ECLI:NL:RBOVE:2017:1818

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
26 april 2017
Publicatiedatum
26 april 2017
Zaaknummer
08.952327-16, 08.760112-16 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gevangenisstraf voor oplichting en identiteitsfraude met aanzienlijke schade aan slachtoffers

Op 26 april 2017 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 33-jarige man, die werd beschuldigd van oplichting en identiteitsfraude. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. De man werd beschuldigd van het plegen van meerdere strafbare feiten, waaronder het dwingen van slachtoffers tot het indienen van ontslag bij hun werkgever door middel van bedreiging, het vervalsen van identiteitsbewijzen, en het oplichten van verschillende bedrijven en personen via internet. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan een reeks ernstige misdrijven, waarbij hij gebruik maakte van zijn digitale vaardigheden om slachtoffers te benadelen. De totale schade die door zijn daden was veroorzaakt, werd geschat op ongeveer 150.000 euro, maar de verdachte zelf schatte deze op 400.000 euro. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten, de impact op de slachtoffers en de eerdere veroordelingen van de verdachte. De rechtbank legde ook een schadevergoedingsmaatregel op aan de benadeelde partijen, die in totaal aanzienlijke bedragen vorderden als gevolg van de gepleegde misdrijven.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Afdeling Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummers: 08.952327-16 en 08.760112-16 (P)
Datum vonnis: 26 april 2017
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1983 te [geboorteplaats]
gedetineerd in de P.I. Overijssel te Zwolle.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 10 januari 2017 en 13 april 2017.
Ter terechtzitting van de pro forma zitting op 14 oktober 2106 heeft de rechtbank in het belang van het onderzoek de voeging bevolen van de bij afzonderlijke dagvaardingen onder parketnummers 08.952327-16 en 08.760112-16 tegen verdachte aangebrachte zaken.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr.
M.J. van Dijck en van hetgeen door verdachte en de raadsman mr. R.W. van Faassen, advocaat te Zwolle, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Voor de leesbaarheid van dit vonnis nummert de rechtbank de feiten 1 en 2 van parketnummer 08.760112-16 als feiten 9 en 10.
De verdenking komt er, na nadere omschrijving tenlastelegging op 10 januari 2017 en wijziging tenlastelegging op 13 april 2017, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:A: heeft geprobeerd [slachtoffer 1] te dwingen haar ontslag in te dienen bij Jeugdbescherming Overijssel en [slachtoffer 2] te dwingen in te gaan op een LinkedIn verzoek door hem te dreigen met het openbaar maken van smadende e-mails en websites;
B: de eer en goede naam van [slachtoffer 1] heeft aangerand door het openbaar maken van websites met een smadende inhoud;
feit 2:op naam van jeugdinstelling Xonar domeinnamen bij mijndomein.nl heeft aangevraagd zodat hij daarvoor niet hoefde te betalen;
feit 3:A: identiteitsbewijzen van anderen heeft vervalst en met die vervalste identiteitsbewijzen goederen bij bedrijven en telefoonproviders heeft besteld;
B: met de persoonsgegevens van anderen goederen bij bedrijven en telefoonproviders heeft besteld;
feit 4:T-Mobile en Vodafone heeft opgelicht;
feit 5:vacaturesite jobbird.com heeft opgelicht;
feit 6:diverse personen heeft opgelicht;
feit 7:SNS Bank en American Express heeft opgelicht;
feit 8:diverse personen heeft opgelicht;
feit 9:een televisie van zijn ouders heeft gestolen;
feit 10:een televisie van zijn ouders heeft gestolen.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1.
A.
hij in of omstreeks de periode van 24 juli 2015 tot en met 31 juli 2015 te Zwolle, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] door bedreiging met smaad en/of smaadschrift te dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden als volgt heeft gehandeld, hebbende hij, verdachte:
-smadende domeinnamen en/of e-mailadressen aangemaakt op naam van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of
-vele e-mails verstuurd aan die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] met een smadende inhoud, waarbij verdachte heeft gedreigd met het openbaar maken van die smadende inhoud indien die [slachtoffer 1] niet haar ontslag in zou dienen bij Jeugdbescherming Overijssel en/of indien die [slachtoffer 2] niet in zou gaan op een (linkedin)verzoek, gedaan in een van die e-mails,
terwijl de uitvoering van dat misdrijf niet is voltooid en/of
B.
hij in of omstreeks de periode van 24 juli 2015 tot en met 31 juli 2015 te Zwolle, althans in Nederland, opzettelijk, door middel van het openlijk tentoonstellen en/of aanslaan van geschriften, de eer en de goede naam van [slachtoffer 1] heeft aangerand door telastlegging van een of meer bepaalde feiten, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, immers heeft verdachte met voormeld doel een groot aantal domeinnamen aangemaakt op naam van die [slachtoffer 1] (en/of op naam van Jeugdbescherming Overijssel, waar die [slachtoffer 1] werkzaam is), waaronder:
- [website 1] en/of
- [website 1] en/of
- [website 2] en/of
- [website 3] en/of
- [website 1]
en heeft verdachte deze domeinnamen geactiveerd, zodat deze openlijk zichtbaar zijn geworden;
2.
hij in of omstreeks de periode van 24 juli 2015 tot en met 31 juli 2015 te Zwolle, althans in Nederland, (telkens) met het oogmerk daarvoor niet volledig te betalen, gebruik heeft gemaakt van een dienst die via telecommunicatie aan het publiek wordt aangeboden, te weten de website mijndomein.nl door een technische ingreep en/of met behulp van valse signalen, te weten door zich (telkens) voor te doen als werknemer en/of gevolmachtigde van Jeugdinstelling Xonar, waardoor bij de ontvanger, te weten mijndomein.nl (telkens) een gevolg werd bewerkstelligd, te weten het (telkens) vrijgeven van domeinnamen;
3.
A.
hij in of omstreeks de periode van 17 september 2013 tot en met oktober 2014 te Zwolle, althans in Nederland, (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk (kopieën van) identiteitsbewijzen als bedoeld in artikel 1 van de Wet op identificatieplicht valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst en/of gebruik heeft gemaakt van dergelijke valse en/of vervalste (kopieën van) identiteitsbewijzen, te weten: vervalste (kopieën van) paspoorten op naam van [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] , door (telkens) met gebruikmaking van voornoemde (kopieën van) identiteitsbewijzen telefoons en/of telefoonabonnementen en/of andere goederen te bestellen bij meerdere bedrijven en/of telefoonproviders en/of
B.
hij in of omstreeks de periode van 17 september 2013 tot en met oktober 2014 te Zwolle, althans in Nederland, (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk gebruik heeft gemaakt van identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] , althans van een ander, met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen en/of de identiteit van de ander te verhelen of misbruiken, waardoor uit dat gebruik enig nadeel is en/of kon ontstaan, door met gebruikmaking van voornoemde persoonsgegevens telefoons en/of telefoonabonnementen en/of andere goederen te bestellen bij meerdere bedrijven en/of telefoonproviders;
4.
hij in of omstreeks de periode van 12 september 2013 tot en met juli 2014 te Zwolle, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, T-Mobile en/of Vodafone heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten: tot de afgifte van vele zakelijke telefoonabonnementen, met bij die abonnementen horende smartphones en/of tablets (te weten ongeveer 240 smartphones en/of tablets) door: zich voor te doen als gevolmachtigde van bedrijven, door:
(onder meer)
- bedrijven te selecteren op kredietwaardigheid en/of uit te zoeken wie tekenbevoegd was binnen het bedrijf; en/of
- valselijk opgemaakte aanvragen in te dienen voor het afsluiten van (meerdere) telefoonabonnement(en) op naam van deze bedrijven; en/of
- bij deze aanvragen valse en/of vervalste kopieën van paspoorten
- (de) volmacht(en) voor het in ontvangst nemen van de telefoon(s) en/of andere producten/goederen te vervalsen, althans valselijk op te maken (op naam van de tekenbevoegde persoon in het bedrijf), waardoor hij verdachte (valselijk) gevolmachtigd werd de goederen in ontvangst te nemen; en/of
- ter plaatse te gaan bij de betreffende bedrijven; en/of
- een alternatief afleveradres op te geven en daar dan ter plaatse te gaan; en/of
- bij het in ontvangst nemen van de telefoon(s) gebruik te maken van logo’s en/of bedrijfspapier en/of buttons van het betreffende bedrijf (onder meer op kleding en/of auto’s) teneinde de koerier te laten geloven dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s) werkelijk in bet bedrijf werkzaam waren;
5.
hij in of omstreeks de periode van 1 september 2014 tot en met 1 maart 2016 te Zwolle, althans in Nederland, (telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, vacaturesite jobbird.com heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst en/of het ter beschikking stellen van gegevens, te weten: tot het verstrekken van profielen van en/of gegevens over geschikte kandidaten voor vacatures, door zich jegens Jobbird voor te doen als werkgever (van IKEA en/of Kentucky Fried Chicken en/of Supertrash en/of Essent en/of Leapp en/of bol.com) en/of het plaatsen van ‘fake’ vacatures/althans niet bestaande vacatures, op de vacature website Jobbird.com en/of daarbij gebruik te maken van (valse) e-mailadressen en/of (valse) domeinnamen (om deze vacatures echt en onvervalst te laten lijken);
6.
hij in of omstreeks de periode van 01 september 2014 tot en met 01 maart 2016 te Zwolle, althans in Nederland, (telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 11] en/of [slachtoffer 12] en/of [slachtoffer 13] en/of [slachtoffer 14] en/of [slachtoffer 15] en/of [slachtoffer 16] en/of [slachtoffer 17] en/of [slachtoffer 18] en/of [slachtoffer 19] en/of [slachtoffer 20] en/of [slachtoffer 21] en/of [slachtoffer 22] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten: tot afgifte/het verstrekken van (een kopie van) hun identiteitsbewijzen en/of identiteitsgegevens en/of hun bankrekeningnummers en/of een klein bedrag aan geld (via elektronische overboeking) door zich voor te doen als werkgever (van IKEA en/of Kentucky Friend Chicken en/of Supertrash en/of Essent en/of Leapp en/of bol.com) op vacaturesite jobbird.com en hen in die hoedanigheid te vragen voornoemde gegevens en/of geld af te geven/te verstrekken ten behoeve van een sollicitatie- of kennismakingsgesprek;
7.
hij in of omstreeks de periode van 01 september 2014 tot en met 01 maart 2016 te Zwolle, althans in Nederland, (telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, SNS Bank en/of American Express heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten: tot het verstrekken/afgifte van kredietlimieten en/of creditcards en/of bankpassen en/of bankrekeningen, door:
-(valse of vervalste) (kopieën van) identiteitsbewijzen en/of persoonsgegevens van anderen dan hijzelf (verkregen via vacaturesite jobbird.com) te overleggen aan SNS Bank en/of American Express ten behoeve van de aanvraag van voornoemde kredieten en/of bankpassen en/of bankrekeningen en/of
-door anderen dan hijzelf een klein bedrag te laten storten (via elektronische overboeking) op de nieuw verkregen/geopende bankrekeningen (waardoor zijn aanvragen voldeden aan de zogenaamde ‘Afgeleide Identificatie Methode’ van SNS Bank en/of American Express);
8.
hij in of omstreeks de periode van 27 november 2013 tot en met 03 augustus 2015 te Zwolle, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 23] en/of [slachtoffer 24] en/of [slachtoffer 25] en/of [slachtoffer 26] en/of [slachtoffer 27] en/of [slachtoffer 28] en/of J [slachtoffer 29] en/of [slachtoffer 30] en/of [slachtoffer 31] en/of [slachtoffer 32] en/of [slachtoffer 33] en/of [slachtoffer 34] en/of [slachtoffer 35] en/of [slachtoffer 36] , heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten: tot (telkens) de afgifte van een of meer geldbedrag(en) (via elektronische overboeking) door valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
- zich voor te doen als bonafide aanbieder en/of verkoper van concert-/festival-/evenementkaarten en/of goederen, in elk geval één of meer goederen, op de internetsite Marktplaats.nl en/of Facebook en/of
-(in sommige gevallen) gebruik te maken van een valse identiteit en/of
-(in sommige gevallen) gebruik te maken van de bankrekeningnummers van zogenoemde katvangers en/of
- de indruk te wekken dat hij die concert-/festival-/evenementkaarten en/of goederen in zijn bezit had en/of
- voornoemde personen voor te houden dat hij die kaarten en/of goederen zou leveren na betaling/overschrijving van een geldbedrag op zijn bankrekening en/of de bankrekeningen van de zogenoemde katvangers,
waardoor voornoemde personen werden bewogen tot afgifte van de/een geldbedrag(en),
terwijl hij verdachte, en of zijn mededader(s) niet in het bezit was/waren van die kaarten en/of goederen;
9.
hij op of omstreeks 23 mei 2016, in de gemeente Dalfsen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning, gelegen aan de [adres] (uit een slaapkamer) (welke is gelegen op de benedenverdieping), heeft weggenomen een (LCD-) televisie (Samsung), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 37] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van inklimming en/of door middel van een valse sleutel, te weten door gebruikmaking van een (reserve) (huis)sleutel, althans van een - nog bij hem, verdachte, in het bezit zijnde - (huis)sleutel;
10.
hij op of omstreeks 24 mei 2016, in de gemeente Dalfsen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning, gelegen aan de [adres] (uit de woonkamer), heeft weggenomen een (LCD-)televisie (Samsung Curved), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 37] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van inklimming en/of door middel van een valse sleutel, te weten door gebruikmaking van een (reserve) (huis)sleutel, althans van een - nog bij hem, verdachte, in het bezit zijnde - (huis)sleutel.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

