4.1Inleiding
Verdachte [verdachte 1] werkt sinds 1976 als ambtenaar in loondienst bij de Rijksuniversiteit Groningen (hierna: de RuG). Vanaf 2006 bekleedt hij de functie van Hoofd Technisch Beheer. Op zijn afdeling werken ten tijde van zijn verhoor (25 januari 2016)
22 werknemers, waarvan acht gedetacheerde werknemers. Verdachte is als leidinggevende voor deze mensen verantwoordelijk.
[verdachte 6] (hierna: [verdachte 6] ) is directeur van [bedrijf 13] ., [bedrijf 14] ., [bedrijf 15] ., [bedrijf 16] . en [bedrijf 17] .
Verdachte kent [verdachte 6] via zijn werk en over de bedrijven van [verdachte 6] heeft hij verklaard dat zij vaste bedrijven zijn waarmee de RuG in de ten laste gelegde periode samenwerkte. Zij voerden in die periode regelmatig klussen uit voor de RuG. Zij hebben specifieke kennis over de gebouwen en installaties van de RuG.
[verdachte 7] (hierna: [verdachte 7] ) is directeur van [bedrijf 4] . en [bedrijf 8] .Ook deze bedrijven werkten in de ten laste gelegde periode als opdrachtnemer voor de RuG, als klussenbedrijf en technische installateurs. Daarnaast doen zij diverse inspecties en zijn er zzp'ers werkzaam via [bedrijf 4] . Over [verdachte 7] heeft verdachte verklaard dat hij een soortgelijke relatie met hem heeft als met [verdachte 6] .
a.
Het ter beschikking stellen van een auto, kenteken [kenteken 1] (VW Caddy)
De auto met kenteken [kenteken 1] stond op naam van [bedrijf 4] . en is nieuw aangeschaft in 2007. Deze auto is in gebruik geweest bij de zoon van verdachte, [verdachte 2] tot 2010.
Verdachte heeft verklaard dat hij met [verdachte 7] heeft geregeld dat hij, [verdachte 7] , deze auto ter beschikking stelde aan verdachte’s zoon.
[verdachte 2] heeft verklaard dat deze auto op naam stond van het bedrijf van [verdachte 7] en dat hij de auto in gebruik kreeg. Zijn vader heeft geregeld dat hij de auto kon gebruiken.
[verdachte 7] heeft verklaard dat [verdachte 2] die auto in gebruik heeft gehad omdat verdachte hem heeft gevraagd die auto aan te schaffen voor zijn zoon [verdachte 2] . Het was een splinternieuwe auto en heeft ongeveer 13.000 euro gekost. De auto is vanuit de zaak van [verdachte 7] betaald.
b en c.
Het dienstverband en loon van [verdachte 2]
, de zoon van verdachte, stond vanaf 2008 tot en met 25 januari 2016 op de loonlijst van de bedrijven van [verdachte 6] en [verdachte 7] .
Aan [verdachte 2] zijn blijkens de loonstroken de volgende bruto salarissen uitbetaald:
2008 [bedrijf 14] ( [verdachte 6] ) 28.568
2009 [bedrijf 14] ( [verdachte 6] ) 39.879
2010 [bedrijf 14] ( [verdachte 6] ) 15.394
[bedrijf 15] ( [verdachte 6] ) 24.321
2011 [bedrijf 15] ( [verdachte 6] ) 40.548
2012 [bedrijf 15] ( [verdachte 6] ) 11.175
[bedrijf 4] ) 20.502
[bedrijf 4] 23.515
2013 [bedrijf 15] ( [verdachte 6] ) 3.044
[bedrijf 4] 44.715
2014 [bedrijf 17] ( [verdachte 6] ) 4.990
[bedrijf 4] ) 45.704
2015 [bedrijf 4] ) 29.369
---------
331.724
Aan [verdachte 2] zijn blijkens de loonstroken de volgende netto salarissen uitbetaald:
Ontvangen netto-loon via [verdachte 6] concern in 2008 18.700,12
Ontvangen netto-loon via [verdachte 6] concern in 2009 25.774,77
Ontvangen netto-loon via [verdachte 6] concern in 2010 25.529,78
Ontvangen netto-loon via [verdachte 6] concern in 2011 25.973,17
Ontvangen netto-loon via [bedrijf 4] in 2012 27.744,50
Ontvangen netto-loon via [verdachte 6] concern in 2012 6.799,68
Ontvangen netto-loon via [bedrijf 4] in 2013 30.383,90
Ontvangen netto-loon via [verdachte 6] concern in 2013 1.878,52
Ontvangen netto-loon via [bedrijf 4] in 2014 6.544,34
Ontvangen netto-loon via [verdachte 6] concern in 2014 31.178,97
Ontvangen netto-loon via [bedrijf 4] in 2015 26.893,65
[verdachte 2] heeft vanaf 1 september 2007 tot en met 2010 een voltijdse opleiding (vastgoed en makelaardij) gevolgd aan de Hanze Hogeschool in Groningen.
In 2010 en 2011 heeft [verdachte 2] stage gelopen bij GGZ Drenthe. Hij heeft daarvoor een netto salaris ontvangen van respectievelijk 579,51 euro en 359,18 euro.
Blijkens loonstroken van Youngcapital Payrol B.V. heeft [verdachte 2] in 2015 elders (bij de ING) gewerkt en in verband daarmee een bruto salaris van 12.228 euro ontvangen.
Doorfacturering van de salariskosten binnen de bedrijven van [verdachte 6] en [verdachte 7] vond als volgt plaats. In de periode 2008 t/m 2011 werd gefactureerd van [bedrijf 13] . ( [verdachte 6] ) naar [bedrijf 16] ( [verdachte 6] ) en van daaruit naar [bedrijf 4] . [verdachte 7] ). Vanuit [bedrijf 4] . werd met een verhoging van 10% gedeclareerd bij de RuG. Vanaf 2012 werd rechtstreeks door [bedrijf 4] . gedeclareerd.
Verdachte heeft – zakelijk weergegeven – verklaard: Er moesten omstandigheden gecreëerd worden zodat mijn zoon een huis kon kopen. Ik maakte zelf fake-opdrachten aan gericht aan [bedrijf 13] en ondertekende deze. Ik heb urenbriefjes van [bedrijf 13] getekend. [verdachte 6] mocht gewoon factureren tegen uurtarief, dat was de afspraak. Dat is anders gegaan; er is gefactureerd via [verdachte 7] .
Toen binnen de RuG geen zaken meer werden gedaan met [bedrijf 13] heb ik [verdachte 7] gevraagd: ”Kan [verdachte 2] bij jou onder dak?” Ik heb toen gezegd dat ik voor werk en opdrachten zou zorgen. Hier zijn ook fake-opdrachten voor gemaakt. [verdachte 7] bracht op mijn verzoek dingen in, op facturen, op basis van de (fake) opdrachten die ik verstrekte. Ik wist dat de uren van [verdachte 2] werden gefactureerd aan de RuG. [verdachte 7] wist dit ook.
Een en ander heeft valse dienstbetrekkingen opgeleverd, waarbij [verdachte 2] geen werk verrichtte maar wel loon ontving. Daarna werden de loonkosten gefactureerd aan de RUG zonder dat er een tegenprestatie tegenover stond.
[verdachte 7] begreep best dat er dankzij mij opdrachten zijn kant opkwamen. Hij deed dit om mij te vriend te houden. Met [verdachte 7] was de afspraak dat hij er 10% bij op mocht tellen. Hij declareerde dus loonkosten + 10%.
De urenbriefjes gaf mijn zoon aan mij. Hij moest die briefjes invullen. De blanco urenbriefjes werden door iemand van de bedrijven van [verdachte 6] verstrekt. Het was afgesproken met [verdachte 6] dat [verdachte 2] de briefjes invulde. Om het kloppend te maken moest hij dat doen. Toen het met die urenbriefjes niet gedegen liep heb ik gezegd tegen [verdachte 6] . Kom maar met een pro-forma factuur, dan maak ik een fake opdracht aan. Dit heb ik alleen geregeld met [verdachte 6] , niet met andere werknemers van de bedrijven van [verdachte 6] .
[verdachte 2] heeft – zakelijk weergegeven – verklaard: Ik heb de situatie geaccepteerd. Ik ontving meer geld voor werkzaamheden dan die ik uitvoerde. Ik heb het mijn vader eerlijk verteld. Ik heb nooit met [verdachte 6] over salaris gesproken. Dat heeft mijn vader gedaan. Ik denk dat mijn vader mijn salaris (2.100 euro netto) heeft afgestemd op het benodigde hypotheekbedrag. Ik heb in totaal 3 volle werkweken en 3 à 4 dagen gewerkt. In de periode juni 2010 tot en met april 2013 heb ik amper iets gedaan voor [bedrijf 13] . Het deed mij vermoeden dat er iets aan de achterkant mogelijk anders geregeld was. Ik durfde het mijn vader niet te vragen. Mijn vader wist dat ik niet continu aan het werk was. Ik besprak ook de angst om mijn woning te moeten verkopen met mijn vader.
Bij [verdachte 7] ging het op dezelfde voet verder. Ik hoefde bij [verdachte 7] geen urenbriefjes in te vullen. Ik ontving per maand 2.100 euro netto.
Ik kreeg de blanco urenbriefjes van [naam 2] . Ik vulde die urenbriefjes in. Het urenbriefje zoals u mij dat eerder getoond heeft (DOC-025) was een urenbriefje zoals ik dat had ingevuld. Dit urenbriefje was conform afspraak zo door mij ingevuld, alhoewel ik in deze periode wel werkzaamheden heb verricht, maar het sowieso niet conform de werkelijkheid was, omdat er meer uren staan vermeld dan ik heb gewerkt. Beide handtekeningen onder deze werkbon zijn van mij. Er was ondertekening nodig en ik was niet altijd op tijd en in de gelegenheid om mijn vader te vragen om de urenbriefjes te ondertekenen. In andere gevallen tekende mijn vader de urenbriefjes wel. Ik denk dat ik mijn vader heb gevraagd welke naam ik op de bon moest zetten en dat mijn vader deze naam had doorgegeven.
