ECLI:NL:RBOVE:2017:1640

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
13 april 2017
Publicatiedatum
13 april 2017
Zaaknummer
08/770021-16
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening van het onderzoek naar klinische behandeling van verdachte in strafzaak

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Overijssel op 13 april 2017 een tussenvonnis uitgesproken in de zaak tegen een verdachte, geboren in 1964, die momenteel verblijft in PI Achterhoek. De rechtbank heeft het onderzoek heropend om de officier van justitie in de gelegenheid te stellen een reclasseringsrapportage op te stellen. Dit rapport moet inzicht geven in de mogelijkheid, inhoud, duur en plaats van een eventuele klinische behandeling van de verdachte. De rechtbank heeft eerder een bevel tot overbrenging naar het Pieter Baan Centrum gegeven, waar een multidisciplinaire rapportage is opgesteld door drs. B.H. Boer en dr. F.R. Kruisdijk. Deze rapportage adviseert een behandeling voor alcoholproblematiek en vermoedelijke pedofilie, met een lange proeftijd van tien jaar. De officier van justitie heeft haar vordering gewijzigd en vraagt om een gevangenisstraf van vijf jaar en zes maanden, terwijl de verdediging pleit voor een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twee jaar met een voorwaardelijke straf en behandeling. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er onvoldoende informatie is om tot een einduitspraak te komen en heeft daarom besloten het onderzoek te heropenen. De rechtbank heeft de stukken in handen van de officier van justitie gesteld en de verdachte en zijn raadsman opgeroepen voor de hervatting van het onderzoek.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Afdeling Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08/770021-16
Datum vonnis: 13 april 2017

Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1964 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
nu verblijvende in PI Achterhoek, Ooyerhoekseweg,
Verlengde Ooyerhoekseweg 21 te Zutphen,

Het onderzoek op de terechtzitting

Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 24 mei 2016 en 16 augustus 2016. Het onderzoek is bij tussenvonnis van 30 augustus 2016 heropend. Het onderzoek heeft vervolgens plaatsgevonden op 22 september 2016, 13 december 2016, 2 maart 2017 en 6 april 2017. Verdachte is op laatstgenoemde terechtzitting verschenen, bijgestaan door mr. R.W. van Faassen, advocaat te Zwolle. Als officier van justitie was aanwezig mr. C.Y. Huang.
Op 22 september 2016 heeft de rechtbank een bevel ter overbrenging ter observatie naar het Pieter Baan Centrum gegeven. De rechtbank heeft naar aanleiding van deze observatie een multidisciplinaire rapportage ontvangen van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (hierna: NIFP), locatie Pieter Baan Centrum (hierna: PBC) d.d. 30 maart 2017 opgesteld door drs. B.H. Boer, psycholoog en dr. F.R. Kruisdijk, psychiater.
In dit rapport is onder meer, voor zover nu van belang, het volgende geadviseerd:
(…)
Om het recidivegevaar te beperken en een zo gunstig mogelijke ontwikkeling te bevorderen adviseren ondergetekenden een behandeling op het gebied van de alcoholproblematiek en de vermoedelijke pedofilie, alsmede herhalingsonderzoek naar en controle van de cognitieve functies. In een behandeling moet rekening worden gehouden met
betrokkenes zwakbegaafdheid/beperkte leervermogen en zijn beperkte zelfcontrole.
(…) Voor behandeling van de alcoholproblematiek is een begin geïndiceerd in een klinische
omgeving, bijvoorbeeld via de forensische verslavingszorg. Wij menen dat een deels
voorwaardelijke straf, mede gezien betrokkenes huidige intrinsieke motivatie, afdoende is
om deze behandeling te doen vormgeven. Daarbij adviseren wij een lange proeftijd (van tien jaar), mede gezien betrokkenes mogelijk progressief verslechterende hersenfunctie.
Indien de alcoholproblematiek binnen een klinische omgeving onder controle is, kan
betrokkene geresocialiseerd worden. Binnen een forensische klinische afdeling kan ook
een delictscenario met een signaleringsplan opgesteld worden. Een ambulant contact
hierna, bijvoorbeeld op een forensische polikliniek, zal kunnen volstaan om de andere
thema’s verder te bespreken en te vervolgen. Dit zijn betrokkenes seksualiteit en zijn
hersenorganische toestand. Voor het laatste is contact noodzakelijk met zijn behandelend
neuroloog en de onderzoekend klinisch neuropsycholoog in het Isala ziekenhuis.
Reclasseringscontact is noodzakelijk voor de uitvoering en het toezicht, mede gezien de geadviseerde lange proeftijd(…).

