Op zaterdag 27 februari 2Dl6, omstreeks 16:32 uur waren wij, verbalisanten van [verbalisant] , [verbalisant] en [verbalisant] , allen in burger gekleed en allen voorzien van onopvallend voertuig, belast met het opsporen van heterdaad situaties op de high impact crimes, op de rijksweg A28 ter hoogte van Harderwijk. Aldaar kregen wij de informatie dat er op het “automatic numberplate recognition” portaal gelegen aan de rijksweg A28 ter hoogte Nijkerk een “hit” door kwam op een voertuig voorzien van kenteken: [kenteken 2] . Dit voertuig zou op de rechter rijbaan van de rijksweg A26 rijden in de richting van Zwolle.
Ik, verbalisant [verbalisant] , hoorde van het real time intellengy center te Driebergen dat dit voertuig veelvuldig gezien was onder verdachte omstandigheden. Dnder andere nabij woningen waar een inbraak had plaats gevonden.
Ik, verbalisant van [verbalisant] reed met mijn voertuig op de rijksweg A28 ter hoogte
van Nunspeet en zag voor mij een Fiat Punto, zwart van kleur rijden voorzien van
kenteken [kenteken 2] . Ik heb vervolgens mijn collega’s bijgepraat met betrekking tot de
locatie en de gegevens van het voertuig.
Wij, verbalisanten van [verbalisant] , [verbalisant] en [verbalisant] , hebben vervolgens het voertuig
een “staartje” gegeven, dit wil zeggen het voertuig tijdelijk volgen. Wij zagen dat
het voertuig de afrit Zwolle centrum nam en onderaan de afrit rechts af sloeg in de
richting van het centrum. Wij zagen dat het voertuig over de Harm Smeengekade in de
richting van Willemskade reed. Wij zagen dat het voertuig rechts af sloeg de
Emmastraat op en parkeerde aan de Veemarkt, ter hoogte van pandnummer [nummer 6] , te Zwolle.
Wij zagen dat er twee mannen in het voertuig zaten van Noord Afrikaanse afkomst.
Op zaterdag 27 februari 2016, omstreeks 19:25 uur, heb ik, verbalisant [verbalisant] , de
regionale politie te Zwolle geheid met het verzoek het voorgenoemde voertuig door een
opvallend voertuig te laten controleren.
Op zaterdag 27 februari 2016, omstreeks 19:32 uur, zag ik, verbalisant van [verbalisant] , dat het voornoemde voertuig, op de Veemarkt ter hoogte van perceel [nummer 6] teZwolle, aan een controle door de regionale politie te Zwolle werd onderworpen.
Ik, verbalisant [verbalisant] , werd gebeld door de regionale eenheid collega’s welke het
voertuig gecontroleerd hadden. Ik hoorde de collega’s zeggen dat de beide personen,
welke zich legitimeerden te zijn [medeverdachte] en [verdachte] , beiden
afkomstig uit Rotterdam. Tevens hoorde ik de collega zeggen dat zij veelvuldig voor
kwamen ter zake woninginbraken en autokraken.
Ik, verbalisant van [verbalisant] , zag dat het voertuig zich na deze controle
verplaatste naar het parkeerterrein van de Jumbo, gelegen aan de Veemarkt te Zwolle.
Ik zag dat het voertuig op dit parkeerterrein in parkeerde en dat de beide personen
in het voertuig bleven zitten.
Op zaterdag 27 februari 2016 tussen 19:45 uur en 20:45 uur, hebben wij,
verbalisanten, van [verbalisant] , [verbalisant] en [verbalisant] , het voertuig meerdere malen zien
verplaatsen van de parkeerplaats hij de Jumbo naar een parkeergelegenheid gelegen aan
de Burgemeester Vos de Waelstraat zien rijden. Dit was bijzonder opmerkelijk te
noemen. Wij zagen dat het voertuig wegreed in de richting van de Ceintuurbaan en
vervolgens weer keerde en terug reed naar een van de voornoemde parkeerplekken.
