10.De beslissing
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 3 en 4 primair en 4 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 5 en 6 primair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1 het misdrijf:
verduistering, meermalen gepleegd;
feit 2 het misdrijf:
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd;
feit 5 het misdrijf:
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels;
feit 6 primair het misdrijf:
verduistering;
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1, 2, 5 en 6 primair bewezenverklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) maanden;
- bepaalt dat deze gevangenisstraf
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
- kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarden niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardendat verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
180 (honderdtachtig) uren;
- beveelt, voor het geval dat verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
90 (negentig) dagen;
- beveelt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de taakstraf in mindering wordt gebracht, waarbij als maatstaf geldt dat voor de eerste 60 in verzekering of voorlopige hechtenis doorgebrachte dagen, twee uren en voor de resterende dagen één uur per dag aftrek plaatsvindt;
-
ontzetverdachte van de
uitoefeningvan het
beroep van
financieel/hypotheekadviseurvoor de duur van
2 (twee) jaren;
schadevergoeding
met betrekking tot de vordering van [slachtoffer 1]
- bepaalt dat de benadeelde partij voor een deel, te weten € 2733,53 niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van
€ 39.712,93 (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 maart 2012);
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van de bewezenverklaarde feit en tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 39.712,93,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 maart 2012 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 233 dagen zal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
met betrekking tot de vordering van [slachtoffer 2]
- bepaalt dat de benadeelde partij in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
met betrekking tot de vordering van [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van
€ 11.300,00 (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 april 2011) en bepaalt dat dit bedrag in twee gedeelten van € 5.650,00, te betalen binnen twee één maandelijkse termijnen, mag worden voldaan;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van het bewezenverklaarde feit tot
betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 11.300,00,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 april 2011 ten behoeve van de benadeelde, met bevel, voor het geval dat volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt, dat vervangende hechtenis voor de duur van 91 dagen zal worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
Dit vonnis is gewezen door mr. G. Edelenbos, voorzitter, mrs. S.M. Milani en
M. van Bruggen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.A. de Haan-Geertsema, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 13 juli 2017.
Buiten staat
Mr. G. Edelenbos is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
De griffier is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland, district IJsselland, basisteam Zwolle, met nummer PL0600-2017102931. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Voor het bewijs verwijst de rechtbank naar:
1. het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 5 januari 2015, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende (pagina 47-52):
(…) Op verzoek van [verdachte] is een polis bij een Nova Garant verzekering afgekocht en heb ik op mijn rekening op 4 mei 2012 een bedrag uitgekeerd gekregen van € 6.048,97. (…) Op verzoek van [verdachte] zou ik dit geld naar hem storten om het in een andere polis te beleggen. Ik heb dit bedrag dezelfde dag doorgestort naar de rekening van [verdachte] Freeken [rekeningnummer 4] , met de volgende omschrijving: “vergoeding mei 04 [nummer 1] ”. (…) de vergoeding “mei 04 [nummer 1] ” is volgens [verdachte] gebruikt voor een polis. Het is voor mij onbekend voor welke polis dit is. (…)
Op 26 juli 2013 ontving ik een goedkeuring van lening doorlopend krediet. Het betrof een krediet van € 20.000,00, afgesloten bij de Nederlandse Voorschotbank. Ik kan me herinneren dat [verdachte] hiermee kwam, ook om dit geld te beleggen in diverse verzekeringen. (…) Op 20 juni 2013 heb ik € 7.500,00 ontvangen van de Nederlandse Voorschotbank. Dit geld heb ik op 21 juni 2013 aan [verdachte] overgemaakt, wederom op genoemd nummer [rekeningnummer 4] . (…)
