Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 18 april 2017 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure over de oplegging van een bestuurlijke boete aan een bedrijf wegens overtreding van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav). De eiseres, een bedrijf in Zwolle, kreeg een boete van € 8.000,-- opgelegd omdat zij een vreemdeling zonder geldige tewerkstellingsvergunning in dienst had. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiseres in de periodes van 1 september 2012 tot 1 april 2013, 1 september 2013 tot 15 februari 2014 en van 1 september 2014 tot 16 januari 2015 een vreemdeling in dienst had zonder de benodigde vergunning. De rechtbank oordeelde dat de eiseres wel degelijk een verwijt kon worden gemaakt, maar dat de omstandigheden van de zaak, waaronder de relatief lichte aard van de overtreding, aanleiding gaven om de boete te matigen.
De rechtbank heeft de boete uiteindelijk vastgesteld op € 2.000,--, in plaats van de oorspronkelijke € 8.000,--, en heeft het bestreden besluit van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vernietigd. De rechtbank oordeelde dat de minister onvoldoende had gemotiveerd waarom de boete niet verder gematigd kon worden, ondanks de erkenning van de minister dat er aanleiding was voor een matiging van 25%. De rechtbank heeft ook bepaald dat de minister de proceskosten van de eiseres, die op € 990,-- zijn vastgesteld, moet vergoeden, evenals het griffierecht van € 334,--. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen.