Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
[gedaagde 1] ,in haar hoedanigheid van bewindvoerder in de zin van artikel 1:143 BW over de goederen van [gedaagde 2] , wonende te [woonplaats] ,
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de dagvaarding met 8 producties
- het faxbericht van 29 mei 2017, ontvangen ter griffie om 9:21 uur van [eiser] , met producties 9 tot en met 11
- het e-mailbericht van 29 mei 2017, verzonden 16:32 uur, van [eiser] met productie 12
- het e-mailbericht van 29 mei 2017, verzonden 22:52 uur, van [eiser] met productie 13
- het e-mailbericht van 29 mei 2017, verzonden 9:16 uur, van [gedaagde 1] c.s. met 9 producties
- de mondelinge behandeling op 30 mei 2017 te 9.30 uur
- de pleitnota van [eiser] houdende een wijziging van eis
- de pleitnota van [gedaagde 1] c.s.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 586,22 betaalt, zodat op de hypothecaire lening tot op heden een bedrag van € 14.069,28 (24 maanden) is afgelost. Voorts heeft hij gesteld al langer, ruim vier jaar, voormeld maandbedrag te hebben betaald - maar dat op dit moment niet aan te kunnen tonen met bankafschriften – zodat volgens hem ongeveer het dubbele van eerder vermeld bedrag is afgelost op de hypothecaire lening.
816,00