Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek;
- akte uitlating producties aan de zijde van Kolkman q.q.;
- akte uitlating producties aan de zijde van [gedaagde] .
2.De feiten
[bedrijf 3] failliet verklaard.
[adres 1]
8 juni 2010.
;
- een perceel grond met daarop een woning aan de [adres 1] ;
- de onverdeelde helft in een perceel grond met daarop een woning aan de [adres 3]
ad € 300.000,- van [naam 1] overgenomen.
Opmerkingen, voor zover van belang:
[bedrijf 3] te restitueren: de Toyota Landcruiser, de 4-assige vrachtwagen van het merk DAF, de minikraan, drie aanhangers alsmede compressoren en de luchthamers.
3.Het geschil
30 augustus 2010 aan [gedaagde] de onroerende zaken heeft geleverd, rechtsgeldig heeft vernietigd, althans deze te vernietigen, dan wel dat de rechtbank voor recht zal verklaren dat [gedaagde] onrechtmatig heeft gehandeld jegens de boedel.
4.De beoordeling
30 maart 2010 en het echtscheidingsconvenant blijkt, dat [gedaagde] vorderingen had/heeft op [naam 1] . Volgens [gedaagde] betreffen de rechtshandelingen, die de curator tracht aan te tasten, daarom niet onverplichte, maar verplichte rechtshandelingen (conclusie van antwoord onder 7).
- op basis van de onder J.1 geraadpleegde instanties of personen niet kan worden vastgesteld dat er sprake is/ kan zijn van bodemverontreiniging;
- dat op basis van de plaatselijke bekendheid de taxateur geen bijzondere aanleiding ziet om (een risico van) verontreiniging aanwezig te achten;
- de taxateur geen asbestverdacht materiaal heeft waargenomen/geen aanwijzingen heeft dat dit materiaal aanwezig is;
- het aangetroffen asbestverdachte materiaal geen waarde verminderend effect heeft.
en 21. Echter volgt ook hieruit niet dat er sprake is van asbestvervuiling en betreft ook dit geen bodemonderzoek. Evenmin kan dit dienen ter onderbouwing van het standpunt dat in 2010, op het moment van aankoop, de grond was vervuild. Daarnaast geldt -zoals reeds overwogen- dat [naam 2] in mei 2011 tijdens zijn inspectie en opname geen asbest heeft aangetroffen.
de FIOD is er dan ook bij de waardering van het onroerend goed vanuit gegaan dat er geen bodemvervuiling aanwezig is (productie 16 bij dagvaarding).
artikel 43 Fw. Partijen waren ten tijde van de verkoop nog gehuwd. In de onderhavige kwestie is de rechtshandeling echter niet verricht binnen een jaar voor faillietverklaring, zodat artikel 43 toepassing mist.
25 juni 2010.
2.235,00(2.5 punt × tarief € 894,00)
kadastraal bekend als de gemeente Tubbergen sectie K [nummer 2] ;
juli 2010, niet tot het vermogen van [gedaagde] (zijn gaan) behoren en eigendom van [naam 1] zijn gebleven;
Kolkman q.q. tot op heden begroot op € 3.863,77;