Onder DOC-024 t/m DOC-38 zijn een veertiental werkbonnen van [bedrijf 13] opgenomen, welke op naam zijn gesteld van [verdachte 2] en zijn voorzien van een handtekening “ [verdachte 2] ”. Op de bonnen is telkens een werkweek van 40 uur ingevuld. Als opdrachtgever is telkens vermeld Rijksuniversiteit Groningen of RuG. Ter uitvoering van de werkbonnen is telkens een factuur van [bedrijf 13] gericht aan [bedrijf 16] . opgemaakt waarop telkens de werkuren en de naam [verdachte 2] zijn vermeld.
De toenmalige vriendin van [verdachte 2] , [verdachte 3] , heeft – zakelijk weergegeven – verklaard: Van januari 2015 t/m oktober 2015 heeft [verdachte 2] niets voor [verdachte 7] gedaan. Hij werkte bij de ING-bank en kon niet op 2 plaatsen tegelijk zijn. [verdachte 1] heeft geregeld dat er toch geld binnenkwam door [verdachte 2] op de loonlijst te houden. [verdachte 1] had dit zo geregeld voor ons. [verdachte 2] en ik waren niet gelukkig met de situatie. Wij kregen salaris voor een fulltime baan terwijl wij nooit fulltime werkten. [verdachte 2] was in 2009 bezig met zijn studie. In 2010 of 2011 heeft hij stage gelopen bij GGZ Drenthe. In de periode 2011-2014 was hij bezig met een opleiding als inspecteur asbestverwijdering.
[verdachte 6] heeft – zakelijk weergegeven – verklaard: Dit is een standaard arbeidsovereenkomst. Volgens mij heeft [naam 3] de arbeidsovereenkomst met [verdachte 2] opgemaakt. Het salaris klopt wel. Er werden loonkosten van [verdachte 2] in rekening gebracht bij [verdachte 7] .
[naam 2] heeft – zakelijk weergegeven – verklaard: [verdachte 1] zei dat zijn zoon bij ons ( [bedrijf 13] ) op de loonlijst moest komen en minimaal 1.700 euro netto per maand moest ontvangen. Ik gaf aan dat [verdachte 6] hier over ging, maar dat hij geen opvreters meer op de loonlijst wilde hebben. [verdachte 1] gaf aan dat er werkbriefjes met 40 uur in de week zouden komen en dat [bedrijf 13] daarvoor 40 euro uur per uur mocht factureren. [verdachte 6] wilde dat eerst niet, hij had geen behoefte aan een nieuwe opvreter bij het bedrijf. Nadat ik hem had uitgelegd dat het bedrijf er wel iets aan zou kunnen overhouden veranderde hij van mening. We konden dan per maand ruwweg 4 x 40 x 40 = 6.400 euro factureren en aan loonkosten zouden we ruim 3.000 euro kwijt zijn.
Op een gegeven moment ging het met 1 x per maand een bon, waarvan ik dan een factuur maakte. Ik gaf de factuur aan [verdachte 6] , die ‘m persoonlijk aan [verdachte 1] gaf. Er werd gefactureerd bij de RuG.
[verdachte 7] heeft – zakelijk weergegeven – verklaard: [verdachte 1] zei dat hij wel klusjes had voor mij bij de RuG. Zo kreeg ik werk en het werd steeds uitgebreid. 90 % van onze werkzaamheden bestonden uit werkzaamheden voor de RuG. [verdachte 2] werkte bij [bedrijf 13] en [verdachte 1] vroeg of ik werk had Voor [verdachte 2] . Hij is in 2012 bij ons aan het werk gekomen. Hij heeft 2 à 3 weken gewerkt. Vervolgens heeft hij niet meer gewerkt. De afspraak met [verdachte 1] was dat [verdachte 1] vanuit de RuG een werkbon zou opmaken voor 160 uur per maand. Ik kan de uren dan declareren voor 37,85 euro per uur. [verdachte 1] heeft ook gezegd dat [verdachte 2] 2.100 euro moest gaan verdienen. Ik had er grote moeite mee. [verdachte 1] bepaalde alles en hoe het gebeurde. [verdachte 1] heeft weliswaar nooit gezegd dat als ik niet meer mee wilde werken aan deze constructie, ik geen werk meer bij de RuG zou hebben, maar dat gevoel had ik wel.
d en e.
