ECLI:NL:RBOVE:2017:20

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
5 januari 2017
Publicatiedatum
5 januari 2017
Zaaknummer
08/770146-16
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een moeder voor seksueel misbruik van haar dochter en vervaardiging van kinderporno

Op 5 januari 2017 heeft de Rechtbank Overijssel een 32-jarige vrouw veroordeeld tot een gevangenisstraf van 20 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar. De vrouw heeft haar 5-jarige dochter gebruikt en misbruikt, waarbij zij beeldmateriaal heeft vervaardigd en dit naar een medeverdachte heeft verzonden om aandacht van hem te krijgen. Naast de gevangenisstraf moet de vrouw zich melden bij de reclassering, zich laten behandelen en zich laten opnemen voor een korte klinische opname. Tijdens de proeftijd mag zij geen verdovende middelen of alcohol gebruiken en moet zij meewerken aan bloed- of urineonderzoek. Ook is er een contactverbod met de medeverdachte opgelegd.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is en dat zij bevoegd is tot kennisneming van de zaak. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 36 maanden geëist, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, maar de rechtbank heeft een lagere straf opgelegd, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de context van de feiten. De verdachte is verminderd toerekeningsvatbaar verklaard, mede door een persoonlijkheidsstoornis en een depressieve stoornis. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op de persoonlijke integriteit van het slachtoffer zwaar meegewogen in de strafmaat.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Afdeling Strafrecht
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer (P): 08/770146-16
Datum vonnis: 5 januari 2016
Vonnis (promis) op tegenspraak van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum 1] 1984 in [geboorteplaats] ,
wonende in [woonplaats] ,
nu verblijvende in P.I. Zwolle.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 22 december 2016. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. C.Y. Huang en van wat door verdachte en haar raadsman mr. R.W. van Faassen, advocaat te Zwolle, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte in de periode van 1 september 2015 tot 14 juli 2016:
feit 1 en 2:
met haar dochter ontuchtige handelingen heeft gepleegd (mede) bestaande uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die dochter, terwijl zij de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt;
feit 3:
kinderporno heeft vervaardigd, verspreid en in haar bezit heeft gehad.
Voluit luidt de tenlastelegging aan de verdachte, dat:
1.
zij in of omstreeks de periode van 1 september 2015 tot 14 juli 2016
in de gemeente Zwolle, althans in Nederland,
met haar dochter [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2012,
die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt,
een of meer handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede
bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] ,
te weten het meermalen, althans éénmaal,
duwen/drukken/brengen/houden van een of meer vinger(s) in de vagina en/of tussen de schaamlippen van die [slachtoffer] ;
en/of
zij in of omstreeks de periode van 1 september 2015 tot 14 juli 2016
in de gemeente Zwolle, althans in Nederland,
met haar dochter [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2012, die toen de
leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt,
buiten echt,
een of meer ontuchtige handelingen heeft/hebben gepleegd, te weten het
meermalen, althans éénmaal,
voelen aan en/of betasten van en/of stimuleren van de clitoris en/of vagina
en/of anus van die [slachtoffer] ;
2.
zij in of omstreeks de periode van 1 september 2015 tot 14 juli 2016
in de gemeente Zwolle, althans in Nederland,
ontucht heeft gepleegd
met haar minderjarig kind en/of de aan haar zorg en/of opleiding en/of
waakzaamheid toevertrouwde minderjarige
[slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2012,
te weten het meermalen, althans éénmaal,
- duwen/drukken/brengen/houden van een of meer vinger(s) in de vagina en/of tussen de schaamlippen van die [slachtoffer]
en/of
- voelen aan en/of betasten van en/of stimuleren van de clitoris en/of vagina
en/of anus van die [slachtoffer] ;
3.
zij
(op een of meer tijdstippen)
in of omstreeks de periode van 1 september 2015 tot 14 juli 2016
in de gemeente Zwolle, in elk geval in Nederland,
meermalen, althans éénmaal,
(telkens) een of meer afbeelding(en)
te weten 3, althans één of meer, film(s)/video(’s) en/of één of meer foto’s
-en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en)
heeft vervaardigd en/of verspreid en/of in bezit heeft gehad,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten ( [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2012) was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedraging(en) -zakelijk weergegeven -bestond(en) uit:
het vaginaal penetreren met (een) vinger(s)/hand(en) van het lichaam van die [slachtoffer] , althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
(bestandsnaam nummer [bestandsnaam 1], toonmap: fotomap behorende bij: Pv nr
116/Beschrijving kp. Materiaal, screenshot films, pagina 5 foto 19, omschrijving volgnummer 19, pagina 634)
en/of
het betasten en/of aanraken met (een) vinger(s)/hand(en) van de geslachtsdelen van die [slachtoffer] , althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 12 jaren nog niet heeft bereikt (Toonmap: Snapshots films, aantal foto’s 16, bestandsnaam [bestandsnaam 2] (film 1) en [bestandsnaam 3] (film 2) pagina 1 tot en met 8)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van die [slachtoffer] , althans (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij die [slachtoffer] , althans deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of poseert/poseren in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in (een)(erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen en/of waarbij die [slachtoffer] , althans deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of
de wijze van kleden van die [slachtoffer] , althans deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de
afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling,
(Toonmap: Snapshots films, aantal foto’s 16, bestandsnaam [bestandsnaam 2] (film 1) en [bestandsnaam 3] (film 2) pagina 1 tot en met 8)

