiedatum
20 juli 2017
Zaaknummer
08/770114-16, 08/038652-16 en 08/010451-16 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van rechtsvervolging wegens ontoerekeningsvatbaarheid na meerdere diefstallen en inbraken

Op 20 juli 2017 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 30-jarige man, die schuldig werd bevonden aan meerdere diefstallen en inbraken in Steenwijkerland. De rechtbank oordeelde dat de man, die lijdt aan schizofrenie en verslavingsproblematiek, volledig ontoerekeningsvatbaar was ten tijde van de gepleegde feiten. Hierdoor werd hij ontslagen van alle rechtsvervolging. De rechtbank legde geen maatregel tot plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis op, omdat de man al onder een civielrechtelijke machtiging in een instelling verbleef. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen, waarbij de vordering van de officier van justitie en de verdediging van de verdachte in overweging zijn genomen. De verdachte had de feiten bekend of niet ontkend, wat leidde tot een bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten. De rechtbank concludeerde dat er geen straf of maatregel kon worden opgelegd, gezien de reeds bestaande zorgstructuur voor de verdachte.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Afdeling Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummers: 08/770114-16, 08/038652-16 en 08/010451-16 (P)
Datum vonnis: 20 juli 2017
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1986 te [geboorteplaats] ,
wonende bij Trajectum, locatie Zeuvenakkers,
te 8426 GN Appelscha, Aekingaweg 4.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 11 maart 2016 (in de zaak met parketnummer 08/010451-16), 13 mei 2016 (in de zaak met parketnummer 08/038652-16) en 6 juli 2016 (alle parketnummers).
Ter terechtzitting van 6 juli 2017 heeft de rechtbank in het belang van het onderzoek de voeging bevolen van de bij afzonderlijke dagvaardingen onder parketnummers (08/770114-16, 08/038652-16 en 08/010451-16) tegen verdachte aangebrachte zaken.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. M. Zwartjes en van hetgeen door verdachte en zijn raadsman mr. V. Wolting, advocaat te Zwolle, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan:
Parketnummer 08/770114-16:
feit 1: een poging tot woninginbraak;
feit 2 primair: een woninginbraak;
feit 2 subsidiair: het plegen van opzetheling;
feit 3 primair: een woninginbraak;
feit 3 subsidiair: het plegen van opzetheling;
Parketnummer 08/038652-16:
feit 1: huisvredebreuk;
feit 2: de diefstal van een fiets;
Parketnummer 08/010451-16:
feit 1: huisvredebreuk;
feit 2: de vernieling van een raam en een raamkozijn.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
Parketnummer 08/770114-16:
1.
hij op of omstreeks 16 mei 2016 te Steenwijk, gemeente Steenwijkerland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen in/uit een woning gelegen aan [adres 1] geld en/of goederen,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of die/dat weg te nemen geld en/of goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak/verbreking, een steen door een ruit van die woning heeft gegooid, vervolgens die woning is binnengegaan en/of de koelkast heeft doorzocht, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij in of omstreeks 14 mei 2016 tot en met 15 mei 2016 te Steenwijk, gemeente Steenwijkerland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning gelegen aan [adres 2] heeft weggenomen een tas/rugzak, twee spaarpotten, geld, een laptop (Asus), een filmcamera (Sony), een fotocamera (Panasonic) en/of één of meer andere (school)goederen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen voornoemde goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak/verbreking;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 2 geen veroordeling mocht of zou kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij in of omstreeks 14 mei 2016 tot en met 16 mei 2016 te Steenwijk, gemeente Steenwijkerland, een goed te weten een tas/rugzak, een spaarpot en/of een laptop (Asus) heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
3.
hij in of omstreeks 14 mei 2016 tot en met 16 mei 2016 te Steenwijk, gemeente Steenwijkerland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning gelegen aan [adres 3] heeft weggenomen een sleutel van een kast, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen sleutel onder zijn bereik heeft gebracht
door middel van braak/verbreking;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 3 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij in of omstreeks 14 mei 2016 tot en met 16 mei 2016 te Steenwijk, gemeente Steenwijkerland, een goed te weten een sleutel van een kast heeft verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
Parketnummer 08/038652-16:
1.
hij op of omstreeks 22 februari 2016 te [adres 4] , gemeente Steenwijkerland in een woning/besloten lokaal/besloten erf (te weten een chalet op [vakantiepark] ), gelegen aan de [adres 4] en in gebruik bij [slachtoffer 3] , althans bij een ander of anderen dan bij verdachte, wederrechtelijk is binnengedrongen;
2
hij op of omstreeks 20 februari 2016 te Steenwijk, gemeente Steenwijkerland met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een (dames)fiets (merk Batavus), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan een (nog) onbekend(e) (gebleven) perso(o)n(en), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
Parketnummer 08/010451-16:
1.
hij in of omstreeks de periode van 8 januari 2016 tot en met 15 januari 2016 te [adres 4] , gemeente Steenwijkerland in een woning/besloten lokaal/besloten erf, gelegen aan [adres 4] en in gebruik hij [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] , althans hij een ander of anderen dan bij verdachte, wederrechtelijk is binnengedrongen, waarbij verdachte zich de toegang tot voornoemde woning heeft verschaft door middel van braak;
2
hij op of omstreeks 14 januari 2016 te [adres 4] , gemeente Steenwijkerland opzettelijk en wederrechtelijk een raam en/of een raamkozijn (van een pand aan [adres 4] ), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 6] , in eik geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar
gemaakt.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat een bewezenverklaring kan volgen voor het in de zaak met parketnummer 08/770114-16 onder 1, 2 primair en 3 primair, in de zaak met parketnummer 08/038652-16 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 08/010451-16 onder 1 en 2 ten laste is gelegd.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft zich op het standpunt gesteld dat ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 08/770114-16 onder 1, in de zaak met parketnummer 08/038652-16 onder 1 en in de zaak met parketnummer 08/010451-16 onder 1 en 2 een bewezen verklaring kan volgen nu verdachte deze feiten heeft bekend.
Voor wat betreft de bewezenverklaring van het in de zaak met parketnummer 08/770114-16 onder 2 en 3 en het in de zaak met parketnummer 08/038652-16 onder 2 ten laste gelegde heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Daarbij heeft de raadsman opgemerkt dat verdachte deze feiten niet ontkent en dat verdachte heeft aangegeven dat het best zou kunnen dat hij deze feiten heeft gepleegd, maar dat hij zich dit niet meer precies kan herinneren.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het in de zaak met parketnummer 08/770114-16 onder 1, 2 primair en 3 primair, in de zaak met parketnummer 08/038652-16 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 08/010451-16 onder 1 en 2 tenlastegelegde op grond van de volgende bewijsmiddelen. Hierbij zal de rechtbank - nu verdachte deze feiten heeft bekend danwel niet ontkent en/of door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen [1] .
08/770114-16 feit 1:
 Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] [2] ;
 Het proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer 1] [3] ;
 Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 17 mei 2017 inhoudende de bekennende verklaring van verdachte [4] .
08/770114-16 feiten 2 primair en 3 primair :
 Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] [5] ;
 Het proces-verbaal van aangifte van [naam 1] [6] ;
 Het proces-verbaal vergelijkend sporenonderzoek naar aanleiding van de inbraken in Steenwijk tussen 13 en 17 mei 2016 inhoudende het relaas van [naam 2] [7] ;
 Het proces-verbaal sporenonderzoek inhoudende het relaas van [naam 3] [8] ;
 Het proces-verbaal van bevindingen inhoudende het relaas van [naam 4] [9] ;
 Het proces-verbaal sporenonderzoek inhoudende het relaas van [naam 5] [10] .
08/038652-16 [11] feit 1
 Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] [12] ;
 Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 22 februari 2017 inhoudende de bekennende verklaring van verdachte [13] .
08/038652-16 feit 2:
 Het proces-verbaal van aangifte van [naam 6] [14] ;
 Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 22 februari 2017 inhoudende de bekennende verklaring van verdachte [15] .
08/010451-16 [16] feit 1:
 Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 5] mede namens [slachtoffer 4] [17] ;
 Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 15 januari 2017 inhoudende de bekennende verklaring van verdachte [18] .
08/010451-16 feit 2:
 Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 6] [19] ;
 Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 15 januari 2017 inhoudende de bekennende verklaring van verdachte [20] .
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage genoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat:
Parketnummer 08/770114-16:
1.
hij op 16 mei 2016 te Steenwijk, gemeente Steenwijkerland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen uit een woning gelegen aan [adres 1] geld en/of goederen,
toebehorende aan [slachtoffer 1] , en zich daarbij de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van braak, een steen door een ruit van die woning heeft gegooid, vervolgens die woning is binnengegaan en de koelkast heeft doorzocht, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij in de periode van 14 mei 2016 tot en met 15 mei 2016 te Steenwijk, gemeente Steenwijkerland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning gelegen aan [adres 2] heeft weggenomen een rugzak, twee spaarpotten, geld, een laptop (Asus), een filmcamera (Sony), een fotocamera (Panasonic) en schoolgoederen, toebehorende aan [slachtoffer 2] , waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
3.
hij op 14 mei 2016 te Steenwijk, gemeente Steenwijkerland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning gelegen aan [adres 3] heeft weggenomen een sleutel van een kast, toebehorende aan [bedrijf] , waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
Parketnummer 08/038652-16:
1.
hij op 22 februari 2016 te [adres 4] , gemeente Steenwijkerland in een woning (te weten een chalet op [vakantiepark] ), gelegen aan de [adres 4] en in gebruik bij [slachtoffer 3] , wederrechtelijk is binnengedrongen;
2.
hij op 20 februari 2016 te Steenwijk, gemeente Steenwijkerland met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een damesfiets (merk Batavus), toebehorende aan een ander dan aan verdachte;
Parketnummer 08/010451-16:
1.
hij in de periode van 8 januari 2016 tot en met 14 januari 2016 te [adres 4] , gemeente Steenwijkerland in een woning, gelegen aan [adres 4] en in gebruik hij [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] , wederrechtelijk is binnengedrongen, waarbij verdachte zich de toegang tot voornoemde woning heeft verschaft door middel van braak;
2
hij op 14 januari 2016 te [adres 4] , gemeente Steenwijkerland opzettelijk en wederrechtelijk een raam en een raamkozijn van een pand aan [adres 4] , toebehorende aan [slachtoffer 6] , heeft vernield.
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 45, 138, 310, 311 en 350 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
Parketnummer 08/770114-16:
feit 1:
het misdrijf:poging tot diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
feit 2 primair:
het misdrijf:diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
feit 3 primair:
het misdrijf:diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
Parketnummer 08/038652-16:
feit 1:
het misdrijf:in een woning bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringen;
feit 2:
het misdrijf:diefstal;
Parketnummer 08/010451-16:
feit 1:
het misdrijf:in een woning bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringen;
feit 2:
het misdrijf:opzettelijk en wederrechtelijk een goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen.