Het dienstverband en loon van [verdachte 3]
, de vriendin van de zoon van verdachte, staat vanaf 2009 tot en met 2014 op de loonlijst van de bedrijven van [verdachte 6] . (1-PV)
Aan [verdachte 3] zijn blijkens de loonstroken de volgende bruto salarissen uitbetaald:
2009 [bedrijf 15] ( [verdachte 6] ) 2.138
2010 [bedrijf 15] ( [verdachte 6] ) 30.968
2011 [bedrijf 15] ( [verdachte 6] ) 37.267
2012 [bedrijf 15] ( [verdachte 6] ) 37.649
2013 [bedrijf 15] ( [verdachte 6] ) 13.313
8.29
[bedrijf 17] ( [verdachte 6] ) 8.290
2014 [bedrijf 17] . ( [verdachte 6] ) 6.632
----------
136.257
Aan [verdachte 3] zijn blijkens de loonstroken de volgende netto salarissen uitbetaald:
Ontvangen netto-loon [verdachte 6] concern in 2009 518,80
Ontvangen netto-loon [verdachte 6] concern in 2010 21.518,82
Ontvangen netto-loon [verdachte 6] concern in 2011 24.073,96
Ontvangen netto-loon [verdachte 6] concern in 2012 24.499,94
Ontvangen netto-loon [verdachte 6] concern in 2013 19.062,11
Ontvangen netto-loon [verdachte 6] concern in 2014 4.661,22
Verdachte heeft – zakelijk weergegeven – verklaard: Ik heb [verdachte 6] gevraagd of hij werk voor [verdachte 3] had. Hiervoor geldt dezelfde gang van zaken als voor [verdachte 2] . Omdat ze het geld wel nodig had. Zijn de dienstverbanden vals? Ja met betrekking tot de doorfacturering aan de RuG zijn deze vals. Daarmee bedoel ik dat er geen werkzaamheden door haar t.b.v. de RuG zijn verricht. Alle loonkosten van zowel [verdachte 2] als [verdachte 3] in de jaren 2008 t/m 2015 zijn ten onrechte doorgefactureerd aan de RuG. Ik ben daar verantwoordelijk voor. De afspraak was met [verdachte 6] dat hij zelf de loonkosten van [verdachte 2] en [verdachte 3] zou doorfactureren. Er werd echter gefactureerd via [verdachte 7] . Ik heb blind geaccordeerd. Er zijn geen werkzaamheden door [verdachte 3] ten behoeve de RuG verricht.
[verdachte 3] heeft – zakelijk weergegeven – verklaard: In de arbeidsovereenkomst staat 38 uur, maar ik werkte maar 20 uur. Ik kreeg wel fulltime salaris. Als [verdachte 6] geen projecten voor mij had kreeg ik gewoon volledig salaris overgemaakt. [verdachte 1] heeft een en ander met [verdachte 6] besproken. In 2010 en 2011 heb ik wel een aantal klussen voor [verdachte 6] gedaan, maar dat waren er niet veel. [verdachte 6] had niets voor mij te doen. De werkbonnen die u mij toont zijn door mij ingevuld en ondertekend. De omschrijving heb ik erop gezet. [verdachte 6] vroeg mij dit te doen. De bonnen geven weer dat ik 38 uur per week heb gewerkt. Dit klopt volgens mij niet. Het waren minder uren. Hoeveel weet ik niet. Ik hoefde het nooit te verantwoorden. Ik heb inderdaad werkbonnen ingevuld en daar uren op gezet die ik in werkelijkheid niet had gewerkt. Dat is fout. [verdachte 2] en ik waren niet gelukkig met de situatie. Wij kregen salaris voor een fulltime baan terwijl wij nooit fulltime werkten. [verdachte 2] weet dat ik mij schuldig voelde over het feit dat ik salaris kreeg waarvoor ik niet werkte. Ik weet dat personeel van [verdachte 6] werkzaamheden verricht voor de RuG.
Toen ik voor [verdachte 6] werkte regelde ik bijna alles met [verdachte 1] . Ik dacht dat [verdachte 1] in een positie zat om dat te doen, omdat hij ervoor zorgde dat [bedrijf 13] opdrachten kreeg van de RuG. Ik denk dat [verdachte 1] als tegenprestatie had geregeld dat [verdachte 6] mij salaris betaalde.
Onder DOC-128 t/m DOC-131 zijn een vijftiental werkbonnen van [bedrijf 13] opgenomen, welke op naam zijn gesteld van [verdachte 3] en zijn voorzien van een handtekening “ [verdachte 3] ”. Op de bonnen is telkens een werkweek van 38 uur ingevuld. Als werkomschrijving is telkens vermeld “Diverse werkzaamheden [verdachte 6] ”. Ter uitvoering van de werkbonnen is telkens een factuur van [bedrijf 13] gericht aan [bedrijf 16] . opgemaakt waarop telkens een totaalbedrag van 4.462,50 (inclusief B.T.W.) en de naam [verdachte 3] zijn vermeld.
[verdachte 6] heeft – zakelijk weergegeven – verklaard: [verdachte 3] heeft bij mij gewerkt. Zij is het vriendinnetje van [verdachte 2] .
[naam 2] heeft – zakelijk weergegeven – verklaard: [verdachte 1] zei dat zijn zoon bij [bedrijf 13] op de loonlijst moest komen. Voor [verdachte 3] gold feitelijk hetzelfde. Zowel [verdachte 2] als zijn vriendin zijn niet bij ons bedrijf aan het werk geweest.