3.De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren, met als bijzondere voorwaarden, meldplicht, ambulante behandeling, drugs- en alcoholverbod en een contactverbod met medeverdachte [medeverdachte] .

4.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

5.De beoordeling

Deze paragraaf bevat het oordeel van de rechtbank over de vraag of de tenlastegelegde feiten bewezenverklaard kunnen worden of dat daarvan moet worden vrijgesproken.
5.1
Feit 1, Feit 2 en Feit 3
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat de ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden.
De raadsman heeft zich, voor wat betreft het bewijs, gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
5.3
De bewijsoverwegingen van de rechtbank
De rechtbank overweegt ten aanzien van de feiten 1, 2 en 3 dat sprake is van een bekennende de verdachte in de zin van artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering. De rechtbank zal daarom in de bijlage van dit vonnis volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen die tot de bewezenverklaring hebben geleid.
5.4
De conclusie
De rechtbank is door de inhoud van de wettige bewijsmiddelen tot de overtuiging gekomen, dat de verdachte het onder feit 1, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
zij in de periode van 1 september 2015 tot 14 juli 2016
in de gemeente Zwolle,
met haar dochter [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2012,
die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt,
een of meer handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede
bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] ,
te weten het meermalen,
brengen van een of meer vinger(s) tussen de schaamlippen van die [slachtoffer] ;
en
zij in de periode van 1 september 2015 tot 14 juli 2016
in de gemeente Zwolle,
met haar dochter [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2012, die toen de
leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt,
buiten echt,
een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten het
meermalen,
voelen aan en/of betasten van en/of van de clitoris en/of vagina
en/of anus van die [slachtoffer] ;
2.
zij in de periode van 1 september 2015 tot 14 juli 2016
in de gemeente Zwolle,
ontucht heeft gepleegd
met haar minderjarig kind [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2012,
te weten het meermalen,
- brengen van een of meer vinger(s) tussen de schaamlippen van die [slachtoffer]
en
- voelen aan en/of betasten van en/of stimuleren van de clitoris en/of vagina
en/of anus van die [slachtoffer] ;
3.
zij
in de periode van 1 september 2015 tot 14 juli 2016
in de gemeente Zwolle,
een of meer afbeelding(en)
te weten meerdere, film(s)/video(’s) en/of één of meer foto’s
heeft vervaardigd en verspreid en in bezit heeft gehad,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten ( [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2012) was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedraging(en) -zakelijk weergegeven -bestond(en) uit:
het vaginaal penetreren met (een) vinger(s)/hand(en) van het lichaam van die [slachtoffer] , althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
(bestandsnaam nummer [bestandsnaam 1], toonmap: fotomap behorende bij: Pv nr
116/Beschrijving kp. Materiaal, screenshot films, pagina 5 foto 19, omschrijving volgnummer 19, pagina 634)
en/of
het betasten en/of aanraken met (een) vinger(s)/hand(en) van de geslachtsdelen van die [slachtoffer] , althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 12 jaren nog niet heeft bereikt (Toonmap: Snapshots films, aantal foto’s 16, bestandsnaam [bestandsnaam 2] (film 1) en [bestandsnaam 3] (film 2) pagina 1 tot en met 8)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van die [slachtoffer] , althans (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij die [slachtoffer] , althans deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of poseert/poseren in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in (een)(erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen en/of waarbij die [slachtoffer] , althans deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of
de wijze van kleden van die [slachtoffer] , althans deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de
afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling,
(Toonmap: Snapshots films, aantal foto’s 16, bestandsnaam [bestandsnaam 2] (film 1) en [bestandsnaam 3] (film 2) pagina 1 tot en met 8)
De rechtbank heeft de eventueel in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd, zodat zij haar daarvan zal vrijspreken.

