ECLI:NL:RBOVE:2017:2666

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
4 juli 2017
Publicatiedatum
4 juli 2017
Zaaknummer
08/730577-16 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplichtigheid aan hennepteelt en diefstal van elektriciteit in Vroomshoop en Hengelo

Op 4 juli 2017 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de zaak tegen een 53-jarige man uit Almelo, die beschuldigd werd van medeplichtigheid aan het telen van hennepplanten en diefstal van elektriciteit in drie panden in Vroomshoop en Hengelo. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte schuldig is aan het helpen bij het telen van hennepplanten in de periode van 1 december 2014 tot en met 1 december 2015. De verdachte heeft in verschillende panden, waaronder [adres 1], [adres 2] en [adres 3], hennepplanten gekweekt en elektriciteit illegaal afgenomen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 240 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden met een proeftijd van 2 jaar. Daarnaast moet hij een schadevergoeding van ruim 9.000 euro betalen aan de energieleverancier Enexis B.V. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van enkele andere tenlasteleggingen, omdat het bewijs daarvoor onvoldoende was. De uitspraak benadrukt de ernst van de feiten en de impact van hennepteelt op de samenleving, evenals de risico's van illegale elektriciteitsafname.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Afdeling Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08/730577-16 (P)
Datum vonnis: 4 juli 2017
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1964 in [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 20 juni 2017.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. J. Blanco en van hetgeen door verdachte en de raadsvrouw mr. J.M. Veldman, advocaat te Breda, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:al dan niet samen met anderen in een pand aan de [adres 1] te Vroomshoop hennep heeft geteeld, dan wel dat hij hieraan medeplichtig is geweest;
feit 2:al dan niet samen met anderen in een pand aan de [adres 1] te Vroomshoop door middel van braak en/of verbreking elektriciteit heeft weggenomen, dan wel dat hij hieraan medeplichtig is geweest;
feit 3:al dan niet samen met anderen in een pand aan de [adres 2] te Hengelo (O) hennep heeft geteeld, dan wel dat hij hieraan medeplichtig is geweest;
feit 4:al dan niet samen met anderen in een pand aan de [adres 2] te Hengelo (O) door middel van braak en/of verbreking elektriciteit heeft weggenomen, dan wel dat hij hieraan medeplichtig is geweest;
feit 5:al dan niet samen met anderen in een pand aan de [adres 3] te Vroomshoop hennep heeft geteeld, dan wel dat hij hieraan medeplichtig is geweest;
feit 6:al dan niet samen met anderen in een pand aan de [adres 3] te Vroomshoop door middel van braak en/of verbreking elektriciteit heeft weggenomen, dan wel dat hij hieraan medeplichtig is geweest.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1.
verdachte op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1
december 2014 tot en met 16 februari 2015, in elk geval op of omstreeks 16
februari 2015,
te Vroomshoop in de gemeente Twenterand,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, al dan niet
in de uitoefening van een beroep of bedrijf, opzettelijk heeft geteeld en/of
bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, althans opzettelijk heeft vervaardigd, in
elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, (te weten in/op perceel
[adres 1] ), een hoeveelheid/hoeveelheden van meer dan 30 gram van een
materiaal bevattende hennep, te weten (ongeveer) 502 hennepplanten, althans
een (groot) aantal hennepplanten en/of delen van hennepplanten, zijnde hennep
een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
terwijl dit gepleegde feit (mede) betrekking heeft op een grote hoeveelheid
van een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel
aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, welke hoeveelheid
meer bedraagt dan de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde hoeveelheid
van een middel (, te weten 502 hennepplanten, althans meer dan 200
hennepplanten);
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
dat een of meer onbekend(e) (gebleven) perso(o)n(en) op één of meer
tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 december 2014 tot en met 16
februari 2015, in elk geval op of omstreeks 16 februari 2015,
te Vroomshoop in de gemeente Twenterand,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, al dan niet
in de uítoefening van een beroep of bedrijf, opzettelijk heeft/hebben geteeld
en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, althans opzettelijk heeft/hebben
vervaardigd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad, (te weten
in/op perceel [adres 1] ), een hoeveelheid/hoeveelheden van meer dan 30
gram van een materiaal bevattende hennep, te weten (ongeveer) 502
hennepplanten, althans een (groot) aantal hennepplanten en/of delen van
hennepplanten, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet
behorende lijst II;
terwijl dit gepleegde feit (mede) betrekking heeft op een grote hoeveelheid
van een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel
aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, welke hoeveelheid
meer bedraagt dan de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde hoeveelheid
van een míddel (, te weten 502 hennepplanten, althans meer dan 200
hennepplanten),
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte toen daar
opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen
en/of inlichtingen heeft verstrekt door
- dat perceel voor het kweken van die hennepplanten ter beschikking te stellen
en/of te verhuren aan die onbekend(e) (gebleven) perso(o)n(en), en/of
- de elektriciteitsinstallatie/-voorziening in dat perceel aan te leggen en/of
te onderhouden/repareren, en/of
- die hennepplanten te verzorgen;
2.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 augustus
2013 tot en met 16 februari 2015,
te Vroomshoop in de gemeente Twenterand,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een (bedrijfs)pand/-perceel
op of aan de [adres 1] heeft weggenomen een hoeveelheid
elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
Enexis B.V. in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of
zijn mededaders,
waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats
van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen
(hoeveelheid) elektriciteit onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht
door middel van braak, verbreking en/of inklimming (door een of meer
(ijk)zegel(s) en/of het deksel van de elektriciteitsmeter te verbreken en/of
verwijderen en/of (vervolgens) een elektriciteitsaansluiting aan de boven-
en/of buitenzijde, in elk geval buiten de meter om, te maken);
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 2 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
een of meer onbekend(e) (gebleven) perso(o)n(en) op een of meer tijdstip(pen)
in of omstreeks de periode van 1 augustus 2013 tot en met 16 februari
2015,
te Vroomshoop in de gemeente Twenterand,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een (bedrijfs)pand/-perceel
op of aan de [adres 1] heeft/hebben weggenomen een hoeveelheid
elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
Enexis B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of
zijn mededaders,
waarbij die onbekend(e) (gebleven) perso(o)n(en) en/of zijn/haar/hun
mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben
verschaft en/of die/dat weg te nemen (hoeveelheid) elektriciteit onder
zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking
en/of inklimming (door een of meer (ijk)zegel(s) en/of het deksel van de
elektriciteitsmeter te verbreken en/of verwijderen en/of (vervolgens) een
elektriciteitsaansluiting aan de boven- en/of buitenzijde, in elk geval buiten
de meter om, te maken),
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte toen daar
tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, opzettelijk
behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of
inlichtingen heeft verstrekt door dat perceel voor het kweken van
hennepplanten ter beschikking te stellen en/of te verhuren aan die onbekend(e)
(gebleven) perso(o)n(en) en/of door de elektriciteitsinstallatie/-voorziening
in dat perceel aan te leggen en/of te onderhouden/repareren;
3.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 maart 2015
tot en met 2 april 2015, in elk geval op of omstreeks 2 april 2015,
in de gemeente Hengelo (0.),
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, al dan niet
in de uitoefening van een beroep of bedrijf, opzettelijk heeft geteeld en/of
bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, althans opzette]ijk heeft vervaardigd, in
elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, (te weten in perceel [adres 2]
), een hoeveelheid/hoeveelheden van meer dan 30 gram van een materíaal
bevattende hennep, te weten (ongeveer) 864 hennepplanten, althans een (groot)
aantal hennepplanten en/of delen van hennepplanten, zijnde hennep een middel
vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
terwijl dit gepleegde feit (mede) betrekking heeft op een grote hoeveelheid
van een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel
aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, welke hoeveelheid
meer bedraagt dan de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde hoeveelheid
van een middel (, te weten 864 hennepplanten, althans meer dan 200
hennepplanten);
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 3 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
een of meer onbekend(e) (gebleven) perso(o)n(en) op één of meer tijdstip(pen)
ín of omstreeks de periode van 1 maart 2015 tot en met 2 april 2015, in elk
geval op of omstreeks 2 april 2015,
in de gemeente Hengelo (Ov.),
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, al dan
niet in de uitoefeníng van een beroep of bedrijf, opzettelijk heeft/hebben
geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, althans opzettelijk
heeft/hebben vervaardigd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben
gehad, (te weten ín perceel [adres 2] ), een hoeveelheid/hoeveelheden van
meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, te weten (ongeveer) 864
hennepplanten, althans een (groot) aantal hennepplanten en/of delen van
hennepplanten, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet
behorende lijst II;
terwijl dit gepleegde feit (mede) betrekking heeft op een grote hoeveelheid
van een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel
aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, welke hoeveelheid
meer bedraagt dan de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde hoeveelheíd
van een middel (, te weten 864 hennepplanten, althans meer dan 200
hennepplanten),
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdríjf/misdrijven verdachte toen daar
opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen
en/of inlichtingen heeft verstrekt door dat perceel voor het kweken van die
hennepplanten ter beschikking te stellen en/of te verhuren aan aan die
onbekend(e) (gebleven) perso(o)n(en);
4.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 september
2014 tot en met 2 april 2015,
in de gemeente Hengelo (Ov.),
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een (bedrijfs)pand/-perceel
op of aan de [adres 2] heeft weggenomen een hoeveelheid
elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
Enexis B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of
zijn mededaders,
waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats
van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen
(hoeveelheid) elektriciteit onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht
door middel van braak, verbreking en/of inklimming (door een of meer
(ijk)zegel(s) en/of het deksel van de elektriciteitsmeter te verbreken en/of
verwijderen en/of (vervolgens) een elektriciteitsaansluiting aan de boven-
en/of buitenzijde, in elk geval buiten de meter om, te maken);
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 4 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
een of meer onbekend(e) (gebleven) perso(o)n(en) op een of meer tijdsti p(pen)
in of omstreeks de periode van 1 september 2014 tot en met 2 april 2015,
in de gemeente Hengelo (v.),
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een (bedrijfs)pand/-perceel
op of aan de [adres 2] heeft/hebben weggenomen een hoeveelheid
elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
Enexis B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of
zijn mededaders,
waarbij die onbekend(e) (gebleven) perso(o)n(en) en/of zijn/haar/hun
mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben
verschaft en/of die/dat weg te nemen (hoeveelheid) elektriciteit onder
zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking
en/of inklimming (door een of meer (ijk)zegel(s) en/of het deksel van de
elektriciteitsmeter te verbreken en/of verwijderen en/of (vervolgens) een
elektriciteitsaansluiting aan de boven- en/of buitenzijde, in elk geval buiten
de meter om, te maken),
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte toen daar
opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen
en/of inlichtingen heeft verstrekt door dat perceel voor het kweken van
hennepplanten ter beschikking te stellen en/of te verhuren aan die onbekend(e)
(gebleven) perso(o)n(en);
5.
verdachte op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1
september 2015 tot en met 1 december 2015, in elk geval op of omstreeks 1
december 2015,
te Vroomshoop in de gemeente Twenterand,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, al dan niet
in de uitoefening van een beroep of bedrijf, opzettelijk heeft geteeld en/of
bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, althans opzettelijk heeft vervaardigd, in
elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, (te weten in perceel [adres 3] ),
een hoeveelheid/hoeveelheden van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende
hennep, te weten (ongeveer) 522 hennepplanten, althans een (groot) aantal
hennepplanten en/of delen van hennepplanten, zijnde hennep een middel vermeld
op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
terwijl dit gepleegde feit (mede) betrekking heeft op een grote hoeveelheid
van een middel vermeld op de hij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel
aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, welke hoeveelheid
meer bedraagt dan de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde hoeveelheid
van een middel (, te weten 522 hennepplanten, althans meer dan 200
hennepplanten);
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 5 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
dat een of meer onbekend(e) (gebleven) perso(o)n(en) op één of meer
tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 september 2015 tot en met 1
december 2015, in elk geval op of omstreeks 1 december 2015,
te Vroomshoop in de gemeente Twenterand,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, al dan niet
in de uitoefening van een beroep of bedrijf, opzettelijk heeft/hebben geteeld
en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, althans opzettelijk heeft/hebben
vervaardigd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad, (te weten
in perceel [adres 3] ), een hoeveelheid/hoeveelheden van meer dan 30 gram van
een materiaal bevattende hennep, te weten (ongeveer) 522 hennepplanten,
althans een (groot) aantal hennepplanten en/of delen van hennepplanten, zijnde
hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
terwijl dit gepleegde feit (mede) betrekking heeft op een grote hoeveelheid
van een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel
aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, welke hoeveelheid
meer bedraagt dan de hij algemene maatregel van bestuur bepaalde hoeveelheid
van een middel (, te weten 522 hennepplanten, althans meer dan 200
hennepplanten),
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte toen daar
opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen
en/of inlichtingen heeft verstrekt door dat perceel voor het kweken van die
hennepplanten ter beschikking te stellen en/of te verhuren aan die onbekend(e)
(gebleven) perso(o)n(en);
6.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 december
2014 tot en met 1 december 2015,
te Vroomshoop in de gemeente Twenterand,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een (bedrijfs)pand/-perceel
op of aan de [adres 3] heeft weggenomen een hoeveelheid
elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
Enexis B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of
zijn mededaders,
waarbij verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats
van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen
(hoeveelheid) elektriciteit onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht
door middel van braak, verbreking en/of inklimming (door een of meer
(ijk)zegel(s) en/of het deksel van de elektriciteitsmeter te verbreken en/of
verwijderen en/of (vervolgens) een elektriciteitsaansluiting aan de boven-
en/of buitenzijde, in elk geval buiten de meter om, te maken);
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 6 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIBIAIR, terzake dat
een of meer onbekend(e) (gebleven) perso(o)n(en) op een of meer tijdstip(pen)
in of omstreeks de periode van 1 augustus 2013 tot en met 16 februari 2015,
te Vroomshoop in de gemeente Twenterand,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een (bedrijfs)pand/-perceel
op of aan de [adres 1] heeft/hebben weggenomen een hoeveelheid
elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
Enexis B.V., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of
zijn mededaders,
waarbij die onbekend(e) (gebleven) perso(o)n(en) en/of zijn/haar/hun
mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben
verschaft en/of die/dat weg te nemen (hoeveelheid) elektriciteit onder
zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking
en/of inklimming (door een of meer (ijk)zegel(s) en/of het deksel van de
elektriciteitsmeter te verbreken en/of verwijderen en/of (vervolgens) een
elektriciteitsaansluiting aan de boven- en/of buitenzijde, in elk geval buiten
de meter om, te maken),
tot en/of bij het plegen van welk(e) misdrijf/misdrijven verdachte toen daar
opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen
en/of inlichtingen heeft verstrekt door dat perceel voor het kweken van
hennepplanten ter beschikking te stellen en/of te verhuren aan die onbekend(e)
(gebleven) perso(o)n(en).