Ik ga er vanuit dat [verdachte 1] heeft geregeld dat [verdachte 3] in loondienst kwam bij [bedrijf 13] . Dit moet via [verdachte 6] zijn gegaan. Ik kreeg van hem te horen dat ik de RuG voor [verdachte 3] een factuur kon sturen.
[naam 3] heeft – zakelijk weergegeven – verklaard: Wij kregen opdrachtbonnen van de RuG van [verdachte 1] , waaromtrent het bij hem en bij ons duidelijk was dat de werkzaamheden niet behoefden te worden uitgevoerd. Het gaat om valse opdrachtbonnen, alleen bedoeld om de geldstroom van de RuG naar de bedrijven van [verdachte 6] mogelijk te maken. Dergelijke betalingen van de RuG staan mogelijk tegenover de door onze bedrijven (bedrijven van [verdachte 6] ) gemaakte kosten in verband met het op de loonlijst hebben van [verdachte 2] en [verdachte 3] . [verdachte 3] heeft ongeveer 2 maanden bij ons gewerkt. Het was geen succes. Ik zei tegen [verdachte 6] : “Ik weet niet wat ik met dat meisje moet.” Ik moest me er maar mee redden.
We hebben de salarisbetaling aan [verdachte 2] en [verdachte 3] ook wel eens een tijd opgeschort omdat er geen opdrachtbon van de RuG binnenkwam. Dan zei [verdachte 6] tegen mij: “Betaal de salarissen nog maar even niet uit.” Ik wist van deze beide werknemers dus dat het geld eerst van de RuG moest komen
f en g.
Inkoop, betaling en verkoopopbrengst van materiaal voor [verdachte 4]
Door [verdachte 4] werden materialen ingekocht in verband met zwart werken. Deze werden gefactureerd aan [verdachte 7] . In opdracht van verdachte worden deze materialen in rekening gebracht bij de RuG. Deze materialen zijn vervolgens verkocht/geplaatst bij derden door [verdachte 4] . De opbrengst werd gedeeld door verdachte en [verdachte 4] . Het voordeel voor [verdachte 7] was 10%.
Verdachte heeft – zakelijk weergegeven – verklaard: [verdachte 4] is een zzp-er. Hij verricht installatiewerk. Hij wordt wel ingehuurd door de RuG. De facturen gaan naar [bedrijf 4] en [bedrijf 4] factureert aan de RuG. [verdachte 7] ontving de inkoopkosten van de materialen. Die werden door [bedrijf 4] aan de RuG gefactureerd + een marge van 10%. De materialen zijn feitelijk niet geleverd aan de RuG. Die zijn verkocht. Ik kreeg de helft van de opbrengst 50%. [verdachte 4] de andere helft. Ik kreeg gemiddeld 600 à 1000 euro per maand hieruit. Dit was vanaf het faillissement van [verdachte 6] .
U toont mij facturen (Doc 186, 187 en 188). Dit zijn overzichten van door [verdachte 4] ingekocht materiaal. Hij is oud-werknemer van [bedrijf 13] . Die facturen gaan naar [bedrijf 4] en [bedrijf 4] factureert dit aan de RuG. [verdachte 7] ontving een marge van 10%.
Dit gebeurde onder [verdachte 6] ook, maar op kleinere schaal. [verdachte 4] was bij [verdachte 6] in dienst. [verdachte 6] wist er van. Het bedrijf van [verdachte 6] had toen de rol van [bedrijf 4] . Later heeft [bedrijf 4] de rol van [verdachte 6] overgenomen.(V01-05)
In de tijd dat [verdachte 6] nog niet failliet was kocht [verdachte 4] materialen in voor zijn werkzaamheden. Dit betrof installatiewerk dat hij buiten het bedrijf van [verdachte 6] om deed. Hij regelde dit dan met [verdachte 6] .
Postma heeft verklaard dat verhaal van [verdachte 1] klopt en dat dit een opzetje van hem, [verdachte 1] , was.
[verdachte 4] heeft – zakelijk weergegeven – verklaard: [verdachte 1] kwam met het voorstel om er samen beter van te worden. Het materiaal werd bij de RuG in rekening gebracht. De RuG maakte daarvan een bon op. Ik heb dit samen met [verdachte 1] afgesproken. Volgens mij loopt de constructie vanaf 2011 of 2012. Als ik het zelf uitreken kom ik op een bedrag van € 50.000,-- voor het materiaal en mijn "zwarte" loon samen.
Ik heb de mogelijk gehad om naast mijn werk bij te klussen. Bij de RuG is dat ongeveer vanaf 2011 of 2012 ontstaan. Die mogelijkheid werd mij geboden om materialen op deze wijze in te kopen. [verdachte 1] gaf mij die mogelijkheid. [verdachte 1] wist dat ik bijkluste en dat ik "zwart" geld had, daar had hij lucht van gekregen. Hij kwam met een voorstel om er samen beter van te worden. lnkopen van materiaal dat door [bedrijf 13] zou worden betaald en dat de opbrengst bij de verkoop van het materiaal door mij en [verdachte 1] werd gedeeld. Zolang ik bij [bedrijf 13] werkte wist Jan [verdachte 6] dat ik bijkluste. Jan [verdachte 6] vond dit bijklussen prima. Ik mocht het materiaal onder zijn naam inkopen. Dit materiaal werd toen al bij de RuG in rekening gebracht.
h.