Op 28 februari 2014 is bij Santander een goedkeuring gegeven over een lening voor mij van € 30.000,00. (…) Ik was op dat moment met een woningaankoop bezig. [verdachte] vertelde dat het geld zou zijn om een voorschot voor de hypotheek te hebben. (…) Uit de brief van Santander blijkt dat er een lening is afgesloten om het gat van ruim € 19.000,00 te vullen welke ontstaan was uit de vorige lening van de Nederlandse Voorschotbank. (…) Op 28 februari 2014 heb ik een deel van deze lening ontvangen, ten bedrage van 7.762,96. (…) Ik kreeg van [verdachte] door dat ik dit geld weer aan hem moest overmaken, wederom met een door hem genoemde omschrijving. Ditmaal was dat “ [nummer 2] ”. (…) Ik heb het op 28 februari 2014 overgemaakt naar rekeningnummer [rekeningnummer 4] . (…)
Op 27 augustus 2014 is er wederom een lening afgesloten bij Santander, onder polisnummer [nummer 3] . (…) Dit was een extra bedrag voor aanvraag van mijn hypotheek. (…) Op 29 augustus 2014 heb ik € 9.825,00 ontvangen op mijn rekeningnummer. (…) Ik heb afgesproken het geld over te maken naar [verdachte] . Ik heb op 29 augustus 2014 betaald en bij de vermelding “volgens afspraak” vermeld. (…)
Ik heb nog meer bedragen aan [verdachte] moeten betalen. Het zou gaan om makelaarskosten: 2x € 500,00 en kosten voor de nationale hypotheekgarantie: € 1.250,00. (…) [verdachte] bood aan ons te begeleiden bij de zoektocht naar een woning. [verdachte] kwam bij [naam 1] en mij met het verhaal dat er woningen gebouwd zouden worden in de [wijk] te Zwolle. (…) [verdachte] vertelde dat hij geregeld had dat we een optie hadden op [kavel 1] . (…) Toen we navraag deden bij de woning coöperatie die zich bezighield met de ontwikkeling van de [wijk] in Zwolle, bleek dat er helemaal geen kavel op naam van [slachtoffer 1] of [verdachte] staat. Ook was er niets bekend dat er een optie teruggegeven was. Ik heb daar wel kosten voor betaald, onder andere makelaarskosten en hypotheekkosten. (…)
In het belastingjaar 2011 is een fout geconstateerd door de belastingdienst. [verdachte] had een verkeerde aftrekpost gebruikt. Dit resulteerde in een naheffing. Ik moest nog € 1.326,00 nabetalen. (…) Ik heb [verdachte] een verzoek gedaan dit na te kijken. Ik kreeg van [verdachte] het verzoek om € 1.326,00 over te maken op zijn banknummer. Hij zou dan zorgen dat het geld op een aparte rekening van de belasting gestort zou worden. Ik heb dit bedrag overgemaakt op 26 mei 2014 naar [verdachte] nummer, [rekeningnummer 4] . (…) Uiteindelijk heeft [verdachte] niets gecommuniceerd naar de belastingdienst. Er is een vordering van ongeveer 900,00 op mijn loon gedaan. Ik kreeg later een brief dat voor het restbedrag een verrekening zou plaatsvinden tussen jaar 2012 en 2011 en dat het daarmee verrekend was. (…) Ik weet niet wat [verdachte] met het geld dat ik speciaal daarvoor overgemaakt had, gedaan heeft. (…);
2. schriftelijke bescheiden, te weten de als bijlagen bij de aangifte gevoegde documenten, zakelijk weergegeven onder meer inhoudende (pagina 53-126):
(…)
3. het (aanvullend) proces-verbaal van bevindingen van 3 oktober 2016, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende (pagina 1-3):
(…) Er is onderzoek gedaan naar het door aangever [slachtoffer 1] genoemde kavel in de [wijk] in Zwolle. (…) Ik, verbalisant [verbalisant] , heb contact gehad met de heer [naam 2] van deze woningstichting. Hij gaf aan dat het [kavel 1] te Zwolle betrof. (…) Verder deelde de heer [naam 2] mee dat woningstichting alle woningen van de [wijk] onder beheer had dan wel verkocht had. Uit het contact met de heer [naam 2] is gebleken dat [slachtoffer 1] en [naam 1] geen optie op beide kavels hebben gehad. (opmerking rechtbank: ook de naam van verdachte staat niet genoemd in het rijtje van personen die wel een optie op [kavel 1] dan wel [kavel 2] hebben gehad) (…);
4. het proces-verbaal van de terechtzitting van 29 juni 2017, voor zover inhoudende de ter terechtzitting afgelegde verklaring van de getuige [slachtoffer 1] , zakelijk weergeven, onder meer inhoudende:
(…) Ik heb de door verdachte overgelegde facturen die u mij nu toont nooit eerder gezien. (…) Voor de diensten die verdachte verrichte hoefde ik niet te betalen, dit waren vriendendiensten. (…) U vraagt mij of ik wel eens goederen heb gekocht van verdachte, onder andere een trein, sieraden en een laptop. Ik heb nooit goederen gekocht van verdachte. (…).
