ECLI:NL:RBOVE:2017:2139
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen stopzetting kinderopvangtoeslag over 2012
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 23 mei 2017 uitspraak gedaan in een beroep tegen de stopzetting van de kinderopvangtoeslag van eiseres over het jaar 2012. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, omdat eiseres niet heeft kunnen aantonen dat zij de totale gemaakte kosten voor kinderopvang heeft betaald. Eiseres ontving voorschotten voor de opvang van haar kinderen bij een gastouder, maar de rechtbank oordeelt dat de overgelegde facturen en bankafschriften onvoldoende bewijs leveren voor de gemaakte kosten. Daarnaast ontbrak een geldig opvangcontract, wat essentieel is voor de toekenning van de toeslag. De rechtbank verwijst naar relevante wetgeving, waaronder de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wkkp) en de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir), die vereisen dat de aanvrager van de toeslag kan aantonen dat de kosten zijn gemaakt en betaald. De rechtbank concludeert dat verweerder terecht heeft vastgesteld dat eiseres geen recht heeft op de kinderopvangtoeslag voor het jaar 2012, omdat zij niet aan de bewijsvereisten voldeed. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.