Een auto, [kenteken 2] (Mini Cooper)
Uit DOC-231 komt naar voren dat een auto, Mini Cooper met kenteken [kenteken 2] op naam van verdachte is gesteld van 2 december 2013 tot en met 30 januari 2014.
Verdachte heeft – zakelijk weergegeven – verklaard: Ik heb door middel van een valse factuur aan de RUG via het bedrijf van [verdachte 6] , de Mini in mijn bezit gekregen. Ik heb de auto verkocht voor 8.500 euro.
[naam 3] heeft – zakelijk weergegeven – verklaard: De auto was aanvankelijk geleased door [bedrijf 13] . Dat leasecontract is door [bedrijf 13] afgekocht. Die afkoop is gefinancierd door middel van een valse opdrachtbon van [verdachte 1] senior. Door ons is een factuur opgemaakt, met die valse opdrachtbon als basis. Door de RuG is die factuur aan ons betaald.
i.
Het gebruik maken van een tankpas
Verdachte heeft – zakelijk weergegeven – verklaard: Ik gebruikte een tankpas van [bedrijf 13] . Ik had met [verdachte 6] afgesproken dat die kosten aan de RuG gefactureerd konden worden. Ik had die tankpas vanaf ongeveer twee jaar voor het faillissement van [verdachte 6] .
[naam 3] heeft – zakelijk weergegeven – verklaard: De met de tankpas gemaakte kosten werden doorberekend aan de RuG.
De bedrijven van [verdachte 6] zijn eind 2014 failliet gegaan.
j.
Het betalen van 10.000 euro aan [verdachte 2]
Uit AMB-006, een relaas met betrekking tot bankmutaties komt het volgende naar voren.
Op 18 februari 2010 ontvangt [verdachte 2] 10.000 euro op zijn rekening van [bedrijf 18] . Op 16 februari 2010 krijgt hij 9.000 euro van zijn vader. Op 19 februari 2010 vindt een betaling plaats van 20.000 euro aan Renault Terwolde.
Uit DOC-260 komt naar voren dat de RDW tenaamstelling van kenteken [kenteken 3] (Renault Megane) op naam van [verdachte 2] is geregistreerd vanaf 23-02-2010 tot 25-02-2014.
[verdachte 6] heeft – zakelijk weergegeven – verklaard: Die 10.000 euro is betaald door het bedrijf [bedrijf 18] en heeft te maken met de afkoop van een bedrijfsauto voor [verdachte 2] . Hij heeft die 10.000 ontvangen.
Verdachte heeft – zakelijk weergegeven – verklaard: Ik had [verdachte 6] gevraagd of hij [verdachte 2] kon helpen met een lening voor een auto. [verdachte 6] heeft toegezegd dat hij dit zou regelen. Het is aannemelijk dat hij dat op de gebruikelijke wijze heeft door gefactureerd aan de RuG. Die facturen werden door mij gewoon goedgekeurd.
[verdachte 2] heeft – zakelijk weergegeven – verklaard: [bedrijf 18] is een van de bedrijven van [verdachte 6] . De 10.000 euro is geregeld door mijn vader. Hij zei dat het tijd werd voor een andere auto. Ik heb samen met mijn vader de Renault besteld. Ik had niet genoeg geld. Mijn vader heeft gezorgd dat het benodigde geld op mijn rekening kwam.
n.
Het doen/laten betalen van 7.500 euro aan [verdachte 5]
Uit het relaas van de verbalisanten komt naar voren dat [verdachte 1] samen met [verdachte 7] ervoor gezorgd heeft dat zijn ondergeschikte, tevens medeverdachte, [verdachte 5] een bedrag van 7.500 euro op haar bankrekening heeft gekregen.
Verdachte heeft – zakelijk weergegeven – verklaard: De 7.500 euro op de rekening van [verdachte 5] is op mijn verzoek aan [verdachte 7] gebeurd. Zij zat in een slechte financiële situatie. Ik heb ervoor gezorgd dat zij dit geld kreeg. Ik heb [verdachte 7] gevraagd om daar “aankoop boot” op te laten zetten. Volgens mij heeft ze daar toen een VW polo voor gekocht. [verdachte 7] begreep best dat er dankzij mij een heleboel opdrachten zijn kant op kwamen. Hij deed dit om mij te vriend te houden.
