ECLI:NL:RBOVE:2017:2536

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
21 juni 2017
Publicatiedatum
21 juni 2017
Zaaknummer
C/08/201492 / KG ZA 17-148
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wederzijds contactverbod en verbod op verspreiding van naaktfoto's na echtscheiding

In deze zaak, die op 21 juni 2017 door de Rechtbank Overijssel is behandeld, hebben partijen, [de man] en [de vrouw], een kort geding aangespannen met wederzijdse vorderingen. De partijen zijn tot 29 april 2014 met elkaar gehuwd geweest en hebben na de echtscheiding diverse incidenten gehad, waarbij beide partijen aangifte tegen elkaar hebben gedaan. [de man] vordert een contactverbod voor [de vrouw], terwijl [de vrouw] een contactverbod voor [de man] vordert, alsook een verbod op het verspreiden van naaktfoto's van haar.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de relatie tussen partijen ernstig verstoord is en dat er een noodzaak is voor contactverboden om de persoonlijke levenssfeer van beide partijen te beschermen. De rechter heeft geoordeeld dat beide partijen geen inhoudelijke bezwaren hebben tegen de opgelegde contactverboden. De vorderingen van beide partijen zijn toegewezen, waarbij [de vrouw] gedurende een jaar na betekening van het vonnis niet in contact mag treden met [de man], en vice versa. Tevens is [de man] verplicht om alle naaktfoto's van [de vrouw] te vernietigen.

De rechter heeft ook dwangsommen opgelegd voor het geval dat een van de partijen zich niet aan de opgelegde verboden houdt. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, met uitzondering van de proceskostencompensatie.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
zaaknummer / rolnummer: C/08/201492 / KG ZA 17-148
Vonnis in kort geding van 21 juni 2017
in de zaak van
[de man],
wonende te [plaats] ,
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
advocaat mr. T.P. Schut te Amsterdam,
tegen
[de vrouw], procederende met een toevoeging met nummer 4ML3684,
wonende te [plaats] ,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. E. Uijt de Boogaardt te Lelystad.
Partijen zullen hierna [de man] en [de vrouw] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met 4 producties
  • de brief van [de vrouw] van 2 juni 2017 met 7 producties en een eis in reconventie
  • de e-mail van [de man] van 6 juni 2017 met productie 5
  • het faxbericht van [de man] van 6 juni 2017 met productie 6
  • de mondelinge behandeling op 7 juni 2017
  • de pleitnota van [de man]
  • de pleitnota van [de vrouw] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Partijen zijn tot 29 april 2014 met elkaar gehuwd geweest.
2.2.
Na de echtscheiding hebben zich diverse incidenten tussen partijen voorgedaan. In verband daarmee heeft [de man] op 14 december 2014 aangifte tegen [de vrouw] gedaan van vernieling en heeft [de vrouw] op 12 januari 2015 en op 11 maart 2016 aangifte tegen [de man] gedaan van respectievelijk (psychische) mishandeling/vernielingen en smaad/laster.

3.Het geschil in conventie

3.1.
[de man] vordert dat de voorzieningenrechter bij vonnis, voor het geheel uitvoerbaar bij voorraad, [de vrouw] zal verbieden mails, berichten en foto’s te versturen naar [de man] , dan wel op welke wijze dan ook aan [de man] te doen toekomen, op straffe van een dwangsom van
€ 500,00 per overtreding, dan wel op straffe van een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen dwangsom, met veroordeling van [de vrouw] in de kosten van de procedure.
3.2.
[de man] legt aan de vordering ten grondslag dat [de vrouw] hem lastig valt door de ongevraagde stroom aan e-mailberichten en WhatsApp-berichten die [de man] sinds eind 2015 van [de vrouw] ontvangt met naaktfoto’s van [de vrouw] en haar partner en waarin sprake is van scheldpartijen en discriminerende opmerkingen aan het adres van de huidige partner van [de man] .
3.3.
[de vrouw] voert gemotiveerd verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.Het geschil in reconventie

4.1.
[de vrouw] vordert – na eisvermeerdering – dat de voorzieningenrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
(I) [de man] zal verbieden om gedurende twee jaar op welke wijze dan ook in contact te treden met [de vrouw] , derhalve noch schriftelijk, noch telefonisch, noch per e-mail, noch per SMS, noch via Facebook, noch via WhatsApp, noch via enig ander sociaal media platform, noch op enigerlei andere wijze van elektronisch dataverkeer, noch via derden, noch op een andere wijze;
(II) [de man] zal veroordelen om alle naaktfoto’s van [de vrouw] die in zijn bezit zijn binnen twee dagen na betekening van dit vonnis te vernietigen;
(III) [de man] zal verbieden om naaktfoto’s van [de vrouw] op welke wijze/via welk media platform dan ook te verspreiden, zodat derden daarvan kennis kunnen nemen;
(IV) [de man] zal veroordelen tot een dwangsom direct opeisbaar en niet voor matiging vatbaar ad € 250,00, althans een door de voorzieningenrechter in goede rechtspraak te bepalen dwangsom, voor iedere keer dat [de man] na betekening van dit vonnis in strijd handelt met de daarin neergelegde verboden en veroordelingen, zulks tot een maximum van € 25.000,00, althans tot een door de voorzienigenrechter in goede rechtspraak te bepalen maximum.
4.2.
[de vrouw] legt aan de vordering ten grondslag dat [de man] haar de afgelopen jaren met talloze e-mails, WhatsApp-berichten en SMS-berichten heeft bestookt en dat [de man] zonder haar toestemming naaktfoto’s van haar aan derden heeft verspreid. In dit verband verwijst [de vrouw] naar diverse aangiftes die zij tegen [de man] heeft gedaan. Ook wijst [de vrouw] erop dat zij mentaal is ingestort en om die reden momenteel onder behandeling van een therapeut staat.
4.3.
[de man] voert gemotiveerd verweer.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.De beoordeling in conventie en in reconventie

5.1.
Gezien de nauwe samenhang tussen de over en weer ingestelde vorderingen zal de voorzieningenrechter deze tezamen behandelen.
5.2.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting voldoende vast komen te staan dat de beëindiging van de relatie van partijen niet zonder problemen is verlopen. Er hebben zich verschillende incidenten voorgedaan tussen partijen, in welk verband partijen over en weer aangifte tegen elkaar hebben gedaan bij de politie. De relatie tussen partijen is thans zeer gespannen en ernstig verstoord. Het is de voorzieningenrechter voldoende gebleken dat [de vrouw] [de man] na de beëindiging van de relatie is blijven benaderen, in een frequentie en op een manier die voor [de man] niet aanvaardbaar is. Daarnaast acht de voorzieningenrechter ook voldoende aannemelijk dat [de man] veelvuldig contact met [de vrouw] heeft gezocht.
5.3.
Beide partijen willen nu dat het de wederpartij wordt verboden om contact met de ander te leggen en beide partijen hebben op zichzelf geen (inhoudelijke) bezwaren aangevoerd tegen het contactverbod dat aan henzelf wordt opgelegd. [de vrouw] heeft enkel in de eerste termijn ter zitting verklaard dat de man geen (spoedeisend) belang heeft bij zijn vordering. Uit het verdere verloop van de zitting is echter gebleken dat het de wens van partijen is dat er geen enkel contact meer tussen hen zal zijn en dat contactverboden, vastgelegd in een vonnis, hieraan zouden kunnen bijdragen. Voormelde omstandigheden, in samenhang bezien, leiden ertoe dat de voorzieningenrechter het aangewezen en gerechtvaardigd acht om de gevorderde contactverboden toe te wijzen, ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer van partijen. Van de verboden wordt uitgezonderd contact via de advocaat van de wederpartij alsmede het verbod om via derden contact te leggen. Dit laatste is moeilijk te controleren en kan tot executieproblemen leiden. Voorts zal de duur van de beide verboden in tijd worden beperkt tot een jaar na betekening van dit vonnis, gelet op de eisen van proportionaliteit en daarmee samenhangend de ingrijpende aard van de verboden.
5.4.
Het door [de vrouw] onder (II) en (III) gevorderde komt eveneens voor toewijzing in aanmerking. [de man] heeft erkend dat hij in zijn mailbox nog naaktfoto’s van [de vrouw] heeft zitten en dat deze vernietigd kunnen worden zodra [de man] ze niet meer nodig heeft voor bewijs. De voorzieningenrechter leidt hieruit af dat [de man] niet op korte termijn uit eigen beweging zal overgaan tot vernietiging van deze foto’s. Daarnaast is de voorzieningenrechter van oordeel dat de vrees van [de vrouw] voor verspreiding van deze foto’s of van nieuwe naaktfoto’s die op wat voor wijze dan ook tot zijn beschikking zullen kunnen komen, gezien de onderliggende gedingstukken, niet geheel ongegrond is. Deze vorderingen zullen dan ook op de hierna te melden wijze worden toegewezen.
5.5.
Oplegging van een dwangsom, als stimulans tot nakoming van de te geven beslissingen, is aangewezen. De op te leggen dwangsom zal echter worden gematigd en gemaximeerd.
5.6.
In de omstandigheid dat partijen een affectieve relatie met elkaar hebben gehad, wordt aanleiding gezien te bepalen dat de proceskosten zullen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij zowel in conventie als in reconventie de eigen kosten draagt.