5. het proces-verbaal van verhoor verdachte van 17 augustus 2015, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende (pagina 28-30):
(…) het klopt dat ik werkzaamheden voor [slachtoffer 1] heb verricht. V: waaruit bestonden die werkzaamheden? A: belastingaangifte en bezwaarschriften. Verder deed ik alles op verzekeringsgebied en kredieten voor Arjen. (…);
6. het proces-verbaal van verhoor verdachte van 18 augustus 2015, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende (pagina 31-33):
(…) O: uit opgevraagde bankgegevens weten wij dat bankrekening [rekeningnummer 5] bij de ING op uw naam staat. Ook zien wij op de opgevraagde bankafschriften van deze rekening dat [slachtoffer 1] en [naam 1] regelmatig geldbedragen naar de [rekeningnummer 5] overmaken. V: Hoe zit dat? A: dat is mijn rekening. Dat is mijn privé rekening bij de ING. Er is niemand anders voor gemachtigd en het is ook geen en/of rekening. (…);
7. het proces-verbaal van verhoor verdachte van 18 augustus 2015, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende (pagina 34-36):
(…) O: zoals reeds eerder opgemerkt is uit onderzoek gebleken dat [slachtoffer 1] geld moest overmaken op een rekening van jou. V: is dit juist? A: (…) Uiteindelijk natuurlijk op vrijwillige basis. (…);
8. een schriftelijk bescheid, te weten een bankrekeningoverzicht van verdachte van de periode 4-1-2010-2-3-2015, (pagina 13b).
1. het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 5 januari 2015, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende (pagina 47-52):
(…) Ik bezat al een Visa Card via de ING. (…) Deze heb ik ook aan [verdachte] moeten geven met de daarbij behorende pincode. [verdachte] gaf ook hier aan dat het nodig was voor de hypotheekaanvraag. (…) Ik heb hem de pas en de pincode medio mei persoonlijk gegeven. Hierbij hebben we afgesproken dat [verdachte] deze pas op zou sturen naar de ING met de bedoeling de pas en het BKR te blokkeren. Dit zou rond 14 mei 2014 gedaan worden (…) Ik zag op 2 juni 2014 dat er veel geld, € 5.045,00 van mijn rekening [rekeningnummer 6] geschreven was. Ik heb de ING gebeld en daar hoorde ik dat er vreemde afschrijvingen zijn geweest, via pintransacties. (…) Er is in totaal 10 x gepind binnen een week in Deventer, Apeldoorn en Zwolle. Ik overhandig u hierbij een overzicht van de pintransacties. (…) Ik zag dat alle transacties zijn gedaan in de buurt van [verdachte] huis dan wel zijn werk. (…);
2. schriftelijke bescheiden, te weten de als bijlagen bij de aangifte gevoegde documenten, zakelijk weergegeven onder meer inhoudende (pagina 53-126):
(…)
3. het proces-verbaal van de terechtzitting van 29 juni 2017, voor zover inhoudende de ter terechtzitting afgelegde verklaring van verdachte, zakelijk weergeven, onder meer inhoudende:
(…) Aangever en ik konden het goed vinden, daarom heb ik ook niet alles in rekening gebracht. (…) Ik heb aangever wel eens gevraagd om zijn bankafschriften aan mij te geven. Deze zouden dan als bewijs kunnen dienen indien nodig. (…) Ik heb de ING creditcard in mijn bezit gehad. (…) Ik heb ook wel eens om de pincode van aangever gevraagd zodat ik een ‘totaalpakketje’ zou hebben.(…);
1. het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] van 20 januari 2015, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende (pagina 161-169):
Op 16 januari 2015 werd ik gebeld door een medewerker van Lasercards. (…) Op die dag was bij verschillende banken een bedrag afgenomen met een creditcard die op mijn naam stond. (…) Omdat ik nooit een creditcard had aangevraagd en ook niet gepind had, werd direct de creditcard geblokkeerd. Het gaat om een creditcard met nummer [rekeningnummer 2] . Dat is een VISA card. (…) Ik heb gehoord dat er beelden zijn va de persoon die gepind heeft. (…);