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

4.1
Inleiding
[adres 1] te Vroomshoop
Op maandag 16 februari 2015 kreeg de politie de melding om te gaan naar de [adres 1] te Vroomshoop. Een getuige, genaamd [getuige] , had onder verdachte omstandigheden een personenauto zien staan bij een bedrijfspand. De politie heeft de bestuurder van de auto aangesproken. Uit de auto kwam een sterke wietgeur. Verbalisant [verbalisant] heeft vervolgens de auto onderzocht en vond in het middenconsole een sleutel die paste op de toegangsdeur van de betreffende unit aan de [adres 1] . Daarop zijn verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] naar binnen gegaan en troffen zij in het pand een hennepkwekerij aan. Er zijn twee kweekruimtes waarin respectievelijk 247 planten en 255 hennepplanten worden gekweekt. De stroom wordt illegaal afgenomen.
[adres 2] te Hengelo (Overijssel)
Op 19 februari 2015 heeft de politie via een informant informatie ontvangen dat aan de [adres 2] in Hengelo (Overijssel) een hennepkwekerij in werking zou zijn. Na onderzoek is de politie op 2 april 2015 binnengetreden en troffen zij in het bedrijfspand een hennepkwekerij aan met 864 planten. De stroom wordt illegaal afgenomen.
[adres 3] te Vroomshoop
Op 2 september 2015 is bij de politie een anonieme melding binnengekomen dat er een hennepkwekerij aan de [adres 3] te Vroomshoop in werking zou zijn. Na onderzoek is de politie op 1 december 2015 binnengetreden en troffen zij in het bedrijfspand een hennepkwekerij aan met drie kweekbedden waarop respectievelijk 148, 238 en 136 hennepplanten worden gekweekt. De stroom wordt illegaal afgenomen.
4.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte vrijgesproken dient te worden van het onder 1 primair en subsidiair ten laste gelegde, nu hiervoor het bewijs ontbreekt. Aangezien verdachte in het pand aan de [adres 1] in Vroomshoop wel de storing aan de schakelkast ten behoeve van de hennepkwekerij heeft gerepareerd, kan de onder 2 primair ten laste gelegde diefstal van elektriciteit volgens de officier van justitie bewezen worden verklaard. De officier van justitie betoogt voorts dat verdachte het huurcontract van het pand aan de [adres 2] in Hengelo op naam had staan en de huurpenningen hiervoor betaalde, hetgeen verdachte medeplichtig maakt. Gelet hierop kan het onder 3 subsidiair en 4 subsidiair ten laste gelegde bewezen worden verklaard, aldus de officier van justitie. Voorts stelt de officier van justitie dat verdachte eigenaar was van de hennepkwekerij in het pand aan de [adres 3] in Vroomshoop. Verdachte was enig bestuurder van de stichting die het pand in de ten laste gelegde periode huurde en er is geen ondersteuning dat er andere mensen bij de hennepkwekerij betrokken zijn. Dit maakt volgens de officier van justitie dat het onder 5 primair en 6 primair ten laste gelegde bewezen kan worden verklaard.
4.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte slechts een beperkt aandeel heeft gehad in alle hennepkwekerijen die in de tenlastelegging worden genoemd. Volgens de verdediging moet verdachte van het onder 1 primair en subsidiair, 2 primair, 3 primair, 4 primair en subsidiair, 5 primair en 6 primair en subsidiair worden vrijgesproken, aangezien hiervoor het wettig en overtuigend bewijs ontbreekt. De verdediging is van mening dat het onder 2 subsidiair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard, nu verdachte behulpzaam is geweest bij de diefstal van stroom en dit te kwalificeren is als medeplichtigheid en niet als plegen dan wel medeplegen, aldus de verdediging. Ten aanzien van de feiten 3 en 5 heeft de verdediging zich op het standpunt gesteld dat het subsidiair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard, nu verdachte enkel de panden ter beschikking heeft gesteld aan derden en de huurcontracten (via stichtingen) op zijn naam stonden. Dit moet worden gekwalificeerd als medeplichtigheid en niet als plegen dan wel medeplegen, aldus de verdediging. In het dossier zijn geen aanwijzingen voorhanden dat verdachte in de panden aan de [adres 2] in Hengelo en aan de [adres 3] in Vroomshoop werkzaamheden heeft verricht. Ten aanzien van de onder 4 en 6 ten laste gelegde feiten, heeft de verdediging zich op het standpunt gesteld dat verdachte dient te worden vrijgesproken, nu hij niets wist van de diefstal van stroom.
4.4
Het oordeel van de rechtbank
Deze paragraaf bevat het oordeel van de rechtbank over de vraag of de ten laste gelegde feiten bewezenverklaard kunnen worden of dat daarvan moet worden vrijgesproken.
In het geval de rechtbank tot een bewezenverklaring komt, steunt de beslissing dat verdachte de feiten heeft begaan op de inhoud van bewijsmiddelen die als bijlage aan het vonnis zijn gehecht en daarvan op die wijze deel uitmaken, tenzij verdachte het feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit. In dat geval zal de rechtbank volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen, conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Sv. De hiervoor bedoelde bewijsmiddelen in de bijlage bij het vonnis bevatten de redengevende feiten en omstandigheden op grond waarvan de rechtbank de overtuiging heeft gekregen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Feit 1 ( [adres 1] te Vroomshoop, gemeente Twenterand)
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder 1 primair is ten laste gelegd. Naar het oordeel van de rechtbank blijkt noch uit het verhandelde ter terechtzitting noch uit het onderhavig strafdossier dat verdachte zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan het onder 1 primair tenlastegelegde feit. Dat verdachte op enige andere wijze betrokken is geweest bij de hennepkwekerij anders dan het repareren van de elektriciteitsinstallatie in de hennepkwekerij, is niet gebleken. Verdachte heeft de onder 1 primair tenlastegelegde beschuldigingen ontkend en het dossier bevat onvoldoende wettig en overtuigend bewijs.
Anders dan de officier van justitie en de verdediging, is de rechtbank van oordeel dat verdachte door het repareren van de elektriciteitsinstallatie in de hennepkwekerij, medeplichtig is geweest aan het telen van hennep. Verdachte heeft namelijk verklaard dat hij een storing aan het schakelbord heeft verholpen en dat hij wist dat er een hennepkwekerij zat. Dit wordt ook door medeverdachte Ersönmez verklaard. Door dit handelen is verdachte behulpzaam geweest bij het telen van hennep.
Feit 2 ( [adres 1] te Vroomshoop, gemeente Twenterand)
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder 2 primair is ten laste gelegd. Naar het oordeel van de rechtbank blijkt noch uit het verhandelde ter terechtzitting noch uit het onderhavig strafdossier dat verdachte als pleger dan wel medepleger betrokken is geweest bij de diefstal van elektriciteit, nu verdachte heeft verklaard dat hij slechts eenmaal de elektriciteitsinstallatie/schakelbord in genoemde hennepkwekerij op verzoek heeft gerepareerd. De rechtbank is van oordeel dat het aandeel van verdachte bij de diefstal van stroom te gering is om tot een bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde te komen. De rechtbank zal verdachte dan ook van het onder 2 primair ten laste gelegde vrijspreken.
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het onder 2 subsidiair ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen [1] , te weten:
1. het proces-verbaal van verhoor van verdachte ter terechtzitting, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste volzin Sv;
2. het proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij van 20 maart 2015, pag. 4 t/m 7;
3. de aangifte van Enexis B.V. van 31 maart 2015, pag. 72 t/m 90.
Feit 3 ( [adres 2] te Hengelo, (Overijssel)
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder 3 primair is ten laste gelegd. Naar het oordeel van de rechtbank blijkt noch uit het verhandelde ter terechtzitting noch uit het onderhavig strafdossier dat verdachte zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan het onder 3 primair tenlastegelegde feit. Dat verdachte op enige andere wijze betrokken is geweest bij de hennepkwekerij anders dan het desbetreffende pand ter beschikking te stellen voor het kweken van hennep terwijl hij hiervan op de hoogte was, is niet gebleken. Het dossier bevat hiervoor onvoldoende wettig en overtuigend bewijs.