4.1
Inleiding
Aanleiding voor de start van het onderzoek is een aangifte van 29 juli 2015 door Anja [slachtoffer 1] , jeugdbeschermer bij Jeugdbescherming Overijssel van smaad, laster en computercriminaliteit. In e-mails zou [slachtoffer 1] te kennen zijn gegeven dat als zij ontslag neemt bij de jeugdbescherming, de op internet geplaatste smadende informatie over haar ongedaan zou worden gemaakt. Jeugdbescherming vermoedt dat verdachte de dader is, omdat hij het niet eens is met beslissingen van de jeugdbescherming in het kader van de zorg voor zijn dochtertje. Verdachte wordt er door de jeugdbescherming per brief op gewezen dat een dergelijke benadering van medewerkers onacceptabel is en dat er aangifte gedaan zal worden.
In diezelfde maand heeft [slachtoffer 2] , eveneens jeugdbeschermer, aangifte gedaan van een soortgelijk feit. In e-mails zou hem te kennen zijn gegeven het LinkedIn profiel van zijn collega [slachtoffer 1] te accepteren, omdat anders de website [website 4] online gezet zou worden waarin gesuggereerd zou worden dat [slachtoffer 2] pedofiel is.
Tijdens het onderzoek naar verdachte dat daarop volgt komen meer strafbare feiten aan het licht, waaronder grootschalige oplichting, identiteitsfraude en internetfraude, maar ook oplichting van diverse mensen via Facebook en Marktplaats.
4.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de tien tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden. Daarbij heeft zij zich onder andere gebaseerd op de aangiften van de slachtoffers, de verklaringen van medeverdachten/getuigen [getuige 1] [getuige 2] , [getuige 3] , [getuige 4] , [getuige 5] en [getuige 6] , de aangetroffen documenten van verdachte in de woning van zijn ouders, het onderzoek aan de laptop HP Pavilion dv6 van verdachte en de grotendeels bekennende verklaring van verdachte.
4.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak van de feiten 1, 2, 5 en 10 bepleit en voor het onderdeel [slachtoffer 5] in feit 3 onder A.
De raadsman heeft voor de feiten 1 en 2 aangevoerd dat het dossier veel vermoedens bevat, maar geen concrete aanwijzingen dat zijn cliënt deze feiten heeft gepleegd. Zijn cliënt en [slachtoffer 2] kennen elkaar niet, noch heeft [slachtoffer 2] iets te maken met de dochter van zijn cliënt. [slachtoffer 2] heeft zelf een andere naam genoemd, maar diegene is niet uitputtend genoeg gehoord. Verder vraagt de raadsman zich af of zijn cliënt de enige gebruiker is van de laptop waar het logo op is aangetroffen. De raadsman merkt [getuige 6] aan als een onbetrouwbare getuige omdat zij zelf ook (verslavings)problemen heeft.
Subsidiair heeft de raadsman voor feit 2 de niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie bepleit omdat het nadeel niet ten laste van Xonar maar van mijndomein.nl komt.
Voor feit 3 onder A heeft de raadsman aangevoerd dat niet bewezen kan worden dat zijn cliënt degene is die gebruik heeft gemaakt van een vervalst(e kopie van een) identiteitsbewijs van [slachtoffer 5] . Wel kan het in feit 3 onder B tenlastegelegde ten aanzien van [slachtoffer 5] bewezen worden.
Voor feit 5 heeft de raadsman aangevoerd dat jobbird.com slechts een faciliterende rol heeft en daarom niet degene is die opgelicht is. Omdat jobbird.com geen gegevens afgeeft, is er geen sprake van dat jobbird.com kan worden ‘bewogen tot het verstrekken van gegevens’.
Voor feit 10 heeft de raadsman aangevoerd dat de moeder van zijn cliënt heeft verklaard dat de televisie eigendom van haar zoon was. Als eigenaar kon en mocht zijn cliënt beschikken over de televisie en daardoor ook overgaan tot verkoop ervan.
Voor de overige feiten heeft de raadsman zich voor wat betreft de bewezenverklaring gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.4
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte de tenlastegelegde feiten heeft begaan. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Met betrekking tot de feiten 1 en 2
Uit de bewijsmiddelen concludeert de rechtbank dat de e-mails gericht aan [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] eenzelfde afbeelding bevatten, namelijk een samengestelde afbeelding met onderdelen uit het logo van het computerspel The Godfather, het logo van jeugdbescherming Overijssel en de tekst ‘Jeugdbescherming Maffia’. Dezelfde afbeelding is aangetroffen op de laptop die verdachte gebruikte ten tijde van de gepleegde feiten. Ook is het computerspel The Godfather op die laptop aangetroffen. Uit nader onderzoek blijkt dat de afbeelding op 17 juli 2015 op de laptop is gecreëerd of opgeslagen, welke datum ligt vóór het versturen van de brief door jeugdbescherming aan verdachte. Dat verdachte, zoals hij heeft verklaard, pas na het ontvangen van de brief zou zijn gaan zoeken op internet naar [slachtoffer 1] en daarbij de afbeelding zou hebben gevonden en opgeslagen, acht de rechtbank niet aannemelijk.
De e-mails naar [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] waren zo opgesteld dat het leek alsof ze verstuurd waren door [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] zelf, vanaf hun eigen account. Ze bleken afkomstig te zijn van dezelfde mailserver ‘ [website 3] ’, eigendom van en in beheer bij mijndomein.nl. De mails waren zodanig gemanipuleerd dat het adres van de afzender gelijk was aan het adres van de ontvanger.
De domeinnamen blijken te zijn aangevraagd via een TOR-netwerk, een netwerk waarmee iemand anoniem op het internet kan surfen, en staan geregistreerd op naam van Xonar Jeugd & Opvoedhulp. Xonar weet van niets en heeft aangifte gedaan van oplichting.
Op de laptop van verdachte bevond zich een TOR netwerk.
Verdachte heeft de technische kennis in huis om dergelijke mailadresmanipulaties en aanvragen via een TOR-netwerk te bewerkstelligen. Dat blijkt onder meer uit de verklaringen van [slachtoffer 1] en [getuige 6] , een ex-vriendin van verdachte, uit het nog lopende onderzoek naar aanleiding van de aangifte van [getuige 4] , een andere ex-vriendin van verdachte en uit het onderzoek naar en de verklaringen van verdachte over de feiten 3 tot en met 10.
Uit de verklaringen van [slachtoffer 1] en [getuige 6] blijkt ook dat verdachte een motief had richting de jeugdbescherming en in het bijzonder richting [slachtoffer 1] . Mede door toedoen van [slachtoffer 1] is het dochtertje van verdachte, waarover de moeder [getuige 6] het gezag heeft, in een pleeggezin geplaatst terwijl verdachte haar bij zijn ouders in huis had willen hebben.
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte de feiten 1 en 2 gepleegd heeft. De rechtbank overweegt daarbij dat verdachte de domeinnamen betreffende [slachtoffer 1] al had geactiveerd, zodat in feit 1 onder A verdachte moet worden vrijgesproken van het onderdeel [slachtoffer 1] . Ondanks dat [slachtoffer 2] verdachte niet kent, stelt de rechtbank vast dat verdachte [slachtoffer 1] via [slachtoffer 2] nogmaals wilde raken. Dat onderdeel in feit 1 onder A kan naar het oordeel van de rechtbank wel wettig en overtuigend bewezen worden.
Anders dan de raadsman is de rechtbank van oordeel dat Xonar wel degene is die in artikel 326c van het Wetboek van Strafrecht (Sr) bedoeld wordt, nu Xonar degene is die mijndomein.nl zou moeten betalen voor het aanmaken van de domeinnamen.
Met betrekking tot de feiten 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 10
Verdachte heeft een bekennende verklaring afgelegd ten aanzien van het onder 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 10 tenlastegelegde. De raadsman heeft echter voor de feiten 3 (alleen voor het onderdeel [slachtoffer 5] onder A), 5 en 9 vrijspraak bepleit.
De rechtbank overweegt dat het dossier onvoldoende bewijsmiddelen bevat om het onderdeel [slachtoffer 5] in feit 3 onder A wettig en overtuigend bewezen te achten en zal verdachte daarom van dit onderdeel vrijspreken.
De rechtbank overweegt ten aanzien van feit 5 dat jobbird.com meer is dan enkel een doorgeefluik van vacatures. Op de website is te lezen dat werkgevers ervoor kunnen kiezen om zoekcriteria in te stellen voor een vacature om daarna, via een cv-alert, van jobbird.com geschikte kandidaten gemaild te kunnen krijgen. Uit alle werkzoekenden stelt jobbird.com profielen op van geschikte kandidaten voor een vacature en mailt deze vervolgens aan de werkgever. Jobbird.com wordt dus wel degelijk bewogen tot het verstrekken van gegevens en jobbird.com moet er dan ook op kunnen vertrouwen dat de werkgever, de opsteller van de vacature, bonafide is. De voor iedereen op internet te raadplegen werkwijze van jobbird.com, samen met de aangifte en de bekennende verklaring van verdachte vormen naar het oordeel van de rechtbank voldoende wettig en overtuigend bewijs om te komen tot een bewezenverklaring van het onder feit 5 tenlastegelegde.
Voor feit 10 leest de rechtbank in de verklaring van aangeefster, de moeder van verdachte, dat verdachte deze televisie aan zijn ouders cadeau had gegeven als een soort goedmaker voor het leed dat hij zijn ouders had aangedaan. Anders dan de raadsman is de rechtbank van oordeel dat verdachte daarom niet meer het bezit noch eigendomsrecht had van en daardoor niet meer als heer en meester mocht beschikken over de televisie in de woonkamer. De verklaring van aangeefster samen met de bekennende verklaring van verdachte vormen naar het oordeel van de rechtbank voldoende wettig en overtuigend bewijs om te komen tot een bewezenverklaring van het onder feit 10 tenlastegelegde.
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 10 tenlastegelegde feiten op grond van het hiervoor overwogene en de bewijsmiddelen in de bijlage, waarbij de rechtbank, nu verdachte deze feiten heeft bekend conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen.