Ik, verbalisant [verbalisant] , zag aan de Veemarkt ter hoogte van perceelnummer [nummer 6] , dit
betreft een flatgebouw, een man van ongeveer 1.80 meter lang, half lang donker haar, blauwe spijkerbroek, donkere jas en donkere schoenen met lichte onderrand staan
Deze persoon is later door mij positief herkend als zijnde de bestuurder van het
voertuig: [verdachte] .
Op zaterdag 27 februari 2016 omstreeks 20:45 uur zag ik, verbalisant [verbalisant] dat het
voornoemde voertuig geparkeerd stond aan de Burgemeester Vos de Waelstraat. Het
voertuig stond om de boek van de Veemarkt geparkeerd. Ik zag dat dit een
parkeerplaats betrof naast de woning welke gelegen is aan de Veemarkt [nummer 1] te Zwolle. (zie plattegrond welke is toegevoegd als bijlage)
Hierop hebben wij, verbalisanten van [verbalisant] , [verbalisant] en [verbalisant] , posities ingenomen
in de wijk gelegen nabij de Jumbo. Ik, verbalisant van [verbalisant] , heb positie ingenomen op liet parkeerterrein van de IJsselhallen gelegen aan de Veemarkt te Zwolle.
Ik, verbalisant [verbalisant] , heb positie ingenomen aan de Veemarkt ter hoogte van
perceelnummer [nummer 7] te Zwolle. Ik, verbalisant [verbalisant] , heb positie ingenomen op het kruispunt Burgemeester Vos de Waelstraat met de Lijnbaan te Zwolle.
Ik, verbalisant [verbalisant] , zag vanaf mijn positie dat er op de boek van de Veemarkt
met de Burgemeester Vos de Waelstraat een rode gloed tevoorschijn kwam als zijnde
oplichtende remlichten. tegelijkertijd zag ik een persoon vanaf de Veemarkt de
Burgemeester Vos de Waelstraat in rennen. Ik, verbalisant [verbalisant] , hoorde van collega [verbalisant] de bovenstaande bevindingen. Vervolgens zag ik, verbalisant [verbalisant] , uit de burgemeester Vos de Waelstraat de het voertuig, de Fiat Punto, rijden en zag dat deze rechtsaf sloeg de Lijnbaan op. Ik zag dat liet voertuig dit met flinke snelheid deed. Daarmee bedoel ik een geschatte snelheid van 70- 80 kilometer per uur. Hierbij rees mij liet vermoeden dat deze personen op de vlucht waren na mogelijk liet plegen van een diefstal al dan niet een ander strafbaar feit. Dit heb ik vervolgens gecommuniceerd richting mijn beide collega’s.
Vervolgens zag ik dat liet voertuig vanaf de Lijnliaan links af sloeg de Harm
Smeengekade op. Ik zag dat liet voertuig via de Pannekoekendijk de Katerdijk op reed
in de richting van de toerit van de rijksweg A28. Ik zag dat het voertuig de rijksweg
A28 op reed in de richting van Amersfoort. Wij, verbalisanten [verbalisant] en van [verbalisant] , hoorden de bevindingen van collega [verbalisant] mee en zijn ook de rijksweg A28 op gereden.
Ik, verbalisant [verbalisant] , reed op de linker rijbaan van de rijksweg A28 ter hoogte
van hectometerpaal 85.9 achter het voertuig en zag dat er iets uit het voertuig
gegooid werd op de vluchtstrook. Dit was een voorwerp van ongeveer de grote van een
pakje sigaretten en licht kleurig. Wij, verbalisanten van [verbalisant] , [verbalisant] en [verbalisant] , reden alle drie ter hoogte van Wezep achter het voertuig. En wilden het voertuig bij tankstation ‘t Loo ter hoogte hectometerpaal 80.2 staande houden.
