Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding met producties,
- de producties van de zijde van gedaagde,
- de mondelinge behandeling,
- de schriftelijke toelichting van eiser,
- de pleitnota van gedaagde.
2.De feiten
, zulks onder de verplichting de schulden van de huwelijksvermogensgemeenschap voor zijn rekening te nemen en als zijn schuld te voldoen en om er voor zorg te dragen dat de vrouw [gedaagde, toevoeging voorzieningenrechter]
binnen twee weken na de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand, zal worden ontslagen uit de hoofdelijkheid.
3.Het geschil
26 januari 2015. Partijen zijn vrij om bij het convenant rechten en verplichtingen aan te gaan inzake hun echtscheiding. Via het convenant hebben zij hun onderlinge rechtsverhouding willen regelen. Daarnaast is gedaagde van mening dat het convenant op grond van de redelijkheid en billijkheid dient voor te gaan op de beschikking van 26 januari 2015. Eiser heeft immers financieel voordeel gehad door de schulden van de huwelijksvermogensgemeenschap op zich te nemen. Doordat eiser de helft van de restschuld heeft voldaan aan de ING Bank, zadelt hij gedaagde op met een schuld van ruim € 43.000,--. Eiser heeft zich niet gehouden aan de afspraken zoals partijen zijn overeengekomen in het convenant.
4.De beoordeling
26 januari 2015, ook niet op grond van de redelijkheid en billijkheid. De met het convenant beoogde situatie, namelijk (onder meer) toedeling van de woning, alsmede de hypothecaire geldlening, aan eiser is thans niet meer aan de orde en is ook niet meer te realiseren.