Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- het vonnis in incident ex artikel 843a Rv van 16 maart 2016
- de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie
- de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie
- de conclusie van dupliek in reconventie.
2.De feiten
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
verkoper) en anderzijds GD als koper. Bovendien is in artikel 13 van de overeenkomst bepaald dat de stier in eigendom blijft van [X] , zodat de doses sperma daarmee – zo is onbetwist gebleven – eigendom zijn van [X] . Daarbij komt dat GD [X] in diverse correspondentie aanmerkt als mede contractspartner, zowel tijdens de onderhandelingen (bijvoorbeeld in e‑mailberichten gericht aan zowel [X] als De Toekomst van 21 mei 2012 en 3 juni 2012) als in de fase van uitvoering van de overeenkomst (bijvoorbeeld in de brief van GD van 14 januari 2014 ter zake de ontbinding, verstuurd aan [X] en De Toekomst).
“Aangezien [C]van De Toekomst, toevoeging rechtbank]
nog geen tijd had gevonden om het concept te beoordelen, en ik niet deskundig ben op veterinair gebied, heb ik met hem afgesproken dat hij tijdens jullie overleg a.s. donderdag ook de veterinaire aspecten zoals genoemd in punt 18 van het concept met jou[ [B] , toevoeging rechtbank]
zal bespreken.”Anders dan GD kennelijk bepleit, gaat de rechtbank er van uit dat [A] met ‘punt 18’ reageert op artikel 18 van de uiteindelijke overeenkomst en niet op artikel 18 van de “draft 2e overeenkomst”. Artikel 18 van de “draft 2e overeenkomst” ziet namelijk niet op veterinaire aspecten, maar op het logo van De Toekomst. Als onvoldoende betwist staat vast dat artikel 18 tijdens de in het e-mailbericht genoemde vergadering niet is besproken en evenmin op een later moment. Het standpunt van GD dat partijen met de bepaling hebben bedoeld dat Danillo
op termijnnegatief zou moeten testen op antistoffen tegen het Schmallenbergvirus, wordt niet gestaafd met enige correspondentie of (concrete) afspraken tussen partijen hierover. Aangezien het partijen ten tijde van het aangaan van de overeenkomst bekend was dat Danillo niet vrij was van antistoffen tegen het Schmallenbergvirus en voor het overige niet expliciet is gesproken over de bepaling in artikel 18 dat de stier naast het periodiek testen op het virus ook “vrij” moet zijn van antistoffen voor het virus, concludeert de rechtbank dat de bepaling enkel ziet op het periodiek testen van Danillo en dat partijen niet hebben bedoeld dat Danillo ten aanzien van het Schmallenbergvirus “vrij” zou zijn van antistoffen. Overigens maakt de verplichting om periodiek te testen – zo is onbetwist gebleven – deel uit van het verplichte veterinaire testprotocol voor KI-stieren en ondersteunt dit de hiervoor gegeven uitleg. Al met al is van schending van artikel 18 geen sprake, met name niet nu noch gesteld of gebleken is dat [X] en De Toekomst niet aan de afgesproken testverplichtingen voor het Schmallenbergvirus zouden hebben voldaan.
alleovereenkomsten tussen [X] en/of De Toekomst en derde partijen met betrekking tot de levering van sperma van Danillo over te leggen, waaronder - maar niet beperkt tot - A.I. Total. Tevens dienen zij de facturen die aan die derde partijen (waaronder A.I. Total) zijn verzonden over te leggen en daarbij het aantal doses en de prijs te specificeren. Aan de hand van die informatie moet zij bij akte een berekening met een deugdelijke toelichting in het geding brengen van het bedrag dat in mindering kan worden gebracht op de schadevergoeding. Vervolgens zal GD in de gelegenheid worden gesteld daarop te reageren.
5.De beslissing
31 mei 2017voor het nemen van een akte door [X] en De Toekomst over hetgeen is vermeld onder 4.24 en 4.27, waarna de wederpartij op de rol van vier weken daarna een antwoordakte kan nemen,
mr. S.J.S. Groeneveld - Koekkoek en in het openbaar uitgesproken op 3 mei 2017. [1]