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het onder 3 subsidiair ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin Sv, zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen [2] , te weten:
1. het proces-verbaal van verhoor van verdachte ter terechtzitting, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste volzin Sv;
2. het proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij van 14 oktober 2016, pag. 1 t/m 9.
Feit 4 ( [adres 2] te Hengelo, (Overijssel)
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder 4 primair is ten laste gelegd. Naar het oordeel van de rechtbank blijkt noch uit het verhandelde ter terechtzitting noch uit het onderhavig strafdossier dat verdachte als pleger dan wel medepleger betrokken is geweest bij de diefstal van elektriciteit. De rechtbank zal verdachte dan ook van het onder 4 primair ten laste gelegde vrijspreken.
Wat betreft het onder 4 subsidiair tenlastegelegde is de rechtbank van oordeel dat verdachte aan de diefstal van elektriciteit gelegenheid heeft geboden door het pand als huurder aan derden ter beschikking te stellen, terwijl hij wist dat hierin door deze derden een hennepkwekerij zou worden opgezet. Het is een feit van algemene bekendheid dat in een hennepkwekerij doorgaans illegaal stroom wordt afgenomen, dan wel is dit inherent aan het ter beschikking stellen van het pand aan derden wetende dat er een hennepkwekerij opgezet gaat worden. Door het pand ter beschikking te stellen aan derden en vervolgens geen controle uit te oefenen, wetende dat er hennep gekweekt gaat worden, heeft verdachte op zijn minst genomen voorwaardelijk opzet gehad op de diefstal van stroom. De rechtbank is dan ook van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte het onder 4 subsidiair ten laste gelegde feit heeft begaan.
Feit 5 ( [adres 3] te Vroomshoop, gemeente Twenterand)
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder 5 primair is ten laste gelegd. Naar het oordeel van de rechtbank blijkt noch uit het verhandelde ter terechtzitting noch uit het onderhavig strafdossier dat verdachte zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan het tenlastegelegde feit. Verdachte heeft de beschuldigingen ontkend en het dossier bevat onvoldoende wettig en overtuigend bewijs.
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het onder feit 5 subsidiair ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin Sv, zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen [3] , te weten:
1. het proces-verbaal van verhoor van verdachte ter terechtzitting, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste volzin Sv;
2. het proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij van 1 december 2015, pag. 3 t/m 7.
Feit 6 ( [adres 3] te Vroomshoop, gemeente Twenterand)
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder 6 primair is ten laste gelegd. Naar het oordeel van de rechtbank blijkt noch uit het verhandelde ter terechtzitting noch uit het onderhavig strafdossier dat verdachte als pleger dan wel medepleger betrokken is geweest bij de diefstal van elektriciteit. De rechtbank zal verdachte dan ook van het onder 6 primair ten laste gelegde vrijspreken.
Wat betreft het onder 6 subsidiair tenlastegelegde is de rechtbank van oordeel dat verdachte aan de diefstal van elektriciteit gelegenheid heeft geboden door het pand als huurder aan derden ter beschikking te stellen, terwijl hij wist dat hierin door deze derden een hennepkwekerij zou worden opgezet. Het is een feit van algemene bekendheid dat in hennepkwekerij doorgaans illegaal stroom wordt afgenomen, dan wel is dit inherent aan het ter beschikking stellen van het pand aan derden om er een hennepkwekerij op te zetten. Door het pand ter beschikking te stellen aan derden en vervolgens geen controle uit te oefenen, wetende dat er hennep gekweekt gaat worden, heeft verdachte op zijn minst genomen voorwaardelijk opzet gehad op de diefstal van stroom. De rechtbank is dan ook van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte het onder 6 subsidiair ten laste gelegde feit heeft begaan.
4.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat:
1. subsidiair
een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) in de periode van 1 december 2014 tot en met 16 februari 2015, te Vroomshoop, in de gemeente Twenterand, in de uitoefening van een beroep of bedrijf, opzettelijk heeft/hebben geteeld in een perceel aan de [adres 1] , een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, te weten 502 hennepplanten, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet
behorende lijst II,
terwijl dit gepleegde feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, welke hoeveelheid meer bedraagt dan de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde hoeveelheid van een middel, te weten 502 hennepplanten, bij het plegen van welk misdrijf verdachte toen daar opzettelijk behulpzaam is geweest door de elektriciteitsinstallatie/-voorziening in dat perceel te repareren;
2. subsidiair
een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) in de periode van 1 december 2014 tot en met 16 februari 2015, te Vroomshoop, in de gemeente Twenterand, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een bedrijfspand/-perceel aan de [adres 1] heeft/hebben weggenomen een hoeveelheid elektriciteit, toebehorende aan Enexis B.V., waarbij die onbekend gebleven perso(o)n(en) die weg te nemen elektriciteit onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van verbreking (door het deksel van de elektriciteitsmeter te verbreken en een elektriciteitsaansluiting aan de bovenzijde te maken), bij het plegen van welk misdrijf verdachte toen daar opzettelijk behulpzaam is geweest door de elektriciteitsinstallatie/-voorziening in dat perceel te repareren;
3. subsidiair
een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) in de periode van 1 maart 2015 tot en met 2 april 2015, in de gemeente Hengelo (Ov.), in de uitoefening van een beroep of bedrijf, opzettelijk heeft/hebben geteeld, in een perceel aan de [adres 2] , een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, te weten 864 hennepplanten, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II,
terwijl dit gepleegde feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, welke hoeveelheid meer bedraagt dan de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde hoeveelheid van een middel, te weten 864 hennepplanten,
bij het plegen van welk misdrijf verdachte toen daar opzettelijk behulpzaam is geweest door dat perceel voor het kweken van die hennepplanten ter beschikking te stellen aan die
onbekend gebleven perso(o)n(en);
4. subsidiair
een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) in de periode van 1 september 2014 tot en met 2 april 2015, in de gemeente Hengelo (Ov.), met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een bedrijfspand aan de [adres 2] heeft/hebben weggenomen een hoeveelheid elektriciteit, toebehorende aan Enexis B.V., waarbij die onbekend gebleven perso(o)n(en) die weg te nemen elektriciteit onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van verbreking (door het deksel van de elektriciteitsmeter te verbreken en een elektriciteitsaansluiting aan de bovenzijde te maken),
bij het plegen van welk misdrijf verdachte toen daar opzettelijk behulpzaam is geweest door dat perceel voor het kweken van hennepplanten ter beschikking te stellen aan die onbekend gebleven perso(o)n(en);
5. subsidiair
een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) in de periode van 1 september 2015 tot en met 1 december 2015, te Vroomshoop, in de gemeente Twenterand, in de uitoefening van een beroep of bedrijf, opzettelijk heeft/hebben geteeld, in een perceel aan de [adres 3] , een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, te weten 522 hennepplanten, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II,
terwijl dit gepleegde feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, welke hoeveelheid meer bedraagt dan de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde hoeveelheid van een middel, te weten 522 hennepplanten, bij het plegen van welk misdrijf verdachte toen daar opzettelijk behulpzaam is geweest door dat perceel voor het kweken van die hennepplanten ter beschikking te stellen aan die onbekend gebleven perso(o)n(en);
6. subsidiair
een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) in de periode van 1 december 2014 tot en met 16 december 2015, te Vroomshoop in de gemeente Twenterand, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een bedrijfspand aan de [adres 3] , heeft/hebben weggenomen een hoeveelheid elektriciteit, toebehorende aan Enexis B.V., waarbij die onbekend gebleven perso(o)n(en) die weg te nemen elektriciteit onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van verbreking (door het deksel van de elektriciteitsmeter te verbreken en een elektriciteitsaansluiting buiten de meter om te maken),
bij het plegen van welk misdrijf verdachte toen daar opzettelijk behulpzaam is geweest door
dat perceel voor het kweken van hennepplanten ter beschikking te stellen aan die onbekend gebleven perso(o)n(en).
