Uitspraak
Rechtbank Overijssel
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
tijdenshet verhoor heeft gehad, nu aan verdachte alleen is gevraagd of hij voorafgaand aan het verhoor met een advocaat wilde praten. Hierop heeft verdachte geantwoord ‘geen advocaat’.
4.De bewijsoverwegingen
2 ten laste gelegde – de diefstal van elektrische stroom in vereniging – omdat dit niet wettig en overtuigend kan worden bewezen.
in de periode van 1 november 2015 tot en met 23 november 2015 zich schuldig heeft gemaakt aan het telen van hennep in vereniging.
‘Ik zou € 2.500,-- per maand krijgen, in ruil daarvoor moest ik een kwekerij onderhouden’. Tevens heeft verdachte op de vraag wie de hennepplantage verzorgde geantwoord: ‘
ik deed het ook wel eens. Het werd mij verteld hoe ik ze water moest geven en voeding moest geven’. Tevens heeft verdachte op de vraag wat was de mengverhouding met water verklaard:
‘d’r hing zo’n lijstje. Op zo’n ding van 500 liter ging twee liter van die troep erin en dan moest ik er een ringetje in doen’. Hieruit blijkt naar het oordeel van de rechtbank dat verdachte de hennepplanten ook heeft verzorgd.
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
medeplegen van in de uitoefening van een beroep op bedrijf opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, terwijl het feit betrekking heeft op een grote hoeveelheid van het middel.
6.De strafbaarheid van verdachte
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 primair tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1 primair meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
trafbaarheid verdachte
- veroordeelt verdachte tot een
- bepaalt dat deze gevangenisstraf
- kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
algemene voorwaardendat verdachte:
- veroordeelt verdachte tot een
- beveelt, voor het geval dat verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
- beveelt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de taakstraf in mindering wordt gebracht, waarbij als maatstaf geldt dat voor de eerste 60 in verzekering of voorlopige hechtenis doorgebrachte dagen, twee uren en voor de resterende dagen één uur per dag aftrek plaatsvindt;