ECLI:NL:RBOVE:2017:2141
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen stopzetting kinderopvangtoeslag en bewijsvoering van gemaakte kosten
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 23 mei 2017 uitspraak gedaan in een beroep tegen de stopzetting van de kinderopvangtoeslag van eiseres over het jaar 2014. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, omdat eiseres niet heeft kunnen aantonen hoe hoog de totale gemaakte kosten zijn en dat zij alle kosten daadwerkelijk heeft betaald. De zaak is gestart na een besluit van de Belastingdienst/Toeslagen op 1 december 2014, waarin de kinderopvangtoeslag werd stopgezet. Eiseres heeft bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard in een besluit van 5 juli 2016. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld, waarbij zij werd bijgestaan door haar gemachtigde. Tijdens de zitting op 1 maart 2017 is het beroep gevoegd behandeld met andere beroepen van eiseres. De rechtbank heeft overwogen dat eiseres voorschotten kinderopvangtoeslag heeft ontvangen voor de opvang van haar kinderen bij een gastouder, maar dat zij niet voldoende bewijs heeft geleverd van de gemaakte kosten. De rechtbank verwijst naar relevante artikelen uit de Wet kinderopvang en de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen, die eisen dat de aanvrager van kinderopvangtoeslag moet kunnen aantonen dat de kosten zijn gemaakt en wat de hoogte ervan is. De rechtbank concludeert dat het bestreden besluit van de Belastingdienst in stand kan blijven, omdat eiseres niet heeft aangetoond dat zij recht heeft op de toeslag. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid tot hoger beroep.