De rechtbank constateert dat in de tenlastelegging onder feit 6 subsidiair de locatie
[adres 1]wordt genoemd en dat de tenlastelegging betrekking heeft op de periode van 1 augustus 2013 tot en met 16 februari 2015. Het ten laste gelegde onder 5 primair en subsidiair en 6 primair vermelden de locatie [adres 3] te Vroomshoop en een periode die eindigt op 1 december 2015, zijnde de datum waarop de politie een onderzoek aan de Aziëlaan instelde. De rechtbank zal dit aanmerken als een kennelijke verschrijving, nu het, gelet op het dossier en het verhandelde ter zitting, voor alle betrokken partijen duidelijk moet zijn dat het onder 6 subsidiair tenlastegelegde de
[adres 3]betreft en de steller van de tenlastelegging kennelijk de tenlastelegging onder 2 subsidiair heeft gekopieerd zonder daarin de op de [adres 3] betrekking hebbende wijzigingen aan te brengen. Naar het oordeel van de rechtbank wordt verdachte hierdoor niet in zijn belangen geschaad, en evenmin is door de verdediging ter zake verweer gevoerd. Tevens betrekt de rechtbank hierbij dat de pleegplaats, te weten Vroomshoop, gemeente Twenterand, correct is vermeld in het eerste gedeelte van het onder 6 subsidiair tenlastegelegde.
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in artikel 11 van de Opiumwet juncto artikel 48 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1 subsidiair, 3 subsidiair, 5 subsidiair
telkens het misdrijf: medeplichtigheid aan het opzettelijk in de uitoefening van een beroep of bedrijf handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, strafbaar gesteld bij artikel 11 lid 3 van de Opiumwet;
feit 2 subsidiair, 4 subsidiair, 6 subsidiair
telkens het misdrijf: medeplichtigheid aan diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van verbreking.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 240 uren subsidiair 120 dagen vervangende hechtenis. Daarnaast heeft de officier van justitie een voorwaardelijke gevangenisstraf gevorderd voor de duur van drie maanden met een proeftijd van twee jaren met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden van een meldplicht en een ambulante behandelverplichting.
7.2
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Verdachte is behulpzaam geweest bij het telen van een groot aantal hennepplanten in drie panden op drie verschillende locaties. Verdachte heeft keer op keer het wilsbesluit genomen om zich met hennep in te laten, terwijl hij eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld. Van hennep is algemeen bekend dat het de gezondheid van de gebruikers kan schaden en dat het verslavend kan werken. Door zijn handelen heeft verdachte bijgedragen aan het criminele circuit waarin deze softdrug in illegale kwekerijen wordt geproduceerd en waarin buiten de reguliere en legale economie om, winst wordt gemaakt met de handel en export. Daarbij komt dat de teelt van hennep en de handel in hennep vaak gepaard gaat met andere vormen van criminaliteit, zoals geweldsdelicten en overtreding van de Wet wapens en munitie. Dat brengt allerlei veiligheidsrisico’s voor de samenleving met zich mee. Verdachte heeft zich daar geen enkele rekenschap van gegeven. De rechtbank rekent dit verdachte aan. Daarnaast is verdachte behulpzaam geweest bij diefstal van elektriciteit.
De rechtbank weegt bij de straftoemeting ten nadele van verdachte mee zijn justitiële documentatie van 12 mei 2017 waaruit blijkt dat hij eerder voor Opiumwetdelicten is veroordeeld.
Op basis van de bewezenverklaarde feiten en de documentatie van verdachte zou het opleggen van een gevangenisstraf voor de onderhavige strafbare feiten in de rede liggen, echter gelet op het tijdsverloop zal de rechtbank volstaan met het opleggen van de maximale werkstraf en de maximale voorwaardelijke gevangenisstraf.
Dit betekent dat de rechtbank aan verdachte zal opleggen een werkstraf voor de duur van 240 uren subsidiair 120 dagen vervangende hechtenis en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden met een proeftijd van twee jaren met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden van een meldplicht en een ambulante behandelverplichting.

8.De schade van benadeelden

8.1
De vordering van de benadeelde partij
Feit 2 subsidiair ( [adres 1] te Vroomshoop, gemeente Twenterand)
Enexis B.V., gevestigd te ’s-Hertogenbosch, heeft zich voorafgaand aan het onderzoek op de zitting, op de wettelijk voorgeschreven wijze als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert veroordeling van de verdachte tot betaling van in totaal
€ 4.266,16, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd, alsmede oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Dit betreft materiële schade.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de vordering van de benadeelde partij in het geheel wordt toegewezen.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw is van mening dat de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, dan wel dat de vordering afgewezen dient te worden, nu verdachte, gelet op zijn geringe aandeel, niet aansprakelijk is voor de gehele schade die de benadeelde partij heeft geleden.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat het aandeel van verdachte in de diefstal van stroom in het pand aan de [adres 1] te Vroomshoop dermate gering is geweest, verdachte heeft immers éénmaal een reparatie aan de elektriciteitsinstallatie verricht, dat niet is komen vast te staan dat verdachte door het bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De benadeelde partij zal derhalve niet-ontvankelijk worden verklaard.
Feit 4 subsidiair ( [adres 2] te Hengelo, Overijssel)
Enexis B.V., gevestigd te ’s-Hertogenbosch, heeft zich voorafgaand aan het onderzoek op de zitting, op de wettelijk voorgeschreven wijze als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert veroordeling van de verdachte tot betaling van in totaal
€ 4.361,56 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd, alsmede oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Dit betreft materiële schade.
8.5
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de vordering van de benadeelde partij in het geheel wordt toegewezen.
8.6
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw is van mening dat de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, dan wel dat de vordering afgewezen dient te worden, nu verdachte voor dit feit vrijgesproken dient te worden.
8.7
Het oordeel van de rechtbank
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadepost is voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van
€ 4.361,56, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd.
Feit 6 subsidiair ( [adres 3] te Vroomshoop, gemeente Twenterand)
Enexis B.V., gevestigd te ’s-Hertogenbosch, heeft zich voorafgaand aan het onderzoek op de zitting, op de wettelijk voorgeschreven wijze als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert veroordeling van de verdachte tot betaling van in totaal
€ 8.974,03, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd, alsmede oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Dit betreft materiële schade.
8.8
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de vordering van de benadeelde partij in het geheel wordt toegewezen.
8.9
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw is van mening dat de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, dan wel dat de vordering afgewezen dient te worden, nu verdachte voor dit feit vrijgesproken dient te worden.
8.1
Het oordeel van de rechtbank
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezenverklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadepost is voldoende onderbouwd en aannemelijk, voor zover het gaat om de aangetroffen teelt en één voorafgaande oogst. Dat in het pand aan de [adres 3] in Vroomshoop sprake zou zijn geweest van vier voorafgaande oogsten is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende onderbouwd. Conform de berekening van de benadeelde partij zal de rechtbank de schadepost ‘verbruik elektriciteit’ vaststellen op een bedrag van € 1.616,91 in plaats van op € 5.835,82. De totale vordering van de benadeelde partij bedraagt in dat geval € 4.755,10, zodat de rechtbank het gevorderde daarom tot die hoogte zal toewijzen, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd.
8.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij heeft verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen bij de ten laste gelegde feiten 2, 4 en 6.