[verdachte 7] heeft – zakelijk weergegeven – verklaard: Ik heb geen boot van [verdachte 5] gekocht. lk heb deze € 7.500 aan [verdachte 5] overgemaakt. lk denk dat ik op verzoek van [verdachte 1] dit heb gedaan. Dat kan niet anders. lk weet echter niet meer waarvoor. Uit mijn privérekening blijkt dat ik die € 7.500 aan [verdachte 5] heb betaald, maar dan heb ik dat bij de RuG weer gedeclareerd plus 10% opslag, want ik ben Sinterklaas niet.
[verdachte 5] heeft – zakelijk weergegeven – verklaard: De boot is er niet geweest en die heb ik niet verkocht aan [verdachte 7] . Het was een afspraak tussen [verdachte 1] en [verdachte 7] dat ik 7.500 euro zou krijgen. Ik moest zeggen van meneer [verdachte 1] dat ik een boot had verkocht. Dat was de verklaring die ik moest geven. Hij gunde mij dit als persoonlijke beloning. Ik kon geen neen zeggen.
Uit AMB-008, relaas met betrekking tot bankmutaties volgt dat op 22-06-2012 onder de omschrijving [verdachte 5] aankoop boot” een bedrag van 7.500,00 euro is overgemaakt.
o.
Betaling van een factuur van [bedrijf 12] aan [bedrijf 4]
Verdachte heeft – zakelijk weergegeven – verklaard: Ik had het idee om zonnepanelen te laten plaatsen bij de RuG. Ik kon door het groot inkopen ervoor zorgen dat anderen mee konden liften. Ik weet dat bij [verdachte 7] , [verdachte 5] en mijn buurman zonnepanelen zijn geplaatst. Ik denk dat de betaling is geregeld door [verdachte 7] .
[verdachte 5] heeft – zakelijk weergegeven – verklaard: Facility Managers van de RuG wilden graag zonnepanelen op daken van de RuG. [verdachte 1] is hiervoor gevraagd. Hij heeft toen aan mij gevraagd of ze bij mij op het dak mochten komen. Ik heb ze zelf geplaatst samen met mijn vader. Voor het aansluiten van de omvormer is een elektricien langs gekomen. Er zijn bij mij 8 panelen geplaatst. Ik heb ze niet betaald. Postma is langs geweest om het dak bij mij te bekijken. Via [verdachte 1] heb ik hierover contact gehad met [verdachte 7] .
Uit AMB-50, relaas met betrekking tot offertes en facturen met betrekking tot de levering van zonnepanelen komt het volgende naar voren:
-1- Offerte en factuur van 15 oktober 2014 gericht aan [bedrijf 4] betreffende 18
zonnepanelen met toebehoren voor locatie Peizermade (DOC -254)
-2- Offerte en factuur van 15 september 2014 gericht aan [bedrijf 4] betreffende 8
zonnepanelen met toebehoren voor locatie [adres 2] in [plaats] (DOC -255) 1.794,46 euro
-3- Offerte en factuur van 19 mei 2015 gericht aan [bedrijf 4] betreffende 21
zonnepanelen met toebehoren voor locatie [adres 3] in [woonplaats] (DOC -256)
Ad. 1 Dit betreft het adres van verdachte [verdachte 7] . Uit onderzoek van de administratie van
[bedrijf 4] naar voren dat de factuur van [bedrijf 12] is geboekt en betaald. Er is geen factuur aangetroffen van [bedrijf 4] aan verdachte [verdachte 7] . Ook is er geen betaling van verdachte [verdachte 7] voor de zonnepanelen aangetroffen in de administratie van [bedrijf 4] .
Ad. 2 Dit betreft het adres van verdachte [verdachte 5] . Uit onderzoek van de administratie van [bedrijf 4] komt naar voren dat de factuur van [bedrijf 12] is geboekt en betaald. Er is geen factuur aangetroffen van [bedrijf 4] aan verdachte [verdachte 5] . Er geen betaling van verdachte [verdachte 5] voor de zonnepanelen aangetroffen.
p.
Betalen van facturen ten behoeve van de woning van verdachte
Het bedrijf [bedrijf 19] heeft grondwerkzaamheden verricht rond de woning van verdachte. De kosten van deze werkzaamheden zijn bij [verdachte 7] in rekening gebracht. Door [verdachte 1] zijn deze kosten niet betaald.
Verdachte heeft – zakelijk weergegeven – verklaard: De werkzaamheden op de facturen zijn niet door mij betaald. Ik was met het werk begonnen maar kreeg het niet voor elkaar. Er moest een kraan komen en dat heeft [verdachte 7] toen geregeld. De afwikkeling van de facturen is door hem geregeld. Ik weet niet of hij het heeft gedeclareerd bij de RuG.
DOC-239 betreft een factuur van 13 mei 2015 van [bedrijf 19] aan [bedrijf 2] , met betrekking tot werkzaamheden [adres 3] [woonplaats] ad 11.217,33 euro.
DOC-240 betreft een factuur van 1 juni 2015 van [bedrijf 19] aan [bedrijf 2] , met betrekking tot werkzaamheden [adres 3] [woonplaats] ad 1.291,09 euro.
[adres 3] te [woonplaats] is het adres van [verdachte 1] .