4.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage genoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat:
1.
A.
hij in de periode van 24 juli 2015 tot en met 31 juli 2015 in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 2] door bedreiging met smaadschrift te dwingen iets te doen, als volgt heeft gehandeld, namelijk heeft hij, verdachte:
- smadende domeinnamen en e-mailadressen aangemaakt op naam van die [slachtoffer 2] en
- e-mails verstuurd aan die [slachtoffer 2] met een smadende inhoud, waarbij verdachte heeft gedreigd met het openbaar maken van die smadende inhoud indien die [slachtoffer 2] niet in zou gaan op een (LinkedIn)verzoek, gedaan in een van die e-mails,
terwijl de uitvoering van dat misdrijf niet is voltooid en
B.
hij in de periode van 24 juli 2015 tot en met 31 juli 2015 in Nederland, opzettelijk, door middel van het openlijk tentoonstellen, de eer en de goede naam van [slachtoffer 1] heeft aangerand door tenlastelegging van een of meer bepaalde feiten, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, immers heeft verdachte met voormeld doel een groot aantal domeinnamen aangemaakt op naam van die [slachtoffer 1] (en/of op naam van Jeugdbescherming Overijssel, waar die [slachtoffer 1] werkzaam is), waaronder:
- [website 1] en
- [website 1] en
- [website 2] en
- [website 3] en
- [website 1]
en heeft verdachte deze domeinnamen geactiveerd, zodat deze openlijk zichtbaar zijn geworden;
2.
hij in de periode van 24 juli 2015 tot en met 31 juli 2015 in Nederland, telkens met het oogmerk daarvoor niet volledig te betalen, gebruik heeft gemaakt van een dienst die via telecommunicatie aan het publiek wordt aangeboden, te weten de website mijndomein.nl met behulp van valse signalen, te weten door zich telkens voor te doen als werknemer en/of gevolmachtigde van Jeugdinstelling Xonar, waardoor bij de ontvanger, te weten mijndomein.nl telkens een gevolg werd bewerkstelligd, te weten het telkens vrijgeven van domeinnamen;
3.
A.
hij in de periode van 17 september 2013 tot en met oktober 2014 in Nederland, telkens opzettelijk en wederrechtelijk (kopieën van) identiteitsbewijzen als bedoeld in artikel 1 van de Wet op identificatieplicht heeft vervalst en gebruik heeft gemaakt van dergelijke vervalste (kopieën van) identiteitsbewijzen, te weten: vervalste (kopieën van) paspoorten op naam van [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] , [slachtoffer 6] , [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8] , door telkens met gebruikmaking van voornoemde (kopieën van) identiteitsbewijzen telefoons, telefoonabonnementen en/of andere goederen te bestellen bij meerdere bedrijven en telefoonproviders en
B.
hij in de periode van 17 september 2013 tot en met oktober 2014 in Nederland, telkens opzettelijk en wederrechtelijk gebruik heeft gemaakt van identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van [slachtoffer 3] , [slachtoffer 4] , [slachtoffer 5] , [slachtoffer 6] , [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8] , met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen en de identiteit van de ander te misbruiken, waardoor uit dat gebruik enig nadeel is ontstaan, door met gebruikmaking van voornoemde persoonsgegevens telefoons, telefoonabonnementen en/of andere goederen te bestellen bij meerdere bedrijven en telefoonproviders;
4.
hij in de periode van 12 september 2013 tot en met juli 2014 in Nederland, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid, door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, T-Mobile en Vodafone heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en het verlenen van een dienst, te weten: tot de afgifte van vele zakelijke telefoonabonnementen, met bij die abonnementen horende smartphones of tablets (te weten ongeveer 240 smartphones of tablets) door: zich voor te doen als gevolmachtigde van bedrijven, door:
onder meer
- bedrijven te selecteren op kredietwaardigheid en uit te zoeken wie tekenbevoegd was binnen het bedrijf; en
- valselijk opgemaakte aanvragen in te dienen voor het afsluiten van meerdere telefoonabonnementen op naam van deze bedrijven; en
- bij deze aanvragen vervalste kopieën van paspoorten
- de volmachten voor het in ontvangst nemen van de telefoons of andere producten/goederen valselijk op te maken (op naam van de tekenbevoegde persoon in het bedrijf), waardoor hij verdachte valselijk gevolmachtigd werd de goederen in ontvangst te nemen; en
- ter plaatse te gaan bij de betreffende bedrijven; en/of
- een alternatief afleveradres op te geven en daar dan ter plaatse te gaan; en
- bij het in ontvangst nemen van de telefoons gebruik te maken van logo’s, bedrijfspapier en/of buttons van het betreffende bedrijf (onder meer op kleding en/of auto’s) teneinde de koerier te laten geloven dat hij, verdachte werkelijk in het bedrijf werkzaam waren;
5.
hij in de periode van 1 september 2014 tot en met 1 maart 2016 in Nederland, telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid, door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, vacaturesite jobbird.com heeft bewogen tot het verlenen van een dienst en het ter beschikking stellen van gegevens, te weten: tot het verstrekken van profielen van en gegevens over geschikte kandidaten voor vacatures, door zich jegens Jobbird voor te doen als werkgever (van IKEA, Kentucky Fried Chicken, Supertrash, Essent, Leapp of bol.com), het plaatsen van ‘fake’ vacatures op de vacature website Jobbird.com en daarbij gebruik te maken van valse e-mailadressen en valse domeinnamen om deze vacatures echt en onvervalst te laten lijken;
6.
hij in de periode van 1 september 2014 tot en met 1 maart 2016 in Nederland, telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam, een valse hoedanigheid, door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 9] , [slachtoffer 10] , [slachtoffer 11] , [slachtoffer 12] , [slachtoffer 13] , [slachtoffer 14] , [slachtoffer 15] , [slachtoffer 16] , [slachtoffer 17] , [slachtoffer 18] , [slachtoffer 19] , [slachtoffer 20] , [slachtoffer 21] en [slachtoffer 22] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en het ter beschikking stellen van gegevens, te weten: tot afgifte/het verstrekken van een kopie van hun identiteitsbewijzen, identiteitsgegevens, hun bankrekeningnummers en/of een klein bedrag aan geld via elektronische overboeking, door zich voor te doen als werkgever (van IKEA, Kentucky Friend Chicken, Supertrash, Essent, Leapp of bol.com) op vacaturesite jobbird.com en hen in die hoedanigheid te vragen voornoemde gegevens en/of geld af te geven/te verstrekken ten behoeve van een sollicitatie- of kennismakingsgesprek;
7.
hij in de periode van 1 september 2014 tot en met 1 maart 2016 in Nederland, telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam, een valse hoedanigheid, door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, SNS Bank en American Express heeft bewogen tot de afgifte van enig goed en het verlenen van een dienst: tot het verstrekken/afgifte van kredietlimieten, creditcards, bankpassen en/of bankrekeningen, door:
- vervalste kopieën van identiteitsbewijzen en persoonsgegevens van anderen dan hijzelf (verkregen via vacaturesite jobbird.com) te overleggen aan SNS Bank en American Express ten behoeve van de aanvraag van voornoemde kredieten, bankpassen of bankrekeningen en
- door anderen dan hijzelf een klein bedrag te laten storten via elektronische overboeking op de nieuw verkregen/geopende bankrekeningen (waardoor zijn aanvragen voldeden aan de zogenaamde ‘Afgeleide Identificatie Methode’ van SNS Bank en American Express);
8.
hij in de periode van 27 november 2013 tot en met 3 augustus 2015 in Nederland telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid, door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 23] , [slachtoffer 24] , [slachtoffer 25] , [slachtoffer 26] , [slachtoffer 27] , [slachtoffer 28] , J [slachtoffer 29] , [slachtoffer 30] , [slachtoffer 31] , [slachtoffer 32] , [slachtoffer 33] , [slachtoffer 34] , [slachtoffer 35] en [slachtoffer 36] , heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten: tot telkens de afgifte van een geldbedrag via elektronische overboeking door valselijk, listiglijk, bedrieglijk en in strijd met de waarheid:
- zich voor te doen als bonafide aanbieder of verkoper van concert-/festival-/evenementkaarten en goederen, op de internetsite Marktplaats.nl en Facebook en
- in sommige gevallen gebruik te maken van een valse identiteit en
- in sommige gevallen gebruik te maken van de bankrekeningnummers van zogenoemde katvangers en
- de indruk te wekken dat hij die concert-/festival-/evenementkaarten en goederen in zijn bezit had en
- voornoemde personen voor te houden dat hij die kaarten en goederen zou leveren na betaling/overschrijving van een geldbedrag op zijn bankrekening of de bankrekeningen van de zogenoemde katvangers,
waardoor voornoemde personen werden bewogen tot afgifte van een geldbedrag,
terwijl hij verdachte niet in het bezit was van die kaarten en goederen;
9.
hij op 23 mei 2016, in de gemeente Dalfsen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning, gelegen aan de [adres] uit een slaapkamer welke is gelegen op de benedenverdieping, heeft weggenomen een LCD-televisie (Samsung), toebehorende aan [slachtoffer 37] , waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van een valse sleutel, te weten door gebruikmaking van een reserve huissleutel;
10.
hij op 24 mei 2016, in de gemeente Dalfsen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning, gelegen aan de [adres] uit de woonkamer, heeft weggenomen een LCD-televisie (Samsung Curved), toebehorende aan [slachtoffer 37] , waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van een valse sleutel, te weten door gebruikmaking van een reserve huissleutel.
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 10 meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 231, 231b, 261, 284, 310, 311, 326 en 326c Sr. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1
onder A
het misdrijf:
poging een ander door bedreiging met smaadschrift te dwingen iets te doen;
onder B
het misdrijf:
smaadschrift, meermalen gepleegd;
feit 2
het misdrijf:
met het oogmerk daarvoor niet volledig te betalen, met behulp van valse signalen, gebruik maken van een dienst die via telecommunicatie aan het publiek wordt aangeboden, meermalen gepleegd;
feit 3
onder A
het misdrijf:
een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht vervalsen en daarvan opzettelijk gebruik maken, meermalen gepleegd;
onder B
het misdrijf:
opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander gebruiken met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen of de identiteit van de ander te misbruiken, waardoor uit dat gebruik enig nadeel is ontstaan, meermalen gepleegd;
feit 4, 5, 6, 7, 8 telkens
het misdrijf:
oplichting, meermalen gepleegd;
feit 9, 10 telkens
het misdrijf:
diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren, onder aftrek van het voorarrest, waarvan één jaar voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren en daarbij de bijzondere voorwaarden op te leggen zoals vermeld in het reclasseringsrapport.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit om een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen gelijk aan het voorarrest en daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van één jaar om daaraan de klinische behandeling als bijzondere voorwaarde te verbinden. Ter terechtzitting heeft zijn cliënt, zoals verzocht door de reclassering, volmondig ja gezegd op de vraag of hij bereid is mee te werken aan een klinisch traject. De raadsman heeft daarbij aangegeven dat, nu zijn cliënt al zo lang geen cocaïne meer gebruikt, het van belang is dat hij zo snel mogelijk kan beginnen met de door de reclassering geadviseerde behandeling.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Verdachte heeft zich – enkel voor zijn eigen financieel gewin – schuldig gemaakt aan een tiental ernstige feiten, variërend van stelen van zijn eigen ouders en oplichting van tientallen bedrijven en personen tot het in een kwaad/vals daglicht stellen van een tweetal medewerkers van een jeugdbeschermingsinstelling. Uit het dossier komt een bedrag aan financiële schade naar voren van ongeveer anderhalve ton, maar verdachte schat het zelf op ongeveer vier ton. Ernstiger is dat naast die hoge financiële schade ook personen en bedrijven in hun goede naam en privacy zijn aangetast. Sommigen van hen zijn belaagd op Facebook als waren zij de oplichters, doordat verdachte gegevens van hen misbruikt heeft en anderen kunnen geen lening of hypotheek meer afsluiten, omdat ze door toedoen van verdachte een BKR registratie op hun naam hebben gekregen. Door dit soort feiten te plegen heeft verdachte laten zien geen enkel respect te hebben gehad voor zijn slachtoffers en de waarde van geld voor een ander.
Verdachte heeft door zijn handelen bovendien het vertrouwen in het handelsverkeer via Marktplaats en Facebook geschonden, door bij de kopers op bedrieglijke wijze het vertrouwen te wekken dat hij een bonafide verkoper was. De benadeelden hebben echter nooit, daar waar zij geld aan verdachte hadden betaald voor toegangstickets dan wel goederen, de door hen aangekochte zaken van verdachte ontvangen.
Verdachte heeft de opbrengst van zijn strafbare handelen gebruikt voor het financieren van zijn cocaïneverslaving, maar ook voor het leiden van een leven in luxe zonder zich daarbij te bekommeren om het leed dat hij de benadeelden heeft aangedaan, hetgeen de rechtbank hem zwaar aanrekent. De periode waarin hij tewerk is gegaan is lang te noemen. In deze periode heeft hij op professionele wijze wegen bewandeld om zijn criminele intenties maximaal vorm te kunnen geven en maximaal gebruik gemaakt van zijn uitstekende digitale kennis.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank acht geslagen op een uittreksel justitiële documentatie van verdachte van 28 februari 2017 waaruit blijkt dat verdachte eerder met justitie in aanraking is geweest. Daaruit blijkt ook dat verdachte tussen 12 september 2013 (begin pleegperiode feit 4) en de datum van dit vonnis d.d. 26 april 2017 zes keer is veroordeeld voor verschillende misdrijven/overtredingen tot verschillende straffen. De rechtbank zal deze veroordelingen meewegen in het kader van artikel 63 Sr.
Psychiater dr. L.H.W.M. Kaiser en GZ-psycholoog N. van der Weegen hebben rapportages (d.d. 8 maart 2017 en 6 maart 2017) over de persoon van verdachte opgemaakt. De psychiater heeft geconstateerd dat verdachte ten tijde van het ten laste gelegde lijdende was aan een ziekelijke stoornis in de vorm van een harddrugs verslaving (cocaïne) en een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens in de vorm van een narcistische persoonlijkheidsstoornis (waarschijnlijk) met anti sociale trekken. De psycholoog heeft hetzelfde geconstateerd, maar ze is wel stelliger in de conclusie over de persoonlijkheidsstoornis.
De psychiater heeft verder geconstateerd dat verdachte nog wel eigen keuzes kon maken binnen zijn verslaving en dat hij hoogstens licht verminderd in staat was om zelf keuzes te maken om met dat drugsgebruik door te gaan. De psychiater acht verdachte verminderd toerekeningsvatbaar, maar alleen omdat er in de huidige 3-puntschaal geen ruimte meer is om uit te gaan van een zeer geringe verminderde toerekeningsvatbaarheid. Verdachte had voldoende inzicht in de wederrechtelijkheid van de gedragingen.
De psycholoog heeft verder geconstateerd dat verdachte geld nodig had om in zijn cocaïnebehoefte te voorzien en om zijn luxe levensstijl te kunnen betalen. Door zijn narcistischepersoonlijkheidsstoornis is verdachte gericht op status, aanzien, macht en luxe. Hij is geneigd te manipuleren en opportunistisch te handelen, maar hij was zich wel bewust van de strafbaarheid van zijn gedrag.
Voor wat betreft het recidiverisico acht de psychiater de kans op herhaling matig zolang verdachte geen cocaïne gebruikt, maar hoog als hij weer gaat gebruiken. De psycholoog acht het niet onwaarschijnlijk dat verdachte na zijn detentie, op zoek naar spanning en geld, opnieuw een manier zal bedenken om snel geld te verdienen.
De psychiater heeft nog opgemerkt dat verdachtes motivatie gedeeltelijk overkomt als extrinsiek maar dat die in de loop van de behandeling intrinsiek kan worden en adviseert om bij een voorwaardelijke straf als bijzondere voorwaarde op te leggen een klinische behandeling in een forensische verslavingskliniek, voor de duur van maximaal twee jaar.
De psycholoog ziet bij verdachte echter alleen extrinsieke motivatie voor behandeling. Verdachte heeft weinig lijdensdruk en beperkte introspectieve vermogens, waardoor hij vermoedelijk beperkt behandelbaar is. De psycholoog adviseert gelijk aan de psycholoog, maar geeft daarbij ook aan dat gekozen zou kunnen worden om verdachte een gevangenisstraf op te leggen en de voorgestelde behandeling in het kader van detentiefasering aan te bieden.
J. Groen, reclasseringswerker bij Tactus, constateert in haar advies van 5 april 2017 dat verdachte zich berekenend opstelt ten aanzien van de klinische behandeling. Bij verdachte is geen sprake van intrinsieke motivatie en geen sprake van probleembesef. Hij zegt letterlijk niet naar de kliniek te willen als zijn gevangenisstraf korter is. Tactus adviseert om, bij een voorwaardelijke gevangenisstraf, aan verdachte de bijzondere voorwaarden op te leggen van de meldplicht en een klinische behandeling in FPK Assen voor de duur van maximaal 18 maanden. Uitdrukkelijk wordt in het advies aangegeven dat dit plan van aanpak alleen geadviseerd wordt als verdachte tijdens de rechtszitting volmondig aangeeft zich te willen inzetten voor een intensieve klinische behandeling bij de FPK te Assen.
De rechtbank leest in de rapportages van de deskundigen grote twijfels over de motivatie voor behandeling bij verdachte. De rechtbank deelt die twijfels, welke twijfels versterkt worden door de uitlatingen van verdachte in de brieven van december 2016 en maart 2017 die hij vanuit de PI aan [betrokkene 1] heeft gestuurd. Daarin schrijft verdachte: ‘No regrets! Zou ‘t zo weer doen.” en “Het is zo fout en zo evil, maar ook zó verslavend (= kick!).” en “FUCK JUSTITIE”. Ook zet verdachte in berekeningen uiteen dat hij verwacht dat hij binnenkort, door aftrek van voorarrest en voorwaardelijke invrijheidsstelling, al met weekendverlof mag. Tijdens de behandeling ter terechtzitting heeft de rechtbank uit de uitlatingen van verdachte met betrekking tot een eventuele klinische behandeling evenmin kunnen afleiden dat hij daadwerkelijk intrinsiek gemotiveerd is tot een behandeling voor zijn verslaving. Een en ander lijkt zo samen te hangen met de wens om zo snel mogelijk weer “buiten” te zijn dat de rechtbank zijn expliciet aangegeven behandelmotivatie als berekenend opvat.
Alles afwegende zal de rechtbank de door de officier van justitie gevorderde gevangenisstraf opleggen, maar zonder aan de voorwaardelijke gevangenisstraf bijzondere voorwaarden te verbinden. De rechtbank volgt daarmee het ‘subsidiaire’ advies van de psycholoog en laat het aanbieden van de voorgestelde behandeling over aan de detentiefasering.
De tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, zal bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering worden gebracht

8.De schade van benadeelden

8.1
De vorderingen van de benadeelde partijen
De volgende vijftien personen / bedrijven hebben zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. Allen hebben gevorderd het schadebedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd.
[slachtoffer 1]vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 10.000,- (tienduizend euro). De gevorderde schade bestaat uit immateriële schade.
T-Mobilevordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 80.200,- (tachtigduizend tweehonderd euro. De gevorderde materiële schade bestaat uit de kosten voor geleverde en niet betaalde telefoons.
[slachtoffer 10]vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 1.000,- (duizend euro). De gevorderde schade bestaat uit immateriële schade.
[slachtoffer 11]vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 105,- (honderdvijf euro). De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
  • € 50,40 nieuwe ID kaart;
  • € 9,- pasfoto’s;
  • € 45,60 autorit Hoogeveen – IKEA Duiven v.v.
[slachtoffer 12]vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 1.093,56 (duizend drieënnegentig euro zesenvijftig cent). De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
  • € 64,76 kosten nieuw paspoort;
  • € 50,- telefoonkosten;
  • € 66,30 reiskosten;
  • € 12,50 inzage BKR.
Wegens immateriële schade wordt een bedrag van € 900,- gevorderd.
[slachtoffer 15]vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 107,31 (honderdzeven euro eenendertig cent). De gevorderde materiële schade bestaat uit reiskosten.
[slachtoffer 17]vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 53,- (drieënvijftig euro). De gevorderde materiële schade bestaat uit de aanschafkosten van een nieuwe ID kaart.
[slachtoffer 20]vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 465,- (vierhonderdvijfenzestig euro). De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
  • € 57,50 kosten nieuwe ID kaart;
  • € 8,- versturen aangetekende brief naar deurwaarderskantoor.
Wegens immateriële schade wordt een bedrag van € 400,- gevorderd.
De Volksbank N.V. (voorheen SNS Bank N.V.)vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 19.282,91 (negentienduizend tweehonderdtweeëntachtig euro eenennegentig cent). De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
  • € 10.763,54 uitgaven verstrekte credit cards;
  • € 6.269,37 transacties verstrekte kredietlimieten;
  • € 2.250,- 9 x onderzoekskosten à € 250,-.
[slachtoffer 24]vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 50,- (vijftig euro). De gevorderde materiële schade bestaat uit de kosten voor een betaald maar niet geleverd festivalticket.
[slachtoffer 25]vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 100,- (honderd euro). De gevorderde materiële schade bestaat uit de kosten voor twee betaalde maar niet geleverde festivaltickets.
[slachtoffer 28]vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 100,- (honderd euro). De gevorderde materiële schade bestaat uit de kosten voor een betaald maar niet geleverd festivalticket.
[slachtoffer 32]vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 205,- (tweehonderdvijf euro). De gevorderde materiële schade bestaat uit de kosten voor betaalde maar niet geleverde luidsprekers, inclusief verzendkosten.
[slachtoffer 34]vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 100,- (honderd euro). De gevorderde materiële schade bestaat uit de aanschafkosten van een nieuw en duurder festivalticket, omdat verdachte het aan hem betaalde ticket niet heeft geleverd.
[slachtoffer 35]vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 175,- (honderdvijfenzeventig euro). De gevorderde materiële schade bestaat uit de kosten voor twee betaalde maar niet geleverde concerttickets.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering van benadeelde partij [slachtoffer 1] te matigen omdat deze erg hoog is in vergelijking met andere zaken en de vorderingen van de andere benadeelde partijen integraal toe te wijzen.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit de vordering van [slachtoffer 1] , gelet op zijn pleidooi tot vrijspraak, primair niet-ontvankelijk te verklaren en subsidiair te matigen.
Verder heeft de raadsman bepleit dat de reiskosten en kosten gemaakt voor nieuwe identiteitsbewijzen niet zijn aan te merken als rechtstreekse schade en dat de opgevoerde telefoonkosten onvoldoende zijn onderbouwd. Bij toekenning van een immateriële schadevergoeding heeft de raadsman verzocht rekening te houden met de eigen schuld factor, omdat de benadeelden de waarschuwingen van jobbird.com in de wind hebben geslagen door gegevens te verstrekken en geld over te maken.
Als laatste heeft de raadsman aangevoerd dat de door de Volksbank opgevoerde onderzoekskosten niet allemaal voor vergoeding in aanmerking zouden moeten komen, omdat als ze het systeem eenmaal doorhebben het niet nodig is elke keer die kosten te maken en te claimen.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door de bewezenverklaarde feiten 1, 4, 6, 7 en 8 rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partijen. Alle opgevoerde schadeposten zijn voldoende onderbouwd en aannemelijk.
Over het gevorderde bedrag aan immateriële schade (feit 1) overweegt de rechtbank dat het bedrag de rechtbank erg hoog voorkomt en daarom het bedrag zal matigen tot € 2.500,-.
Over de gevorderde bedragen voor een nieuw ID (feit 6) overweegt de rechtbank dat dat wel degelijk schade is die rechtstreeks voortvloeit uit een feit waarin gegevens of zelfs kopieën van ID’s misbruikt zijn zodat niet verdachte, maar het slachtoffer het nadeel ondervindt.
Over de gevorderde bedragen voor reiskosten (feit 6) overweegt de rechtbank dat ook dat rechtstreekse schade betreft, nu die kosten zijn gemaakt doordat de slachtoffers door het feit hebben moeten reizen naar niet-bestaande sollicitatiegesprekken en naar de politie om aangifte te doen. De gemaakte kosten om telefonisch contact op te nemen met de politie zal de rechtbank om dezelfde reden ook toewijzen.
Over de gevorderde bedragen voor immateriële schade (feit 6) overweegt de rechtbank dat daarvoor een bedrag à € 400,- zal worden toegewezen.
Over de gevorderde bedragen aan onderzoekskosten (feit 7) overweegt de rechtbank dat de Volksbank alleen door onderzoek te doen kan achterhalen of een ‘nieuw dossier’ binnen een groter geheel valt.
De rechtbank zal het gevorderde daarom als volgt toewijzen:
- [slachtoffer 1] € 2.500,-;
- T-Mobile € 80.200,-;
- [slachtoffer 10] € 400,-;
- [slachtoffer 11] € 105,-;
- [slachtoffer 12] € 593,56;
- [slachtoffer 15] € 107,31;
- [slachtoffer 17] € 53,- ;
- [slachtoffer 20] € 465,-;
- De Volksbank N.V. (voorheen SNS Bank N.V.) € 19.282,91;
- [slachtoffer 24] € 50,-;
- [slachtoffer 25] € 100,-;
- [slachtoffer 28] € 100,-;
- [slachtoffer 32] € 205,-;
- [slachtoffer 34] € 100,-;
- [slachtoffer 35] € 175,-;
alle bedragen te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de strafbare feiten zijn gepleegd.
8.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partijen hebben verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partijen naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door de feiten 1, 4, 6, 7 en 8 is toegebracht.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 27 en 57 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
  • verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 10 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
  • verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 10 meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
  • verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
poging een ander door bedreiging met smaadschrift te dwingen iets te doen;
feit 1 onder B
smaadschrift, meermalen gepleegd;
feit 2
met het oogmerk daarvoor niet volledig te betalen, met behulp van valse signalen, gebruik maken van een dienst die via telecommunicatie aan het publiek wordt aangeboden, meermalen gepleegd;
feit 3 onder A
een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht vervalsen en daarvan opzettelijk gebruik maken, meermalen gepleegd;
feit 3 onder B
opzettelijk en wederrechtelijk identificerende persoonsgegevens, niet zijnde biometrische persoonsgegevens, van een ander gebruiken met het oogmerk om zijn identiteit te verhelen of de identiteit van de ander te misbruiken, waardoor uit dat gebruik enig nadeel is ontstaan, meermalen gepleegd;
feit 4, 5, 6, 7, 8 telkens
oplichting, meermalen gepleegd;
feit 9, 10 telkens
diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels;
s
trafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 10 bewezenverklaarde;
straf
  • veroordeelt verdachte tot een
  • bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
  • bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;

schadevergoeding

  • veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
  • veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
  • bepaalt dat de benadeelde voor het meer gevorderde niet-ontvankelijk is in de vordering;
  • legt de
  • bepaalt dat verdachte van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
  • veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
  • legt de
  • bepaalt dat verdachte van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
  • veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
  • bepaalt dat de benadeelde voor het meer gevorderde niet-ontvankelijk is in de vordering;
  • legt de
  • bepaalt dat verdachte van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
  • veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
  • legt de
  • bepaalt dat verdachte van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
  • veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
  • bepaalt dat de benadeelde voor het meer gevorderde niet-ontvankelijk is in de vordering;
  • legt de
  • bepaalt dat verdachte van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
  • veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
  • legt de
  • bepaalt dat verdachte van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
  • veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
  • legt de
  • bepaalt dat verdachte van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
  • veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
  • legt de
  • bepaalt dat verdachte van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
  • veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
  • legt de
  • bepaalt dat verdachte van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
  • veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
  • legt de
  • bepaalt dat verdachte van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
  • veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
  • legt de
  • bepaalt dat verdachte van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
  • veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
  • legt de
  • bepaalt dat verdachte van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
  • veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
  • legt de
  • bepaalt dat verdachte van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
  • veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
  • legt de
  • bepaalt dat verdachte van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade;
  • veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
  • veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
  • legt de
  • bepaalt dat verdachte van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.H. Meijer, voorzitter, mr. F. van der Maden en mr. J.H.W.R. Orriëns-Schipper, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.E. Blauw, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 26 april 2017.
Mr. F. van der Maden en mr. J.H.W.R. Orriëns-Schipper zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de Politie, Eenheid Oost-Nederland, Districtsrecherche IJsselland met nummer ON1RO15045 (feiten 1 t/m 8) en het dossier van de Politie, Eenheid Oost-Nederland, Districtsrecherche IJsselland, Basisteam Vechtdal, met registratienummer PL0600-2016300000 (feiten 9 en 10). Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Feiten 1 en 2:
1. het proces-verbaal aangifte van [slachtoffer 1] d.d. 29 juli 2015, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pag. 72 tot en met 94):
(…) Ik ben werkzaam bij Jeugdbescherming Overijssel als jeugdbeschermer. (…) Ik kwam afgelopen maandag 27 juli op mijn werk en bij het openen van mijn persoonlijk mailbox zag ik tot mijn verbazing dat er misbruik was gemaakt van mijn naam [naam 1] of [naam 2] . Er zijn verschillende accounts aangemaakt op internet die niet van mij afkomstig zijn.
een van de accounts zijn:
[mailadres 1]
[mailadres 2]
[website 7]
[mailadres 3]
[website 7]
[website 9] . Hierop staat vermeld [naam 1] .
jbov staat voor jeugdbescherming overijssel.
Bij een account zat een bijlage die geopend kon worden, hier stond een foto van mij op die van mijn eigen facebook pagina is afgehaald.
Op de site staat als advertentie Rolstoelsex met omschrijving:
Mijn naam is [naam 1] . Ik bied mezelf hiermee vrijwillig aan voor rolstoelsex.
“Duw jij? dan trekt [naam 1] . Ik geef hierbij een afschrift van de pagina om bij de aangifte te voegen. Op maandagmorgen 27/7 heb ik nog een mail ontvangen waar in staat:
Goedemorgen [naam 1] , hoe was jouw weekend?
We krijgen een erg drukke week. Ik hoop dat je wat hebt kunnen bijslapen. We zullen je vandaag meerdere keren updaten. Voor vandaag staat oa het volgende op het programma:
Social Media:
-Tumbir account online zetten
-Blogger account online zetten
-Twitter account online zetten
-Digg account online zetten
-Facebook account online zetten
-Google+ account online zetten
-Youtube account online zetten
-enz.
Hacken:
-Facebook van [naam 1]
-Linkedin van [naam 1]
We will keep you posted
Groet.
Op mijn prive linkedin is er vermeld [naam 1] , Kinderhandelaar bij Jeugdbescherming Overijssel. Dit is er op gezet met een gedeelte van het logo van Jeugdbescherming.
De reden dat ik aangifte doe is omdat mijn privacy en goede naam wordt belasterd, dat er nu op internet dingen staan die zonder mijn toestemming erop zijn geplaatst en waar ik last van heb in mijn dagelijks bestaan en in mijn werksituatie als jeugdbeschermer. Ik voel mij hier ook erg door bedreigd. Ik heb een vermoeden dat diegene die dit heeft geplaatst weet dat ik zelf ook in een rolstoel zit. Door mijn werk bij de Jeugdbescherming worden er natuurlijk wel eens beslissingen genomen die niet altijd even leuk zijn voor ouders. Vanuit mijn werkzaamheden heb ik sinds een aantal weken veel last van telefoontjes van een jonge man welke zijn kindje sinds een week of 5 geplaatst is in een pleeggezin. Dit is met toestemming van de gezaghebbende moeder. De vader heeft geen gezag over zijn kindje. Deze man heet [verdachte] , geboren [geboortedatum] -1983 en wonend bij zijn ouders aan de [adres] in Dalfsen. Deze man belt mij regelmatig op mijn werktelefoon en is het niet eens met die beslissing en is dan tijdens de telefoon gesprekken heel dwingend hierin om deze beslissing terug te draaien. (…)
2. het proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 januari 2016, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pag. 95):

(…) In de aangifte van aangever [slachtoffer 1] (BVH PLO600-2015370679) zijn als bijlage meerdere e-mails gevoegd. In de aangifte kwam naar voren dat het opvallend was dat het net leek of deze e-mails verstuurd waren vanaf het account van de aangever zelf. De aangever gaf aan deze e-mails niet verstuurd te hebben. Hierom zijn de headers van deze e-mails onderzocht om vast te stellen waarvandaan deze e-mails zijn verzonden. (…) Alle (…) e-mails zijn verstuurd vanaf een mailserver welke in beheer en eigendom is van mijndomein.nl. Deze mailserver is door het bedrijf mijndomein.nl beschikbaar gesteld voor klanten hiervan. Bij het onderzoeken van deze e-mails blijken alle mails afkomstig te zijn van de mailserver van [website 3] . (…)

3. het proces-verbaal van verhoor aangever d.d. 11 december 2015, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pag. 100, 101 en 104):
(…) A = Is u bekend dat er vanuit onze organisatie brieven zijn verstuurd naar de ouders van [verdachte] en zijn ouders?
V = Nee, dat is ons niet bekend. Wat is de inhoud van deze brieven?
A = Binnen onze organisatie bestond al snel het sterke vermoeden dat [verdachte] verantwoordelijk is voor het hele gebeuren. Een collega van mij, [naam 3] , kent [verdachte] uit het verleden. Zij wist te vertellen dat [verdachte] een internetbedrijf heeft gehad. Een andere collega was in het verleden betrokken bij het gezin van [verdachte] . Zijn dochter is na de geboorte ook al een keer uit huis geplaatst. Deze collega had het idee dat [verdachte] precies wist waar zijn dochter was. Ook had deze collega destijds het idee dat ze fysiek werd gevolgd. Binnen onze organisatie staat [verdachte] bekend als hele slimme manipulerende dwingend man. De regiomanager van Jeugdbescherming is van mening geweest om een brief te sturen waarin vermeld staat dat Jeugdbescherming een sterk vermoeden heeft dat [verdachte] verantwoordelijk is voor de internetaanval. In de brief staat dat [verdachte] dringend wordt verzocht om met deze acties te stoppen. Ik zal u een kopie doen toekomen van de brieven die zijn verstuurd naar ouders en [verdachte] . (…)
V = Zijn de accounts zoals genoemd in de aangifte gehackt of zijn deze door een derde
aangemaakt?
A = Door een derde aangemaakt. (…) Ik ben door het sociaal wijkteam in Holtenbroek benaderd om in de functie van drangmedewerker mee te kijken in het gezin van [getuige 6] en haar dochter [naam 4] . [verdachte] is de vader van [naam 4] , maar hij heeft geen gezag. [naam 4] ging elke week naar haar opa en oma, de ouders van [verdachte] . Echter, [getuige 6] gaf aan dat ze hier helemaal geen goed gevoel bij had. Dit omdat [verdachte] drugs gebruikt (…) Vanaf het moment dat [verdachte] de brief heeft ontvangen van [getuige 6] , waarin staat dat [naam 4] voorlopig niet meer naar opa en oma zou gaan, is hij mij gaan bellen. (…)
Zwolle, 28 juli 2015
De heer [verdachte]
p/a [adres]
[woonplaats] (…)
Behandeld door: De heer [naam 5]
Onderwerp : Schendig van privacy
Geachte heer [verdachte] ,
Sinds zaterdag 25 juli ontvangt onze medewerker mevrouw [slachtoffer 1] veel mails met bijlagen
waarin zij wordt bedreigd en waarbij zeer ernstige schending van haar privacy plaatsvindt.
Wij vermoeden dat deze mails met bijlagen van u afkomstig zijn.
Ik wil u melden dat Jeugdbescherming Overijssel een dergelijke benadering van onze
medewerker volstrekt onacceptabel vindt. Onze organisatie streeft er naar om haar
medewerkers bij de uitvoering van hun werkzaamheden te beschermen.
Dit betekent dat we er van alles aan zullen doen om onze vermoedens grondig te laten
uitzoeken. Morgen hebben wij een afspraak met de politie en gaan wij aangifte doen van het
schenden van de privacy, smaad en laster. Tevens gaan wij aangifte doen m.b.t. imagoschade. (…)
4. een e-mailbericht van [slachtoffer 1] aan [naam 6] van de politie, d.d. 5 januari 2016 (pag. 105):

(…) Wij dachten tevens dat meneer [verdachte] achter de actie met de dreigmails zat, omdat een collega die in het verleden met meneer [verdachte] contact heeft gehad, nog wist dat meneer ICT werkzaamheden heeft verricht. (…)

5. het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 januari 2016, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pag. 108 en 109):
(…) Overeenkomsten in Modus Operandi tussen de aangiftes van Bronsema en [slachtoffer 1] :
Uit bovenstaande blijkt dat er een aantal overeenkomsten zijn tussen de aangiftes van [getuige 4] en [slachtoffer 1] . Te weten:
- De aangevers worden in hun goede naam en eer aangetast doordat hun namen en foto’s op

het internet worden geplaatst (aanbieden van hun seksuele diensten via sex contat advertenties).

- Beide aangevers ontvangen dreigende e-mails; aangever [getuige 4] moet in contact treden

met [verdachte] . Aangeefster [slachtoffer 1] moet haat ontslag indienen.

- Beide aangever ontvangen e-mails waaruit blijkt dat de afzender wraakzuchtig is.
- Beide aangevers ontvangen e-mails afkomstig van een account op hun naam
( [mailadres 4] en [mailadres 5] ) (…)
Naar aanleiding van bovenstaande heb ik, verbalisant, eind december 2015 contact gezocht met [getuige 4] . (…)
Ik vroeg haar wat zij kon vertellen over het gebruik van het TOR netwerk door [verdachte] . Hierop antwoordde zij dat ze [verdachte] heeft horen zeggen dat hij gebruik maakte van het TOR netwerk, omdat hij dan heel gemakkelijk en anoniem kon zoeken op het internet zonder dat hij dan te herleiden was. Ik vroeg haar of [verdachte] veel verstand had van computers/ICT. Hierop antwoordde zij dat [verdachte] zich verdiepte in alles wat met computers te maken heeft. Ik vroeg haar waar [verdachte] heeft gewerkt? Hierop antwoordde zij dat hij heeft gewerkt bij
Monsterboard op de sales afdeling en iets deed met advertenties verkopen. Ik vroeg haar of [verdachte] affiniteit heeft met het aanmaken van domeinnamen. Hierop antwoordde zij dat ze weet dat dit zijn interesse had. Dat hij domeinnamen aanmaakte met als doel goede domeinnamen te verkopen voor veel geld. (…) Ik vroeg haar of [verdachte] in het bezit was van een LinkedIn account. Hierop antwoordde zij bevestigend (…) Ik vroeg haar of zij wist of [verdachte] gedurende hun relatie iets te maken heeft gehad met Jeugdzorg. Hierop antwoordde zij dat [verdachte] problemen heeft gehad met een contactpersoon van Jeugdzorg. [verdachte] haar had verteld dat Jeugdzorg er op uit is om gezinnen uit elkaar te rukken en dat de vrouwelijke contactpersoon bang was geworden. (…)
6. het proces-verbaal aangifte van [slachtoffer 2] d.d. 30 juli 2015, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pag. 110 tot en met 119):
(…) Mijn naam is [slachtoffer 2] , ik ben werkzaam als jeugdbeschermer bij Jeugdbescherming
Overijssel. In deze hoedanigheid doe ik ook aangifte. (…) Dinsdag, 28 juli 2015, kreeg ik een linked-in connectie verzoek van mijn collega [slachtoffer 1] . Ik zag haar foto maar twijfelde omdat ik het logo op de achtergrond niet vertrouwde. Ik heb het verzoek niet geaccepteerd.
Woensdag, 29 juli 2015, was ik op mijn werk en kreeg ik drie mailtjes binnen op mijn werkmail.
Deze mailtjes waren ook verzonden via mijn werkmail. Ik kreeg dus een mail van het adres [mailadres 6] ook gericht aan hetzelfde adres. Ik heb deze mails niet verzonden. De letterlijke tekst kunt u nalezen in de bijlage die ik bij u achter zal laten. In de derde mail staat: indien ik het linked-in verzoek niet accepteer zullen de volgende websites worden geactiveerd:
[website 4]
Als afzender staat elke keer mijn naam erbij en in de eerste mail staat [slachtoffer 2] Pedofiel. (…) Alle berichten en routes zijn veilig gesteld door onze ICT afdeling. (…)
7. het proces-verbaal aangifte van [betrokkene 2] namens Xonar d.d. 17 augustus 2016, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pag. 124 en 125):
(…) Ik ben werkzaam bij XONAR Jeugd & Opvoedhulp (…) Op 4 februari 2016 ben ik gebeld door de politie met de vraag of wij een aantal internetdomeinen geregistreerd hadden bij mijndomein.nl. Ik gaf aan dat wij hier geen toestemming voor hadden gegeven. (…) De agent verteld mij dat het om de volgende domeinen ging:
Op 14-07-2015 om 13:16:38 uur, [website 1]
Op 15-07-2015 om 00:03:14 uur, [website 3]
Op 24-07-2015 om 14:24:07 uur, [website 1]
Op 31-07-2015 om 21:24:03 uur, [website 10]
Op 01-08-2015 om 12:57:08 uur, [website 11]
Op 05-08-2015 om 12:33:29 uur, [website 2]
In het telefoongesprek gaf ik nogmaals aan dat wij hiervoor geen toestemming en/of opdracht hadden gegeven en dat de ingevulde gegevens misbruikt zijn en zijn te vinden op onze website xonar.nl. Ik ben erg geschrokken dat een persoon onze gegevens misbruikt heeft voor het aanmaken van bovenstaande domeinen en dat deze persoon heeft geprobeerd ons ervoor te laten betalen en/of hierbij te betrekken. (…)
8. het proces-verbaal van bevindingen overeenkomsten e-mails [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] d.d. 7 juni 2016, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pag. 127 tot en met 129):

(…) Naar aanleiding van de e-mails die aangever [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] hebben ontvangen heb, ik onderzoek gedaan naar de overeenkomsten tussen deze e-mails. Ik zag de volgende overeenkomsten:

1. Tijdsperiode
De verzonden e-mails naar aangever [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] hebben plaatsgevonden in de periode
24 juli 2015 tot en met 31 juli 2015
2. Seksueel getinte domeinnamen

In de verzonden e-mails aan zowel aangever [slachtoffer 1] als [slachtoffer 2] wordt verwezen naar of gedreigd met het openen van websites die seksueel getint zijn. Te weten:

- [website 4]
- [website 4] (verwijzing naar stichting Martijn en pedofilie)
- [website 1]
- [website 1]
- [website 1]
3. Ontvangen e-mails met als afzender hun eigen e-mailadres van [mailadres 2]
Zowel aangever [slachtoffer 1] als aangever [slachtoffer 2] hebben e-mails ontvangen, welke afkomstig
lijken te zijn vanaf hun eigen e-mailadres. Te weten: [mailadres 3] en [mailadres 6] .
Nader onderzoek heeft uitgewezen dat deze e-mails allen verstuurd zijn vanaf het domein:
[website 3] .
4. LinkedIn verzoek
Op 27 juli 2015 ontvangt aangever [slachtoffer 1] een e-mail waarin wordt gezegd dat haar
LinkedIn account diezelfde dag zal worden gehackt. Op 29 juli 2015 heeft aangever [slachtoffer 2]
een LinkedIn verzoek ontvangen om het contact aan te gaan met aangever [slachtoffer 1] .
5. Logo JBOV “Jeugdbescherming Maffia”
Zowel aangever [slachtoffer 1] als [slachtoffer 2] hebben e-mails ontvangen waarin een afbeelding staat
waarop het logo van JBOV staat met de tekst: Jeugdbescherming Maffia”. Boven dit logo
staat een hand die marionettenstokjes vast houdt.
Genoemde afbeelding is als bijlage 1 bij dit proces-verbaal gevoegd.
6. Domeinnaam “ [website 3] ”
Zowel aangever [slachtoffer 1] als aangever [slachtoffer 2] hebben beide e-mail(s) ontvangen die verwijzen
naar de website www. [website 3] . Te weten:
[website 1] en [website 4] .
Uit bovenstaande kan worden geconcludeerd dat één en dezelfde verdachte vermoedelijk
verantwoordelijk is voor het versturen van e-mails naar zowel aangever [slachtoffer 1] als aangever [slachtoffer 2] . (…)
9. het proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 februari 2016, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pag. 130, 131, 132 en 136):
(…) Op de laptop is één gebruikersaccount aangetroffen, genaamd: Mydress. Binnen dit account is een onderscheid gemaakt tussen een periode voor 1 januari 2014 en erna. Voor 1 januari 2014 zijn veel gegevens aangetroffen op de naam van [naam 7] (…) Dit is de zus van de verdachte [verdachte] geboren op [geboortedatum] -1983 te Zwolle. (…)
Periode 1 januari 2014 t/m augustus 2015
Op het bureaublad van de computer is een map aangetroffen genaamd “ [verdachte] ”. Deze map bevat veel bestanden welke in 2014/2015 op de computer zijn geplaatst dan/wel zijn gewijzigd. (…)
Op deze gegevensdrager is een TOR browser aangetroffen. Met behulp van deze browser kan de gebruiker gebruik maken van het TOR netwerk. Deze browser is gebruikt rond juni 2015. (…)
Op basis van bovenstaande bevindingen is het zeer waarschijnlijk dat de [naam 7] voor 1 januari 2014 de gebruiker is geweest van deze laptop. Na deze periode is het zeer waarschijnlijk dat [verdachte] de regelmatige gebruiker is van deze laptop (…)
10. het proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 april 2016, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pag. 137 en 138):
(…) Op gegevensdrager HP Pavilion dv6 met serienummer CNFOO42GDJ is door mij, verbalisant, onderzoek gedaan met de onderzoeksvraag of er digitale sporen zijn over jeugdbescherming, maffia en de afbeelding welke gebruikt is op de websites waarvan aangifte gedaan is. (…) Op de laptop is een bestand aangetroffen “jbm.jpg”. Het bestand stond opgeslagen op het bureaublad. De eigenschappen van het bestand geven aan dat dit bestand is gecreëerd is op 17-07-2015 om 01:48:00 en een grootte heeft van 20.480 bytes. (…) De afbeelding toont sterke gelijkenissen met de afbeelding welke gebruikt is op de verschillende websites waarvan aangifte is gedaan en het LinkedIn profiel uitnodiging. (…)
Via omgekeerd zoeken in de afbeeldingen functie van Google en tineye.com zijn geen resultaten aangetroffen die overeen komen met het logo. (…) Op de computer is het spel “The Godfather” aangetroffen. Het logo van dit spel lijkt deels gebruikt te zijn bij het maken van het jeugdbescherming maffia logo. (…)
11. het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 6] d.d. 3 juni 2016, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pag. 150):
(…) V: Wat kan je vertellen over [slachtoffer 1] ?
A: Dat hij haar op een site heeft gezet voor rotstoelseks. Dat heeft hij mij letterlijk verteld. (…) Die [slachtoffer 1] was toen bij mij thuis geweest, toen het niet goed ging.
V: Hoe was jouw verstandhouding met haar?
A: Ja goed. Ik was blij dat het een mevrouw met gevoel was. Het was een aardige en sympathieke vrouw.
V: Hoe was de verstandhouding tussen [slachtoffer 1] en [verdachte] ?
A: Ja niet. Hij had geen gezag, ik had het voor het zeggen. (…) Ik heb samen met [slachtoffer 1] een brief opgesteld, dat [verdachte] [naam 4] en de situatie met rust zou laten. (…)
12. het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 12 december 2016, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pag. 68, aanvullende stukken d.d. 15 december 2016):
(…) We willen nog een keer terug komen op de afbeelding (jeugdbescherming maffia). Deze is aangetroffen op de laptop HP Pavillion DV6. Je verklaarde hierover:
“Ik heb in die periode contact gehad met [slachtoffer 1] . Ik google gewoon snel en vond deze
afbeelding en heb deze gelijk opgeslagen. Het was die afbeelding met de hand het was een hele mooie creatie. Mensen die dat creëren zijn heel creatief Het logo herken ik nu je het weer laat zien”.
V: Je zegt “ik google gewoon snel”. Welke zoektermen heb je dan gebruikt?
A: (…) wat je vergeet is dat ik een brief had gekregen van Jeugdzorg, volgens mij van meneer [naam 8] , waarin staat dat ik word verdacht van het schenden van de privacy van zijn personeel. (…)
Feiten 3, 4, 5, 6, 7 en 8
het proces-verbaal aangifte van N.A. Pinto namens [slachtoffer 3] (pag. 153 t/m 160);
het proces-verbaal aangifte van [slachtoffer 4] d.d. 27 september 2013 (pag. 359 t/m 384);
het proces-verbaal aangifte van [slachtoffer 4] d.d. 3 februari 2014 (pag. 385 en 386);
het proces-verbaal aangifte van S.B. [slachtoffer 5] (pag. 398 t/m 408);
het proces-verbaal aangifte van [slachtoffer 6] (pag. 414 t/m 416);
het proces-verbaal aangifte van [slachtoffer 7] (pag. 424 t/m 426);
het proces-verbaal aangifte van [slachtoffer 8] (pag. 427 t/m 430);
het proces-verbaal aangifte van [slachtoffer 38] namens T-Mobile d.d. 22 augustus 2014 (pag. 216 t/m 248);
het proces-verbaal aangifte van [slachtoffer 38] namens T-Mobile d.d. 23 augustus 2014 (pag. 277 t/m 297);
het proces-verbaal aangifte van [slachtoffer 39] namens Vodafone (pag. 334 t/m 358);
het proces-verbaal aangifte van [slachtoffer 40] namens Jobbird.com (pag. 562 t/m 564);
het proces-verbaal aangifte van [slachtoffer 10] (pag. 688 t/m 694);
het proces-verbaal aangifte van [slachtoffer 11] (pag. 755 t/m 762);
het proces-verbaal aangifte van [slachtoffer 12] d.d. 18 november 2014 (pag. 790 t/m 799);
het proces-verbaal aangifte van [slachtoffer 12] d.d. 28 juli 2015 (pag. 820 en 821);
het proces-verbaal aangifte van [slachtoffer 13] (pag. 830 en 831);
het proces-verbaal aangifte van [slachtoffer 14] (pag. 840 t/m 846);
het proces-verbaal aangifte van [slachtoffer 15] (pag. 871 t/m 877);
het proces-verbaal aangifte van [slachtoffer 16] (pag. 905 t/m 915);
het proces-verbaal aangifte van [slachtoffer 17] (pag. 931 t/m 949);
het proces-verbaal aangifte van [slachtoffer 18] (pag. 958 t/m 960);
het proces-verbaal aangifte van [slachtoffer 19] (pag. 1025 t/m 1048);
het proces-verbaal aangifte van [slachtoffer 20] (pag. 1054 t/m 1058);
het proces-verbaal aangifte van [slachtoffer 21] (pag. 1059 t/m 1075);
het proces-verbaal aangifte van [slachtoffer 22] (pag. 1083 t/m 1097);
het proces-verbaal aangifte van [slachtoffer 41] namens SNS Bank N.V. (pag. 492 t/m 496);
het proces-verbaal aangifte van [slachtoffer 42] namens American Express (pag. 503 en 504);
het proces-verbaal aangifte van [slachtoffer 23] (pag. 1265 t/m 1271);
het proces-verbaal aangifte van [slachtoffer 24] (pag. 1272 t/m 1284);
het proces-verbaal aangifte van [slachtoffer 25] (pag. 1285 t/m 1297);
het proces-verbaal aangifte van [slachtoffer 26] (pag. 1298 t/m 1305);
het proces-verbaal aangifte van [slachtoffer 27] (pag. 1307 t/m 1318);
het proces-verbaal aangifte van [slachtoffer 28] (pag. 1319 t/m 1334);
het proces-verbaal aangifte van J [slachtoffer 29] (pag. 1335 t/m 1339);
het proces-verbaal aangifte van [slachtoffer 30] (pag. 1340 t/m 1344);
het proces-verbaal aangifte van [slachtoffer 31] (pag. 1346 t/m 1354);
het proces-verbaal aangifte van [slachtoffer 32] (pag. 1356 t/m 1360);
het proces-verbaal aangifte van [slachtoffer 33] (pag. 1361 t/m 1366);
het proces-verbaal aangifte van [slachtoffer 34] (pag. 1367 t/m 1370);
het proces-verbaal aangifte van [slachtoffer 35] (pag. 1372 t/m 1375);
het proces-verbaal aangifte van [slachtoffer 33] (pag. 1361 t/m 1366);
het proces-verbaal aangifte van [slachtoffer 36] (aanvullende stukken dossier, binnengekomen op 23 december 2016);
Feiten 9 en 10:
het proces-verbaal aangifte van [slachtoffer 37] d.d. 17 juni 2016, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pag. 54):
(…) Het gaat in elk geval om de twee LCD tv’s die bij ons op de slaapkamer en in de woonkamer stonden. (…)
V: Waren die goederen uw eigendom?
A: Ja dat waren ze wel.
V: [verdachte] heeft over de Samsung Curved TV die in uw woonkamer hing verklaard, dat hij die een paar jaar geleden zelf had gekocht en voor u in de kamer heeft opgehangen. Hoe zit dat precies?
A: Ja dat klopt wel. [verdachte] (…) heeft toen (…) ter compensatie van al het leed dat hij ons aangedaan had, de Samsung Curved tv voor ons gekocht. (…) Ik schat dat wij deze tv nu ongeveer twee jaar in ons bezit hebben. (…)