De rechtbank ziet in dit geval geen reden de schadevergoedingsmaatregel als bedoeld in artikel 36f Sr op te leggen, nu de benadeelde partij een bedrijf is dat voldoende in staat moet worden geacht om de vordering zelf te incasseren.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 22b, 22c, 27, 57 en 91 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair, 4 primair, 5 primair en 6 primair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 subsidiair, 2 subsidiair, 3 subsidiair, 4 subsidiair, 5 subsidiair en 6 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1 subsidiair, feit 3 subsidiair, feit 5 subsidiair:
telkens het misdrijf: medeplichtigheid aan het opzettelijk in de uitoefening van een beroep of bedrijf handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, strafbaar gesteld bij artikel 11 lid 3 van de Opiumwet;
feit 2 subsidiair, feit 4 subsidiair, feit 6 subsidiair:
telkens het misdrijf: medeplichtigheid aan diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van verbreking;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 subsidiair, 2 subsidiair, 3 subsidiair, 4 subsidiair, 5 subsidiair en 6 subsidiair bewezenverklaarde;
Straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden;
- bepaalt dat deze gevangenisstraf
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
- de rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende (bijzondere) voorwaarde(n) niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardendat verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich gedurende de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland, op de door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zo lang deze instelling dat nodig acht;
- zich ambulant laat behandelen bij Transfore of een soortgelijke instelling, ter beoordeling van de reclassering, indien en zo lang als de reclassering dit noodzakelijk acht. Verdachte zal zich dan houden aan de regels die door of namens de leiding van de polikliniek zullen worden gegeven;
- draagt deze reclasseringsinstelling op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren;
- beveelt, voor het geval dat verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
120 dagen;
- beveelt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de taakstraf in mindering wordt gebracht, waarbij als maatstaf geldt dat voor de eerste 60 in verzekering of voorlopige hechtenis doorgebrachte dagen, twee uren en voor de resterende dagen één uur per dag aftrek plaatsvindt;
schadevergoeding
- bepaalt dat de benadeelde partij Enexis B.V. ten aanzien van
feit 2 subsidiairvoor een bedrag van € 4.266,16 niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat bedrag slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt verdachte ten aanzien van
feit 4 subsidiairtot betaling aan de benadeelde partij Enexis B.V. van een bedrag van
€ 4.361,56,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 2 april 2015, voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- veroordeelt verdachte ten aanzien van
feit 6 subsidiairtot betaling aan de benadeelde partij Enexis B.V. van een bedrag van
€ 4.755,10,te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 december 2015, voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;;
- bepaalt dat de benadeelde partij ten aanzien van feit 6 subsidiair voor het overige niet-ontvankelijk is in de vordering en dat de benadeelde partij de vordering voor dat gedeelte slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.J.M. Bos, voorzitter, mr. C.C.S. Koppes, en mr. A. Skerka, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A. Akfidan-Turan, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 4 juli 2017.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Feit 1 subsidiair ( [adres 1] te Vroomshoop, gemeente Twenterand)
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit bladzijden uit het dossier van de regiopolitie regiopolitie Twente, Eenheid Oost, District Twente- Noord, met nummer PL06002015081607. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 20 juni 2017, zakelijk weergegeven:
Iemand kwam mij ophalen om de reparatie uit te voeren. De stroomgroep was uitgevallen. Ik kon 25 euro ermee verdienen. Toen kwam ik erachter dat het een hennepkwekerij was. Ik heb in het pand aan de [adres 1] te Vroomshoop een reparatie aan de schakelkast uitgevoerd.
2. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte] van 17 februari 2015, pag. 59 en 60:
Ik ken [verdachte] van de andere persoon. [verdachte] weet niet hoe ik heet. Ik heb hem 2 keer ontmoet. Dat was een kleine week daarvoor. Ik was toen met die man waarvan ik de naam niet noem bij [verdachte] . Die heeft mij voorgesteld aan [verdachte] . Ik ben met die man naar het adres van [verdachte] gegaan. Deze man is eerst bij [verdachte] naar binnen gegaan en toen ze beiden naar buiten kwamen ben ik erbij gaan staan. Die persoon heeft ook aangegeven dat als er iets is je hij [verdachte] kon zijn. Ik weet niet of [verdachte] van te voren wist van de hennepkwekerij. Toen ik [verdachte] heb meegenomen en toen we in de auto zaten kwam [verdachte] erachter dat we naar een hennepkwekerij gingen. Op vrijdag of zaterdag is de persoon van wie ik de naam niet wil noemen was ik in de kweekruimte. Ik zag dat de loodlampen uit waren. Die man waarvan ik de naam niet noem is toen bij mij geweest. Ik heb toen gezegd dat alle lampen uit waren. Ik moest contact opnemen met [verdachte] . Ik ben daarom maandag zonder afspraak naar [verdachte] toegegaan. Hij kende de afspraak dat als er iets met het stroom was wij hem konden benaderen. We hebben afgesproken dat wij in de avond langs kon komen, omdat hij kinderen had. Toen ik bij [verdachte] was heb ik uitgelegd dat er een stroomstoring was en of hij dat kon maken. Hij heeft eerst pizza gegeten en toen zijn we naar de kwekerij gegaan.
3. Het proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij van 20 maart 2015, pag. 4 t/m 7:
De politie kreeg een melding van het regionaal meldcentrum van de politie, om te gaan naar de [adres 1] te Vroomshoop. Aldaar had getuige [getuige] verdachte omstandigheden gezien bij het bedijfsverzamelgebouw.
In voornoemd perceel werd op maandag 16 februari 2015, omstreeks 21:00 uur, binnengetreden.
Het bleek dat in genoemd pand een in werkingzijnde hennepkwekerij met planten aanwezig was. Het pand betreft een een bedrijfspand, namelijk: Bedrijfsverzamelgebouw.
Kweekruimte 1
Na het binnentreden zag ik het volgende: Begaande grond.
Er waren twee bakken gemaakt. Een bak had een afmeting van 5.60 meter bij 2 meter, de andere bak had een afmeting van 4.60 meter bij 2 meter. De plantenbakken waren gevuld met teelaarde. In totaal stonden er 247 hennepplanten. De gemiddelde hoogte van de planten was ongeveer 80 cm. Per m2 stonden er 12 planten. In totaal hingen er in de kweekruimte 18 assimilatielampen. Alle hennepplanten werden door middel van een irrigatiesysteem van een vloeistof voorzien. In de kweekruimte bevonden zich 2 koolstoffilters.
De luchtverversing en luchtafvoer werd geregeld door een aan- en afzuiginstallatie.
Kweekruimte 2
Na het binnentreden zag ik het volgende: Eerste verdieping.
In totaal stonden er 255 hennepplanten. De gemiddelde hoogte van de planten was
ongeveer 80 cm. Per m2 stonden er 12 planten. Er waren twee bakken gemaakt. Een bak had een afmeting van 5.60 meter bij 2 meter, de andere bak had een afmeting van 4.60 meter bij 2 meter. De plantenbakken waren gevuld met teelaarde. In totaal hingen er in de kweekruimte 16 assimilatielampen. Alle hennepplanten werden door middel van een irrigatiesysteem van een vloeistof voorzien. In de kweekruimte bevonden zich 2 koolstoffilters. De luchtverversing en luchtafvoer werd geregeld door een aan- en afzuiginstallatie.
Ik, verbalisant, constateerde, gezien de waargenomen uiterlijke kenmerken, kleur en
vorm, en daarnaast de herkenbare geur, dat de aangetroffen planten hennepplanten
betroffen. De bovenstaande hennep is vermeld op lijst II behorende bij de Opiumwet en verboden in artikel 3 en strafbaar gesteld in artikel 11 van de Opiumwet.
