In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 13 juni 2017 uitspraak gedaan in een kort geding tussen eiseres en gedaagde, waarbij eiseres een straat- en contactverbod vorderde. Eiseres, die bang is voor gedaagde, een ex-tbs-er die in 2005 is veroordeeld voor een poging tot moord op haar, vorderde deze maatregelen omdat zij zich niet meer veilig voelt en haar woning niet durft te verlaten. Gedaagde heeft verweer gevoerd en stelt dat hij geen contact heeft gezocht met eiseres in de afgelopen 12 jaar en dat haar angst ongegrond is.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de vordering van eiseres spoedeisend is en dat er voldoende aannemelijke feiten zijn die de gevraagde inbreuk op de bewegingsvrijheid van gedaagde rechtvaardigen. De angst van eiseres is reëel en invoelbaar, vooral gezien de ernst van het misdrijf en het beëindigen van de tbs-maatregel. De rechter heeft besloten dat gedaagde gedurende twee jaar niet in de nabijheid van eiseres mag komen en geen contact met haar mag opnemen, met een dwangsom van € 250 per overtreding tot een maximum van € 15.000.
De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en is uitvoerbaar bij voorraad, wat inhoudt dat de maatregelen onmiddellijk van kracht zijn, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.