Uitspraak
Rechtbank Overijssel
1.Het onderzoek op de terechtzitting
mr. A.E. Postmaen van hetgeen door verdachte en de raadsman mr. A.R. Maarsingh, advocaat te Deventer, naar voren is gebracht.
2.De tenlastelegging
op 12 december 2015 te Deventer met voorbedachte raad samen met anderen[slachtoffer] zwaar heeft mishandeld door deze [slachtoffer] in/tegen het gezicht/hoofd te stompen en/of schoppen, dan wel openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen deze [slachtoffer] ;
op 30 augustus 2016 te Deventer zich heeft verzet bij zijn aanhouding door de politie.
3.De voorvragen
4.De bewijsoverwegingen
12 december 2015 samen met medeverdachte [medeverdachte] en getuige [getuige] aangever [slachtoffer] lopend heeft achtervolgd. Vervolgens heeft verdachte [slachtoffer] van achter geslagen, waardoor deze ten val is gekomen. Toen [slachtoffer] op de grond lag, hebben verdachte en medeverdachte [medeverdachte] hem in het gezicht geschopt.
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
het openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen;
wederspannigheid.
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
- een reclasseringsadvies van Reclassering Nederland d.d. 20 maart 2017, opgemaakt door
- een de verdachte betreffend uittreksel justitiële documentatie d.d. 23 februari 2017.
8.De schade van benadeelden
[slachtoffer] wordt toegewezen tot een bedrag van € 5.200,--, hoofdelijk, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel tot voornoemd bedrag.
[verbalisant 2] (gemachtigde [gemachtigde] ) niet-ontvankelijk moet worden verklaard, nu niet duidelijk blijkt dat de schade van de benadeelde partij het gevolg is van het handelen van verdachte zelf of van andere verdachten.
[slachtoffer] gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
9.De toegepaste wettelijke voorschriften
10.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 subsidiair en onder 2 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1 subsidiair en onder 2 meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
trafbaarheid verdachte
- veroordeelt verdachte tot een
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
- kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
- stelt als
- stelt als
- zich gedurende de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland, op de door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zo lang deze instelling dat nodig acht;
- moet deelnemen aan de gedragsinterventie GI-RN Cognitieve Vaardigheden;
- wordt verplicht om zich te laten behandelen voor zijn agressieproblematiek bij Transfore of soortgelijke ambulante forensische zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven;
- draagt deze reclasseringsinstelling op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- wijst de vordering van de benadeelde partij: [slachtoffer] toe;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] van een bedrag van
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
- bepaalt dat als verdachte en/of een mededader heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte en/of een mededader aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
mr. K. van Leeuwen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M. van Nassau, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 24 april 2017.