Feit 4 subsidiair ( [adres 2] te Hengelo, Overijssel)
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit bladzijden uit het dossier van de regiopolitie regiopolitie Twente, Eenheid Oost, District Twente-Midden, met nummer PL06002015125739. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 20 juni 2017, zakelijk weergegeven:
Ik heb het huurcontract op naam gehad. Iemand anders heeft daar in het pand hennep gekweekt. Ik wist dat het om een hennepkwekerij ging. Ik heb zelf aangeboden om als katvanger te fungeren. Ik heb wat kleine handelingen verricht in de hennepkwekerij, aan deuren enzo. Ik heb toegang verschaft tot het pand aan de mensen die daar hennep zijn gaan kweken. Ik had financiële problemen.
2. Het proces-verbaal van aangifte van [naam 1] , namens Enexis B.V. van 26 mei 2015, pag. 13 t/m 32:
Ik ben namens de benadeelde gerechtigd tot het doen van aangifte.
Het totaal bedrag weggenomen elektriciteit bedraagt 2.901,15 euro. De totale schade voor Enexis is echter veel hoger, namelijk 3.533,24 euro. (inclusief weggenomen elektriciteit). Hierbij werd het goed, zoals genoemd op de bijlage goederen, weggenomen. Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit.
Enexis B.V. transporteert en distribueert energie naar particulieren en bedrijven, waaronder naar de contractant van bovengenoemd perceel.
Enexis B.V. heeft met een persoon/bedrijf genaamd [stichting 1] , [verdachte] , een overeenkomst betreffende aansluiting en transport van elektriciteit naar bovengenoemd perceel. Op verzoek van politiekorps Eenheid Oost-Nederland is op 2 april 2015 door fraude-inspecteur [naam 2] van
Enexis B.V., een onderzoek ingesteld naar de meetinrichting in bovengenoemd perceel.
Bij dit onderzoek is het volgende geconstateerd:
De fraude-inspecteur constateerde op 2 april 2015 verboden handelingen aan de elektriciteitsinstallatie en trof het volgende aan:
Deksel van aansluitkast open geweest.
Illegale aansluiting op bovenzijde zekeringhouders.
Gevaar: elektrocutie, brand in de eigen installatie/woning en de directe omgeving.
Gevaarzetting: De eerder genoemde fraude-inspecteur zag dat er sprake was van een handelwijze waarbij niet is voldaan aan de norm NEN 1010. Deze norm beschrijft de minimale voorschriften waaraan een elektrische installatie moet voldoen om de
veiligheid te kunnen waarborgen. Het gevolg van de handelwijze is dat er levensgevaar en gevaar voor goederen te duchten is geweest. Dit werd mede geconstateerd door de politieambtenaar.
Door de manipulatie werd afgenomen elektriciteit ten behoeve van de hennepplantage niet correct via de elektriciteitsmeter geregistreerd. De fraude-inspecteur heeft de elektriciteitsmeter met nummer 15077532 verwijderd en
de toevoer onderbroken. Door de politieambtenaar is in samenwerking met de fraude-inspecteur een registratie gemaakt van de in de hennepplantage aangetroffen apparatuur en het door de fraude-inspecteur geconstateerde vermogen hiervan.
Uit het door Enexis B.V. ingestelde onderzoek is gebleken dat er in de bedrijfshal een hennepplantage was ingericht in bovengenoemd perceel. Er is vermoedelijk sprake van tenminste 1 eerdere oogst(en). De aangetroffen teelt was tenminste 35 dagen oud.
Naar aanleiding van deze inventarisatie en het door Enexis B.V. ingestelde onderzoek is door mij een berekening gemaakt waaruit blijkt dat er minimaal 47.327 kWh illegaal is afgenomen (weggenomen) ten behoeve van de hennepplantage en eventueel huishoudelijk verbruik. Buiten de illegaal afgenomen elektriciteit heeft Enexis B.V. kosten gemaakt ten behoeve van onderzoek, herstel en administratie. Deze kosten zijn het gevolg van verwijtbare handelingen, waardoor het registreren van het verbruik is verhinderd.
Het totaalbedrag dat de contractant hierdoor aan Enexis B.V. verschuldigd is, bedraagt € 3.533,24 vrij van BTW. Niemand had het recht of de toestemming van Enexis B.V. om het zegel te verbreken of wijziging in de bedrading aan te
brengen. Niemand is gerechtigd de elektra, zijnde eigendom van Enexis B.V. op deze wijze weg te nemen en zich toe te eigenen.
3. Het proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij van 14 oktober 2016, pag. 1 t/m 9 :
Op 19 februari 2015 kreeg de politie informatie via een informant dat in het bedrijfspand aan de [adres 2] in Hengelo een in werking zijnde hennepkwekerij zou zijn. Op 25 maart 2015 is een onderzoek ingesteld bij het pand.
In voornoemd perceel werd op donderdag 2 april 2015 binnengetreden.
Het bleek dat op genoemd adres een hennepkwekerij met planten aanwezig was.
Het pand betreft een een bedrijfspand, namelijk: Het betreft een bedrijfspand welke
deel uitmaakt van een bedrijfsverzamelgebouw met daarin een drietal separate
bedrijven. Hierbij was nummer [nummer] de middelste bedrijfs-unit. Het bedrijfspand
bestond uit twee (2) verdiepingen te weten de begane grond en de eerste verdieping.
Nadat het pand was betreden bleek dat de ruimte achter de balie in gebruik was als
voedings- en elektraruimte ten behoeve van een hennepkwekerij, dat de bovenverdieping
in gebruik was voor de afvoer van vervuilde lucht en toevoer schone lucht, en dat de
bedrijfshal voor een groot gedeelte was ingericht als een in werking zijnde
hennepkwekerij. (…) In totaal zijn 864 hennepplanten aangetroffen. In totaal hingen er in de kweekruimte 45 assimilatielampen. Alle hennepplanten werden door middel van een irrigatiesysteem van een vloeistof voorzien. In de kweekruimte bevonden zich 4 koolstoffilters. De luchtverversing en luchtafvoer werd geregeld door een aan- en afzuiginstallatie. Er stonden 864 hennepplanten in steenwolkubussen ingedeeld in rijen van vier.
Feit 6 subsidiair ( [adres 3] te Vroomshoop, gemeente Twenterand)
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit bladzijden uit het dossier van de regiopolitie regiopolitie Twente, Eenheid Oost, District Twente-Noord, met nummer PL06002015503607. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 20 juni 2017, zakelijk weergegeven:
Ik heb het huurcontract op naam gehad en toegang verschaft aan de mensen die in het pand een hennepkwekerij zijn gaan opstarten. Ik had financiële problemen. Ik probeerde geld te verdienen met zoiets omdat mijn uitkering is stopgezet. Ik was niet kritisch met wat ik deed omdat ik onder druk stond.
2. Het proces-verbaal van aangifte van van [naam 1] namens Enexis B.V. van 31 maart 2016, pag. 61 t/m 78:
Ik ben namens de benadeelde gerechtigd tot het doen van aangifte.
Aan niemand werd het recht of de toestemming gegeven tot het plegen van het feit.
Enexis B.V. transporteert en distribueert energie naar particulieren en bedrijven, waaronder naar de contractant van bovengenoemd perceel.
Enexis B.V. heeft met de [stichting 2] / [verdachte] een overeenkomst betreffende aansluiting en transport van elektriciteit naar bovengenoemd perceel.
Op verzoek van politiekorps Eenheid Oost-Nederland is op 1 december 2015 door fraude-inspecteur [naam 3] berts van Enexis B.V., een onderzoek ingesteld naar de meetinrichting in bovengenoemd perceel.