Ik, verbalisant van [verbalisant] , ben ter hoogte van hectometerpaal 81.0 voorbij het
voertuig gereden en heb vervolgens doormiddel van politietransparant met daarop
‘volgen politie’ het voertuig een volgteken gegeven.
Ik, verbalisant [verbalisant] , ben ten tijde van het volgteken links- schuin achter het
voertuig gaan rijden. Ik, verbalisant [verbalisant] ben achter het voertuig b1ijven rijden.
Wij, verbalisanten van [verbalisant] , [verbalisant] en [verbalisant] , zagen dat het voertuig hieraan
in eerste instantie voldeed, maar op liet laatste moment ter hoogte van het puntstuk
de bestuurder zijn voertuig terug stuurde de rijksweg A28 op.
Ik, verbalisant [verbalisant] , ben vervolgens liet voertuig gepasseerd en heb tevens mijn
politietransparant aangezet met daarop volgen politie”.
Ik, verbalisant [verbalisant] , ben schuin rechts achter het voertuig gaan rijden.
Ik, verbalisant van [verbalisant] , ben schuin links achter liet voertuig gaan rijden en
heb vervolgens de optische signalen van liet voertuig aangezet om zodoende mij kenbaar
te maken als zijnde politie.
Ik, verbalisant [verbalisant] , reed voor het voertuig en zag dat het voertuig mij wilde passeren, dit zag ik doordat hij vanaf de linker naar de rechterzijde van de rijbaan heen en weer ging en probeerde mij te passeren, dit gebeurde tot drie keer toe en meerdere malen met behulp van richting aangeven. Dit heb ik doormiddel van insturen kunnen verhelpen. Zodoende bleef liet voertuig achter mij rijden en kon mij niet inhalen. Ten tijde dat ik voor het voertuig reed heb ik “volgen politie” gevoerd door middel van politietransparant.
Wij, verbalisanten van Kampenliout en [verbalisant] , zagen de hier bovenstaande bevindingen
ook. Ik, verbalisant [verbalisant] , ben ten tijde van dit traclitende inhalen mijn snelheid gaan
verlagen, zodoende zag ik dat het voertuig achter mij ook zijn snelheid verlaagde.
Ik, verbalisant van [verbalisant] , ben vervolgens vlak naast het voertuig gaan rijden.
Ik, verbalisant [verbalisant] , ben vervolgens vlak achter het voertuig gaan rijden en zag
dat er ter hoogte van hectometerpaal 77.5 nogmaals goederen uit het voertuig werden
gegooid. Ik zag dat dit vanuit de bijrijderszijde van het voertuig kwam en dat dit in
de richting van de vluchtstrook werd gegooid.
Op deze wij ze hebben wij het voertuig onder dwang tot stilstand weten te brengen op
de linker rijbaan van de rijksweg A28 ter hoogte van hectometerpaal 76.0 op de
vluchtstrook en de verdachten in liet voertuig aangehouden ter zake verdenking van
diefstal. Als bestuurder hebben wij daar aangehouden: [verdachte]
en als bijrijder: [medeverdachte]
Wij, verbalisanten van [verbalisant] , [verbalisant] en [verbalisant] , zagen na de aanhouding dat er in
het voertuig, voor de bijrijdersstoel een tweetal kentekenbewijzen lagen. Tevens
zagen wij dat er een blauwe stoffen tas lag met witte letters. Wij zagen dat de
kentekenbewijzen behoorden bij voertuigen welke op naam staat van “ [slachtoffer] ”.
Ik, verbalisant [verbalisant] , hoorde dat de meldkamer van de landelijke eenheid vertelde dat
er zojuist een overval was gepleegd op een viskraam aan de Veemarkt te Zwolle. Bij
deze overval was er geld en persoonlijke bezittingen weggenomen welke in een blauwe
tas zouden zitten. Ik hoorde de meldkamer zeggen dat deze viskraam eigendom was van
“ [slachtoffer] ”.