6.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld bij de artikelen 240b, 244, 247 en 249 Sr. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De rechtbank overweegt dat ten aanzien van de door verdachte gepleegde feiten
1 en 2 sprake is van eendaadse samenloop in de zin van artikel 55 Sr. De rechtbank zal voor de straftoemeting dan ook alleen de strafbepaling van artikel 244 Sr toepassen, omdat daarbij de zwaarste hoofdstraf is gesteld. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1 en 2 eendaadse samenloop van
het misdrijf: met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd;
en
het misdrijf: met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd;
enhet misdrijf: ontucht plegen met haar minderjarig kind, meermalen gepleegd;
feit 3
het misdrijf: een afbeelding - of een gegevensdrager, bevattende een afbeelding - van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardigen, verspreiden en in bezit hebben.

7.De strafbaarheid van de verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

8.De op te leggen straf of maatregel

8.1
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. Ook neemt de rechtbank de volgende factoren in aanmerking.
De verdachte heeft haar minderjarige dochter gebruikt en misbruikt, er beeldmateriaal van vervaardigd en dat naar de medeverdachte toegezonden, om aandacht van hem te blijven krijgen en hem in seksueel opzicht te blijven plezieren. Verdachte heeft daarbij alleen oog gehad voor haar eigen belang. Met de medeverdachte heeft zij een sfeer van seksueel overschrijdende fantasieën gecreëerd waarin de feiten hebben kunnen plaatsvinden en waarbij zij haar minderjarige dochter heeft betrokken. Met haar handelen heeft de verdachte een ernstige inbreuk gemaakt op de persoonlijke integriteit van haar minderjarige dochter. De rechtbank rekent dit verdachte zwaar aan.
In het kader van deze strafzaak is over verdachte gerapporteerd door een psychiater en een psycholoog.
De psychiater concludeert dat de verdachte lijdende is aan een ziekelijke stoornis/gebrekkige ontwikkeling van de geestesvermogens, te weten een persoonlijkheidsstoornis met borderline, afhankelijke en obsessief-compulsieve trekken. Deze stoornis was ten tijde van het plegen van het ten laste gelegde aanwezig. De zelfcontrole van de verdachte werd beperkt door de persoonlijkheidsstoornis en beïnvloedde de keuzevrijheid in die zin dat verdachte, mede door het zichzelf moeilijk grenzen kunnen stellen en angst om in de steek gelaten te worden, afwijkende manieren hanteerde om met problemen en anderen om te gaan. De psychiater concludeert dat de verdachte voor het haar ten laste gelegde als verminderd toerekeningsvatbaar beschouwd kan worden. Op basis van het risico-instrument SVR-20 in combinatie met het klinische oordeel wordt het recidivegevaar ingeschat als laag. De persoonlijkheidsstoornis, relatieproblemen en drugsgebruik kunnen van belang zijn voor de kans op recidive. Geadviseerd wordt een behandeling gericht op recidivepreventie door middel van het adequater omgaan met stressbronnen/relatieproblemen en het beter voor zichzelf leren opkomen/leren grenzen te stellen. Deze behandeling kan worden opgelegd als bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijk strafdeel onder een verplicht reclasseringstoezicht bij een instelling als De Tender.
De psycholoog concludeert dat bij de verdachte sprake is van een ziekelijke stoornis, zijnde een depressieve stoornis, niet anderszins omschreven, deels in remissie, en misbruik van cocaïne, in detentie in remissie. Voorts is er sprake van partner-relatieproblematiek. Daarnaast is er sprake van een enigszins gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens, zijnde persoonlijkheidsproblematiek met op de voorgrond afhankelijke en vermijdende persoonlijkheidskenmerken bij een vrouw met dieper verankerde neurotische problematiek die onlustgevoelens waaronder met name haar boosheid, sterk afweert. Differentiaal diagnostisch wordt een posttraumatische stress-stoornis overwogen omdat het ten laste gelegde deels traumatiserend lijkt te hebben doorgewerkt. Ten tijde van het ten laste gelegde speelden de problematiek en de stoornis een rol, terwijl de verdachte tevens misbruik maakte van cocaïne. Daarnaast lijken ook de invloed van de toenmalige relatie met de medeverdachte en de mogelijke manipulatie door hem een luxerende factor te zijn geweest. Door de psycholoog wordt geadviseerd om de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar te achten. Bij de verdachte is er geen sprake van een seksuele stoornis, zijnde pedofilie. Er zijn geen aanwijzingen dat de verdachte vanuit eigen seksuele motieven ontuchtige handelingen heeft gepleegd. Het ten laste gelegde heeft plaatsgevonden in een specifieke context/omstandigheid waarin de relatie met medeverdachte haar danig uit balans heeft gebracht en haar mogelijk heeft aangezet tot delictgedrag. Op basis van de SVR-20, de beschermende factoren, de klinische beoordeling en de specifieke context/omstandigheden wordt de kans op recidive als laag ingeschat. Een langdurende, psychotherapeutische deeltijdbehandeling is geïndiceerd die zich in eerste instantie richt op het opbouwen van een veilige werkrelatie waarin de verdachte zich voldoende veilig gaat voelen om te gaan praten over zichzelf, haar kwetsbaarheden, desadaptieve schema’s en haar emotionele binnenwereld. Daarnaast is partner-relatietherapie geïndiceerd omdat de verdachte de intentie heeft om verder te gaan met haar huidige partner (niet de medeverdachte). Wanneer de verdachte belast raakt door traumatische herinneringen, mogelijk gerelateerd aan het ten laste gelegde, is traumabehandeling geïndiceerd. De psycholoog adviseert verder om bij een geheel of gedeeltelijk voorwaardelijke straf als bijzondere voorwaarde te stellen dat de verdachte zich richt naar de aanwijzingen van de reclassering en dat die aanwijzingen kunnen inhouden dat de verdachte zich onder deeltijdbehandeling laat stellen bij een GGZ instelling.
Met de conclusies van voornoemde rapportages ten aanzien van de toerekeningsvatbaarheid kan de rechtbank zich verenigen en deze worden dan ook overgenomen. De rechtbank zal verdachte ter zake van de bewezen verklaarde feiten als verminderd toerekeningsvatbaar beschouwen. De deskundigen zijn weliswaar tot een ander diagnose gekomen met betrekking tot de ziekelijke stoornis/gebrekkige ontwikkeling van de geestesvermogens, maar hebben een grotendeels zelfde beschrijving gegeven van de problematiek waarmee de door de verdachte gepleegde ernstige strafbare feiten samenhangt.
Het reclasseringsadvies van 21 november 2016 sluit voor een groot gedeelte aan bij de rapportages van de psychiater en de psycholoog. Het recidiverisico wordt ingeschat als laag. De reclassering adviseert een gedeeltelijk voorwaardelijke gevangenisstraf met daaraan gekoppeld een meldplicht, behandelverplichting (ambulante behandeling), drugs- alcoholverbod en een contactverbod.
De rechtbank overweegt dat de aard van de feiten in beginsel een geheel onvoorwaardelijke vrijheidsbenemende straf voor langere duur rechtvaardigt. De rechtbank betrekt in haar uiteindelijke beoordeling omtrent de strafmaat de persoon van verdachte en de persoonlijke omstandigheden zoals die uit het strafdossier en ter zitting zijn gebleken. Ook betrekt de rechtbank in haar afwegingen de adviezen van de deskundigen en het feit dat de verdachte niet eerder voor een soortgelijk delict met politie en justitie in aanraking is gekomen. Daarnaast legt het voor de rechtbank veel gewicht in de schaal dat uit de feitenconstellatie is gebleken dat het bewezenverklaarde plaatsvond in een specifieke context waarin de relatie met de medeverdachte en mogelijke manipulatie door hem een factor is geweest die verdachte ertoe heeft gebracht de ten laste gelegde feiten te plegen. Het onderzoek van de deskundigen geeft geen aanwijzingen dat verdachte vanuit eigen seksuele motieven de strafbare handelingen heeft gepleegd. Over haar psychische toestand ten tijde van het ten laste gelegde heeft verdachte onder meer verklaard dat het leek alsof zij die periode in een waas leefde en zichzelf niet meer onder controle had. Ze was onzeker over zichzelf en kwetsbaar omdat zij in scheiding lag en door de aandacht die zij van de medeverdachte kreeg deed zij alles voor hem en was zij bereid om daar heel ver in te gaan, zoals zij ook ter terechtzitting desgevraagd heeft verklaard. Verdachte heeft verder de bevindingen en conclusies van de deskundigen bevestigd en onder meer verklaard dat zij niet heeft stilgestaan bij de ernst van het delictgedrag en dat zij wil mee werken aan een behandeling om meer inzicht te krijgen aan haar problematiek.
De rechtbank ziet in het vorenstaande aanleiding om met betrekking tot de strafmaat in verlichtende zin af te wijken van de richtlijnen van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) en de door de officier van justitie gevorderde straf. Alles afwegend acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 20 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk passend en geboden. Aan de voorwaardelijke gevangenisstraf verbindt de rechtbank een proeftijd van drie jaren met reclasseringstoezicht om gedurende deze periode controle op verdachte te houden. Daarnaast neemt de rechtbank de door de reclassering geadviseerde en door de officier van justitie gevorderde bijzondere voorwaarden aangaande de meldplicht, ambulante behandelverplichting, drugs- en alcoholverbod en contactverbod over.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 27, 55 en 57 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
  • verklaart bewezen, dat verdachte het onder feit 1, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
  • verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder feit 1, 2 en 3 meer of anders is tenlastegelegd en spreekt haar daarvan vrij;
strafbaarheid
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1 en 2 eendaadse samenloop van
het misdrijf: met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd;
en
het misdrijf: met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd;
het misdrijf: ontucht plegen met haar minderjarig kind, meermalen gepleegd;
feit 3
het misdrijf: een afbeelding - of een gegevensdrager, bevattende een afbeelding - van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardigen, verspreiden en in bezit hebben.
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder feit 1, 2 en 3 bewezenverklaarde;
straf
  • veroordeelt verdachte tot een
  • bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast:
- omdat de veroordeelde geen medewerking aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14d, tweede lid, Sr heeft verleend, medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- omdat de veroordeelde tijdens de proeftijd de bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
  • stelt als
  • stelt als
  • stelt als
  • stelt als
  • stelt als
  • draagt deze reclasseringsinstelling op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
  • bepaalt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. S. Taalman, voorzitter, mr. G.H. Meijer en mr. F. van der Maden, rechters, in tegenwoordigheid van H.J.A. Teerlink, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 5 januari 2016.
Mr. S. Taalman en mr. F. van der Maden zijn buiten staat het vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit bladzijden uit het dossier van de regiopolitie Oost-Nederland met onderzoeksnummer ONRBC16070. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 22 december 2016, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van de verdachte;
2.
Het proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal van 18 juli 2016, pagina 453 t/m 458, inhoudende het relaas van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] ;
3.
Het proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal van 3 oktober 2016, pagina 627 t/m 635, inhoudende het relaas van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] .