2. proces-verbaal van de terechtzitting van 29 juni 2017, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
(…) Ik herken mijzelf op de foto die u mij toont (pagina 178 van het dossier). Op de foto is te zien dat ik een muts draag. (…);
3. proces-verbaal van verhoor aangever van 11 februari 2015, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende (pagina 170 – 171):
Ik toon u een foto met fotonummer 16/1-4 en 16/1-3.Vraag verbalisant: is dit de bedoelde persoon die u in de aangifte noemt (…)?Antwoord aangever/benadeelde:Ja dit is inderdaad de persoon die ik bedoel (…) [verdachte] (…);
4. het proces-verbaal van bevindingen van 20 november 2015, zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende (pagina 179-180):
(…) Ik, verbalisant heb de beelden van de camera van de pinautomaat bekeken. (…) Op de beelden staan pintransacties uitgevoerd op 16 januari 2015 tussen omstreeks 10:16 uur en 10:18 uur. (…) Op de beelden is te zien dat er pintransacties uitgevoerd worden. (…) Dit is op het beeld te zien omdat links boven in het beeld van de camera gegevens genoteerd worden. de cijfers die in beeld verschijnen zijn de details met betrekking tot de pintransactie. In beeld komt de datum, tijdstip, geldopname, en het gekozen bedrag. Het geeft het verloop weer van de pintransactie. (…);
4. het aanvullend proces-verbaal van bevindingen van 6 juni 2017 (PL0600 -2015033888-22, verder ongenummerd), zakelijk weergegeven, onder meer inhoudende:
(…) Het creditcardnummer is hierbij niet zichtbaar omdat door de automaat het creditcardnummer wordt omgezet naar een code. Het betreft hierbij de code welke wordt weergegeven op regel 4 van de transactie, te weten CHIP P4155000000002142 (…).
16-01-2015 te 10.17 uur 170,00 euro16-01-2015 03 Man staat te wachtenOp de achtergrond staat een man te wachten met een muts op zijn hoofd en een donkere jas. Deze persoon is herkend als zijnde [verdachte] . De NN man die op dat moment aan het pinnen is heeft een lichtkleurige jas aan en is brildragend. Deze man kijkt weg van de pinautomaat.16-01-2015 04 Man komt naar de automaatDe wachtende man met de muts op zijn hoofd loopt naar de pinautomaat. Hij heeft hierbij een donkere jas aan en een muts op zijn hoofd. Deze persoon is herkend als zijnde [verdachte] .Op deze fotoafdruk staat de pintransactie in beeld van de persoon die even daarvoor een pintransactie uitvoerde van 70.00 euro. Dit is de man met de lichtkleurige jas (…). Deze persoon staat met zijn rug naar de camera toe omdat hij wegloopt van de pinautomaat. (…).16-01-2015 05 Man heeft gepind en loopt weg.De man met de donkere jas waarvan een gedeelte van zijn lip en kin in beeld staat draait weg van de pinautomaat. Dit is de wachtende man die omschreven staat bij 16-01-2015 04 Man komt naar de automaat.Deze man heeft een pintransactie uitgevoerd. Deze man is herkend als [verdachte] ,. De volgende gegevens staat links boven op de fotoafdruk:
16001-2015 10:18:01-CHIP P4155000000002142(…)
GEKOZEN BEDRAG EUR 170
Ook hier is het nummer van de creditcard omgezet naar de code P4155000000002142. (…).
feit 6
1. het proces-verbaal van aangifte van 15 juni 2016 met bijlage’s, (pagina 1-33);
2. het proces-verbaal van de terechtzitting van 29 juni 2017, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste volzin, Wetboek van Strafvordering.