Bij dit onderzoek is het volgende geconstateerd:
De fraude-inspecteur constateerde op 1 december 2015 verboden handelingen aan de elektriciteitsinstallatie en trof het volgende aan:
Het deksel, van de aansluitkast, is ongeoorloofd open geweest. Hiervoor heeft Enexis geen toestemming verleend. Het door onbevoegden uitvoeren van werkzaamheden in de aansluitkast levert gevaar op voor kortsluiting. Illegale aansluiting op onderzijde zekeringhouders.
Gevaar: brand in de eigen installatie/woning en de directe omgeving Deze wijze van illegale aftakking leidt ertoe dat de aangesloten installatie niet beveiligd is met de toegestane hoofdbeveiliging (normaal woonhuis 25-40 Amp.), maar met de beveiliging van de aansluitkabel, die verderop in de straat is aangebracht (100 Amp. of meer). Extra gevaar ook voor de hulpdiensten: zwaar persoonlijk letsel Zelfs bij verwijdering van de hoofdzekering of het (door de brandweer) middels uitschakelen van de hoofdzekering buiten gebruik willen stellen van de aansluiting, zal de aangesloten installatie zonder het te weten onder spanning blijven staan. Bij (blus)werkzaamheden verderop in de woning kan dit leiden tot het toch nog onder spanning/stroom komen te staan van de aanwezige persoon (meestal brandweerman/politie/opruimploeg), wat een levensgevaarlijke situatie oplevert. Manipulatie of verzwaring van de hoofdbeveiliging in de aansluitkast van Enexis Gevaar: brand. De smeltveiligheid is niet meer in overeenstemming met de installatie. Bij overbelasting (meer energieafname dan waar de installatie tegen kan) en kortsluiting gaat de installatie niet (veilig) uit bedrijf en kan dit leiden tot oververhitting van de kabels in de installatie. Hierdoor kunnen kabels smelten, waardoor de kans op het ontstaan van brand groot is.
Vermogensfraude:
De eerdergenoemde fraude-inspecteur zag dat de hoofdbeveiliging ten behoeve van de elektrische installatie verzwaard was. Contractueel hoort er 3 x 25A in te zitten. Hij zag dat er nu een illegale aftakking zat voor de hoofdzekeringen. Daardoor was de gehele installatie onbeperkt gezekerd. Door voorstaande werd schade en hinder veroorzaakt aan Enexis B.V. omdat de juiste tarievenregeling niet kon worden toegepast. Voorts was het gelijktijdige af te nemen vermogen van de getransporteerde elektriciteit niet meer in overeenstemming met de installatie.
Gevaarzetting:
De eerder genoemde fraude-inspecteur zag dat er sprake was van een handelwijze waarbij niet is voldaan aan de norm NEN 1010. Deze norm beschrijft de minimale voorschriften waaraan een elektrische installatie moet voldoen om de veiligheid te kunnen waarborgen. Het gevolg van de handelwijze is dat er levensgevaar en gevaar voor goederen te duchten is geweest. Dit werd mede geconstateerd door de politieambtenaar. In de bijlage "toelichting
gevaarzetting" is dit nader beschreven. Door de manipulatie werd afgenomen elektriciteit ten behoeve van de hennepplantage niet correct via de elektriciteitsmeter geregistreerd. De fraude-inspecteur heeft de elektriciteitsmeter met nummer 38827810 verwijderd en de toevoer onderbroken. Door de politieambtenaar is in samenwerking met de fraude-inspecteur een registratie gemaakt van de in de hennepplantage aangetroffen apparatuur en het door de fraude-inspecteur geconstateerde vermogen hiervan. De hiervoor genoemde fraudespecialist en de eerder genoemde politieambtenaar hebben aan de hand van indicatoren vastgesteld dat er sprake is geweest van eerdere kweken. Uit het door Enexis B.V. ingestelde onderzoek is gebleken dat er een hennepplantage was ingericht in bovengenoemd perceel. Er is vermoedelijk sprake van tenminste 4 eerderekweken. De aangetroffen teelt was tenminste 7 dagen oud. Naar aanleiding van deze inventarisatie en het door Enexis B.V. ingestelde onderzoek is door mij een berekening gemaakt waaruit blijkt dat er minimaal 99.418 kWh illegaal is afgenomen (weggenomen) ten behoeve van de hennepplantage en eventueel huishoudelijk verbruik (zie bijlage "Berekening energieverbruik"). Buiten de illegaal afgenomen elektriciteit heeft Enexis B.V. kosten gemaakt ten behoeve van onderzoek, herstel en administratie. Deze kosten zijn het gevolg van verwijtbare handelingen, waardoor het registreren van het verbruik is verhinderd.
Het totaalbedrag dat de contractant hierdoor aan Enexis B.V. verschuldigd is, bedraagt € 7.713,36 vrij van BTW. In de bijgevoegde factuur is het bedrag gespecificeerd.
Niemand had het recht of de toestemming van Enexis B.V. om het zegel te verbreken of wijziging in de bedrading aan te brengen. Niemand is gerechtigd de elektra, zijnde eigendom van Enexis B.V. op deze wijze weg te nemen en zich toe te eigenen.
3. Het proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij van 1 december 2015, pag. 3 t/m 7, (illegaal aftappen van de meterkast en diefstal van stroom):
Op dinsdag 1 december 2015 omstreeks 09:37 uur stelden verbalisanten naar aanleiding van een onderzoek in op het adres de [adres 3] Vroomshoop, binnen de gemeente
Twenterand, vanwege een verdenking van overtreding van de Opiumwet.
Het bleek dat op genoemd adres een hennepkwekerij met planten aanwezig was.
In de ruimte waren een drietal kweekbedden ingericht. In kweekbed 1 stonden in totaal 148 hennepplanten. In kweekbed 2 stonden in totaal 238 hennepplanten. In kweekbed 3 stonden in totaal 136 hennepplanten. In totaal stonden er 522 hennepplanten. In de kweekruimte stonden 3 staande ventilatoren met een vermogen van 75 watt. Voorts stond er een kachel met een vermogen van 3300 watt. Wij zagen dat bij binnenkomst links een viertal watervaten aangebracht waren. Wij zagen dat diverse waterslangen liepen richting kweekbedden. Wij zagen dat er in de kweekbedden een irrigatiesysteem aangebracht was. In de watervaten lagen per watervat twee dompelpompen met een vermogen van respectievelijk 80 watt en 400 watt. In de hennepkwekerij werd de luchtafzuiging middels een slakkenhuis met een vermogen van 750 watt en luchtafvoerslangen geregeld. De vervuilde lucht werd afgevoerd door gaten in de plafondplaten. Enigszins schone lucht werd aangevoerd middels een
slakkenhuis met een vermogen van 147 watt.
In de hennepkwekerij hingen in totaal 40 assimllatielampen met daarbij aangesloten
transformatoren. Het vermogen hiervan betrof 600 watt.
Er was een tijdschakeling aangebracht op een schakelbord. Deze tijdschakeling was
ingesteld op een 18-uurscyclus, hetgeen duidt op de groeifase van hennep.
Na het aantreffen werd nader gekeken naar de kweektoebehoren welke op de begane grond
aangetroffen werden.
Wij zagen dat aldaar meerdere vuilniszakken met hennepplantenresten, waaronder de
resten van bloemtoppen, lagen. In enkele van deze vuilniszakken was er reeds sprake
van schimmelvorming op de hennepplantenresten.
Voorts troffen wij meerdere lege flacons plantenvoeding aan. Voorts troffen wij meerdere gebruikte stekblokjes en stekbakken aan. In de kweekruimte bevonden zich 2 koolstoffilters.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland, district Twente, basisteam Twente-Noord met nummer PL0600-2015081607-1 van 6 december 2016. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland, district Twente, basisteam Twente-Midden met nummer PL0600-2015125739 van 8 november 2016. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
3.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland, district Twente, basisteam Twente-Noord met nummer PL0600-2015503607 van 6 december 2016. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.