6.De strafbaarheid van verdachte

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte zal worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft eveneens bepleit dat de verdachte zal worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank heeft kennis genomen van de door drs. P.A. de Mon, psychiater, op 31 mei 2017 uitgebrachte Pro Justitia rapportage.
De deskundige De Mon heeft - samengevat - geconcludeerd dat verdachte ten tijde van het tenlastegelegde leed aan een ziekelijke stoornis van de geestvermogens in de zin van schizofrenie en verslavingsproblematiek.
De Mon heeft op grond van het vorenstaande geconcludeerd dat verdachte telkens ter zake van het tenlastegelegde te beschouwen is als volledig ontoerekeningsvatbaar.
De rechtbank neemt de conclusie – dat verdachte ontoerekeningsvatbaar beoordeeld dient te worden terzake van en ten tijde van het plegen van de strafbare feiten – op de in het rapport genoemde gronden over en maakt dit oordeel van de deskundige tot het hare. De rechtbank zal verdachte derhalve ontslaan van alle rechtsvervolging.

7.De op te leggen straf of maatregel

Nu het bewezenverklaarde niet aan verdachte kan worden toegerekend, kan hem daarvoor geen straf worden opgelegd.
Ten aanzien van een eventueel op te leggen maatregel overweegt de rechtbank als volgt.
Verdachte verblijft op dit moment op grond van een (civielrechtelijke) rechterlijke machtiging in het kader van de wet BOPZ bij Trajectum, locatie Zeuvenakkers, te Appelscha.
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of het opleggen van een (strafrechtelijke) maatregel als bedoeld in artikel 37 Sr (plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis voor de duur van een jaar) gelet hierop nog opportuun is.
Uit een uittreksel justitiële documentatie van verdachte van 12 juni 2017 blijkt dat verdachte in het verleden veelvuldig met politie en/of justitie in aanraking is geweest en dat hem op 13 juli 2010 door de meervoudige kamer van deze rechtbank eerder een artikel 37 Sr maatregel is opgelegd, toen ter zake van een poging tot een overval op een tankstation.
De deskundige drs. P.A. de Mon heeft in zijn rapportage uitdrukkelijk aandacht besteed aan de vraag of een plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis ingevolge artikel 37 Sr in dit geval opnieuw aangewezen zou zijn. De deskundige heeft in dat verband, onder meer, het volgende naar voren gebracht:
“Aangezien betrokkene op dit moment een rechterlijke machtiging heeft en in een 24- uursvoorziening verblijft die geëquipeerd is voor SGLVG patiënten, wordt een juridisch kader niet noodzakelijk geacht om betrokkene in behandeling te krijgen en te houden. Om betrokkene in behandeling te houden, op hem toe te kunnen zien en waar nodig in te kunnen grijpen, volstaat op dit moment de voorlopige machtiging en het verblijf in de 24-uursvoorziening. (….) Mocht de rechtbank echter van oordeel zijn dat er toch een strafrechtelijk kader noodzakelijk is om het recidivegevaar tot een aanvaardbaar risico terug te brengen dan zou (…) overwogen kunnen worden om betrokkene in het kader van een artikel 37 Wetboek van Strafrecht te behandelen. Echter een behandeling in het kader van een artikel 37 maatregel heeft in het geval van betrokkene geen meerwaarde vergeleken bij een behandeling in het kader van een RM”.
De rechtbank neemt de conclusie over van de deskundige, inhoudende dat een maatregel tot plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis ten opzichte van de reeds verleende rechterlijke machtiging geen meerwaarde heeft. Door deze rechterlijke machtiging welke met zich meebrengt dat verdachte gedurende de periode van een jaar in een gesloten setting van een psychiatrisch ziekenhuis is opgenomen is het hoge recidiverisico dat gelet op de stoornis van verdachte op zowel korte, middellange als lange termijn aanwezig is naar het oordeel van de rechtbank reeds tot een aanvaardbaar niveau teruggebracht. Voor de oplegging van een strafrechtelijke maatregel bestaat daarom geen aanleiding meer.

8.De schade van benadeelden

Parketnummer 08/010451-16 feit 1:
8.1
De vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 4] , heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van
€ 255,00 (tweehonderd vijfenvijftig euro, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. Deze gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
  • eigen risico € 75,00;
  • vernielde/weggegooide inventaris € 160,00;
  • afwasmachine 4x laten draaien € 20,00.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft toewijzing gevorderd van het gehele gevorderde bedrag vermeerderd met wettelijke rente.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman van verdachte heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank overweegt dat artikel 361, lid 2, Sv bepaalt dat een benadeelde partij alleen in haar vordering ontvankelijk is als een straf of maatregel wordt opgelegd of als verdachte ingevolge artikel 9a Sr schuldig wordt verklaard zonder oplegging van een straf of maatregel. Nu in dit geval aan deze voorwaarde niet is voldaan, zal de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering.
De benadeelde partij kan haar vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op artikel 57 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
  • verklaart bewezen dat verdachte het in de zaak met parketnummer 08/770114-16 onder 1, 2 primair en 3 primair, in de zaak met parketnummer 08/038652-16 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 08/010451-16 onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
  • verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
  • verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1
het misdrijf: poging tot diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
feit 2 primair:
het misdrijf:diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.;
feit 3 primair:
het misdrijf:diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
Parketnummer 08/038652-16:
feit 1:
het misdrijf:in een woning bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringen;
feit 2:
het misdrijf:diefstal;
Parketnummer 08/010451-16:
feit 1:
het misdrijf:in een woning bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringen;
feit 2:
het misdrijf: opzettelijk en wederrechtelijk een goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen;
s
trafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte niet strafbaar voor het bewezenverklaarde en ontslaat verdachte van alle rechtsvervolging;
schadevergoeding
- bepaalt dat de benadeelde partij: [slachtoffer 4] , in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij deze vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.M. van Vuure, voorzitter, mr. F. van der Maden en mr. J.H.W.R. Orriëns-Schipper, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H.R. Lageveen, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 20 juli 2017.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit bladzijden uit het dossier van de regiopolitie Oost-Nederland met nummer PL0600-2016269103 van 1 juni 2016. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.pag. 62-63.
3.pag. 64-65.
4.Pag 25-30.
5.pag. 105-115
6.pag. 68-72
7.pag. 45-59 .
8.pag. 81- 101.
9.pag. 104.
10.pag. 116- 117.
11.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit bladzijden uit het dossier van de regiopolitie Oost-Nederland met nummer PL0600-2016091906 van 23 februari 2016. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
12.pag. 4-11.
13.Pag 28-31.
14.pag.22-24.
15.Pag 28-31.
16.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit bladzijden uit het dossier van de regiopolitie Oost-Nederland met nummer PL0600-2016039049 van 1 februari 2016. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
17.pag. 5-7.
18.Pag 22-24.
19.pag. 8 en 9.
20.Pag 22-24.