Ter terechtzitting heeft verdachte – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende verklaard:
U zegt dat [verdachte 7] de auto gefactureerd heeft via de RuG, dat kan. Ik kan dat niet zeggen omdat ik alle facturen afvinkte in het geautomatiseerde betalingssysteem van de RuG. De laatste jaren sloot ik vaker mijn ogen bij die facturen dan in de beginjaren.
Het klopt dat mijn zoon op een gegeven moment zei dat er geen werk meer was voor hem bij [verdachte 7] . Ik heb [verdachte 7] daarop aangesproken. De betaling die mijn zoon bij de ING ontving was dusdanig laag dat hij daar nooit zijn hypotheek van kon betalen en hij was bezig met het saneren van zijn eigen werkplek zodat er geen toekomst in zat. Ik heb hem toen gezegd dat hij de andere betrekking bij [verdachte 7] ook aan moest houden. Dat was een bewuste keuze van mij. U zegt mij dat mijn zoon ook bij [bedrijf 13] niet gewerkt heeft. Dat klopt en ik had daar eerder moeten ingrijpen, maar ik heb het laten lopen.
Ik ben wel geschrokken van het totaalbedrag dat de RuG zou hebben betaald aan loonkosten voor mij zoon. Mijn advocaat vraagt of ik wel wist wat er gefactureerd werd aan de RuG. Ik kan daarop zeggen dat ik dat niet wist. Ik heb mijn ogen gesloten zoals ik al eerder verklaard heb.
Wat betreft mevrouw [verdachte 3] is het eigenlijk precies hetzelfde verhaal. Zij heeft ook geen werkzaamheden verricht voor de RuG.
De structuur binnen de RuG was zo georganiseerd dat men aanbestedingsprocedures op startte. Men moest dus inschrijven. Ik wilde bijvoorbeeld voor de klussen van boven de 5000 euro meerdere inschrijvingen hebben. [verdachte 7] werd ook vaak benaderd door verschillende clustermanagers. [verdachte 5] handelde dan de facturen af, zeker die van [verdachte 7] . [naam 4] was voor 99% verantwoordelijk voor [bedrijf 13] . Deze personen werden geacht de facturen ook te controleren of ze klopten. Als ze dit hadden gedaan kreeg ik via het geautomatiseerde systeem “Planon” een seintje en dan hoefde ik ze alleen maar af te vinken en dan werden de facturen uitbetaald. Ik zag echter nooit de werkelijke factuur met de kosten die er aan hingen.
De 7500 euro van mevrouw [verdachte 5] klopt. Ik vond dat ze recht op promotie had en dat werd keer op keer afgewezen en ik heb het toen zo gedaan dat het via [verdachte 7] is gegaan. Hij heeft de kosten weer in rekening gebracht bij de RuG dat klopt.
De RuG had een project lopen met zonnepanelen. Doordat de RuG een grote partij kon afnemen konden wij als particulieren daarvan meeprofiteren omdat de aanschaf van de panelen dat een stuk goedkoper werden. Ik heb toen onder andere tegen mevrouw [verdachte 5] gezegd dat zo’n kans niet gauw weer voorbij zou komen. Ze heeft het toen gedaan. Ik weet niet of de RuG de panelen heeft betaald. Ik heb haar wel gezegd dat ze de standen en dergelijke moest gaan bijhouden als een soort project voor de RuG.
Ik heb nooit de omvang van de facturering met [verdachte 7] besproken. Hij kan zelf bepalen wat hij factureert aan de RuG, daar kan ik toch niet intreden.
Ik ben wel van mening dat [verdachte 7] voor de continuering van zijn werkzaamheden bij RuG wel wat over mocht hebben. Ik heb nu pas ontdekt wat er is gebeurd, maar ik kan op basis van dit dossier geen inschatting maken wat er fout of goed is gefactureerd.
Wat betreft de inkoop van goederen klopt het verhaal helemaal. Ik heb wel mijn twijfel over omvang van het nadeel, maar de werkwijze die door de heer [verdachte 4] wordt beschreven klopt.
Ook de het gebruik van de tankpas klopt, maar daar had ik een reden voor. Ik heb nooit dubbeltje gedeclareerd bij de RuG.
De Renault Mégane is inderdaad gekocht door mijn zoon met geld dat afkomstig was van [verdachte 7] . Hij kreeg in ruil daarvoor ook werk van de RuG en het bedrag dat hij heeft gegeven heeft [verdachte 7] weer gedeclareerd bij de RuG.
Ik heb inderdaad toen ik mijn woning ging verbeteren gebruik gemaakt van een graafmachine. Ik was met [verdachte 7] bezig bij mijn woning toen ik opeens hartritmestoornissen kreeg. Hij stelde toen voor om de machine te laten komen via een bevriend iemand. Die is dan ook gekomen en [verdachte 7] heeft toen tegen mij gezegd: “Hij is er nu eenmaal; maak er gebruik van.” En dat heb ik gedaan. Ik heb de kosten van deze machine niet zelf betaald en ik ken de factuur bij de RuG niet.