6.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie
6.1.
verbiedt [de vrouw] om gedurende een jaar na betekening van dit vonnis – anders dan via haar advocaat – schriftelijk (waaronder maar niet uitsluitend via e-mail, SMS, WhatsApp, Facebook), telefonisch of anderszins contact op te nemen met [de man] ,
6.2.
veroordeelt [de vrouw] om aan [de man] een dwangsom te betalen van € 250,00 voor iedere keer dat zij niet aan het in 6.1 uitgesproken verbod voldoet, tot een maximum van
€ 5.000,00 is bereikt,
in reconventie
6.3.
verbiedt [de man] om gedurende een jaar na betekening van dit vonnis – anders dan via zijn advocaat – schriftelijk (waaronder maar niet uitsluitend via e-mail, SMS, WhatsApp, Facebook), telefonisch of anderszins contact op te nemen met [de vrouw] ,
6.4.
veroordeelt [de man] om aan [de vrouw] een dwangsom te betalen van € 250,00 voor iedere keer dat hij niet aan het in 6.3 uitgesproken verbod voldoet, tot een maximum van
€ 5.000,00 is bereikt,
6.5.
veroordeelt [de man] om binnen één week na betekening van dit vonnis (1) alle naaktfoto’s van [de vrouw] die in zijn bezit zijn, zo nodig met behulp van een ICT-deskundige, te (doen) vernietigen, (2) onder opgave aan de advocaat van [de vrouw] dat alle naaktfoto’s van [de vrouw] zijn vernietigd en op welke wijze dit is geschied,
6.6.
veroordeelt [de man] om aan [de vrouw] een dwangsom te betalen van € 250,00 voor het geval dat hij niet aan de in 6.5 uitgesproken veroordeling voldoet, tot een maximum van
€ 5.000,00 is bereikt,
6.7.
verbiedt [de man] om naaktfoto’s van [de vrouw] op welke wijze dan ook (waaronder maar niet uitsluitend via e-mail of sociale media) te verspreiden, zodat derden daarvan kennis kunnen nemen,
6.8.
veroordeelt [de man] om aan [de vrouw] een dwangsom te betalen van € 250,00 voor iedere keer dat hij niet aan het in 6.7 uitgesproken verbod voldoet, tot een maximum van
€ 5.000,00 is bereikt,
in conventie en in reconventie
6.9.
compenseert de proceskosten, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
6.10.
verklaart dit vonnis – met uitzondering van 6.9 – uitvoerbaar bij voorraad,
6.11.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Willemse en in het openbaar uitgesproken op 21 juni 2017. [1]

Voetnoten

1.type: