4.5De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage genoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat:
zij op 27 juni 2015 te Kampen in de gemeente Kampen, als bestuurder van een motorrijtuig, (personenauto, merk Mazda), gaande in de richting Zwolle, daarmee heeft gereden op de uit twee rijbanen, -welke ter plaatse door twee doorgetrokken witte strepen van elkaar gescheiden waren-, bestaande weg, de N50 en
in strijd met het gestelde in artikel 76 van het Reglement verkeersregels en
verkeerstekens 1990 de doorgetrokken strepen, die zich niet langs
de rand van de rijbaan-verharding bevonden, heeft overschreden en zich met
voormeld motorrijtuig (personenauto) gedeeltelijk links van die
doorgetrokken strepen, -welke strepen op die weg (de N50) waren aangebracht tussen de rijbanen, met verkeer in beide richtingen-, heeft bevonden en
in strijd met artikel 3 van voormeld reglement niet aan haar, verdachtes
verplichting heeft voldaan, zoveel mogelijk rechts te houden en
gedeeltelijk rijdend op die voor het tegemoetkomend verkeer bestemde
rijbaan van die weg (de N50) in aanrijding is gekomen met een op die voor het tegemoetkomend verkeer bestemde rijbaan rijdend, toen dicht genaderd zijnd ander motorrijtuig (personenauto, merk Opel),
waardoor de door haar, verdachte bestuurde motorrijtuig (personenauto, merk
Mazda) linksom is geroteerd, in een slip is geraakt en tegen de gezien, haar
verdachtes rijrichting, linker geleide/vangrail is gebotst, waarna dat
motorrijtuig (personenauto, merk Mazda) nagenoeg dwars op de gezien, haar
verdachtes rijrichting, voor het tegemoetkomend verkeer bestemde rijbaan tot
stilstand of nagenoeg tot stilstand is gekomen en
waardoor een over die voor het tegemoetkomend verkeer bestemde rijbaan
rijdend, haar, verdachte dicht genaderd zijnd ander motorrijtuig
(personenauto, merk VW) in aanrijding is gekomen met de door haar, verdachte, bestuurde, nagenoeg stilstaande motorrijtuig (personenauto, merk Mazda),
door welke gedraging van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij haar daarvan zal vrijspreken.