De eis van de officier van justitie

De officier van justitie heeft naar aanleiding van de inhoud van voormelde rapportage haar vordering gewijzigd in die zin dat zij thans vordert dat verdachte voor de bewezenverklaarde feiten wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren en zes maanden, met aftrek van de periode die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat een deels voorwaardelijke gevangenisstraf afbreuk zou doen aan de ernst van de feiten. De door het PBC noodzakelijk geachte klinische behandeling van verdachte kan als bijzondere voorwaarde worden opgenomen in het kader van de eventuele voorwaardelijke invrijheidstelling.

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenis voor de duur van twee jaren met daarnaast een forse voorwaardelijke gevangenisstraf met een lange proeftijd met onder meer een behandeling als bijzondere voorwaarde bepleit.
De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat verdachte zo snel mogelijk met de geadviseerde klinische behandeling dient te beginnen en dat deze behandeling niet pas na een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf in het kader van de voorwaardelijke invrijheidstelling dient plaats te vinden. Dit mede gelet op de degeneratieve hersenziekte van verdachte.

Hervatting van het onderzoek

De rechtbank is tijdens de beraadslaging gebleken dat het onderzoek niet volledig is geweest, zodat dit andermaal moet worden heropend.
De rechtbank overweegt daartoe dat in genoemd PBC rapport een klinische behandeling in het kader van een voorwaardelijk strafdeel wordt geadviseerd. Informatie over de mogelijkheid van een klinische behandeling, de eventuele inhoud en de (maximale) duur daarvan en de instelling waar deze klinische behandeling plaats zou kunnen vinden, ontbreekt echter op dit moment. Zonder deze informatie acht de rechtbank zich onvoldoende voorgelicht om tot een einduitspraak te kunnen komen.
De rechtbank is van oordeel, vanuit het oogpunt van zorgvuldigheid en gelet op het belang van de te nemen beslissing omtrent het opleggen van een straf en een in dat kader eventueel op te leggen voorwaardelijk strafdeel, dat het aangewezen is om de reclassering hierover te laten rapporteren. Hiertoe zal de rechtbank het onderzoek heropenen.

Beslissing

De rechtbank
heropenthet onderzoek ter terechtzitting en
schorstdit terstond voor onbepaalde tijd, teneinde de officier van justitie in de gelegenheid te stellen een reclasseringsrapportage te doen opstellen over de mogelijkheid, de inhoud, de duur en de plaats van een eventuele klinische behandeling van verdachte.
De rechtbank stelt de stukken in handen van de officier van justitie
De rechtbank beveelt de spoedige oproeping van de verdachte en zijn raadsman alsmede de ouders van de slachtoffers tegen het tijdstip waarop het onderzoek ter terechtzitting zal worden hervat.
De klemmende redenen voor aanhouding van de behandeling voor langer dat één maand, doch niet langer dan drie maanden, is gelegen in het feit dat een rapportage naar alle waarschijnlijkheid niet binnen één maand zal zijn gerealiseerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.H. Meijer, voorzitter, mr. S. Taalman en mr. C.H. Beuker, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H.R. Lageveen, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 13 april 2017.
Mr. C.H. Beuker is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.