9.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1:het misdrijf: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen
gepleegd.
feit 2:het misdrijf: handelen in strijd met artikel 26 eerste lid van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III;
handelen in strijd met artikel 26 eerste lid van de Wet wapens en munitie.
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 en 2 bewezenverklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
- kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
- stelt als
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen
van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de
Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid,
Sr, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- stelt als
- zich gedurende de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland op de door de reclassering te bepalen tijdstippen, en zich vervolgens blijft melden, zo frequent en zo lang deze instelling dat nodig acht;
- zich gedurende maximaal zes maanden (of zoveel korter als de reclassering aangewezen acht) niet zal bevinden binnen een straal van twee kilometer van [adres 2] .
- draagt deze reclasseringsinstelling op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op.
Dit vonnis is gewezen door mr. G. Edelenbos, voorzitter, mr. G.H. Meijer en
mr. V.P.K. van Rosmalen, rechters, in tegenwoordigheid van D.D. Drost, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 13 april 2017.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de Politie Eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2016606528. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina's van in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakte processen-verbaal.
1. Een proces-verbaal van aangifte [slachtoffer] d.d. 13 december 2016, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangeefster:
Ik word bedreigd met de dood door [verdachte] . Ik heb ongeveer 30 jaar een relatie gehad met [verdachte] . Wij hebben 27 jaar samengewoond aan de [adres 1] te Deventer. De bedreiging doet zich vooral voor over de telefoon. Mijn telefoonnummer is [telefoonnummer 1] . Het telefoonnummer van [verdachte] is [telefoonnummer 2] . Ik kan u de sms'jes laten zien. Dit sms'je kreeg ik vanmiddag 13-12-2016: "(…) nergens heb jij recht op een kogel dat is jou recht zoals je mij hebt behandeld (…)." Ik ben ergt bang dat hij echt mij een kogel gaat geven. Dat hij mij dus dood gaat schieten. Ongeveer drie weken geleden hebben [getuige 1] , [getuige 5] , [getuige 3] en [getuige 2] wat spulletjes van mij opgehaald bij [verdachte] . Dit was aan de [adres 1] te Deventer. Ik hoorde van hen dat ze een pistool hadden zien liggen op de tafel aldaar. Ik hoorde van hen dat hij dit pistool op de tafel had neergelegd en dat hij vertelde dat het pistool voor mij was.
2. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 december 2017, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisant [verbalisant] :
Op 15 december 2016 werd in de woning aan de [adres 1] te Deventer, waar verdachte woonachtig is, een doorzoeking gedaan. Hierbij werd een mobiele telefoon, merk Apple, type iPhone, inbeslaggenomen. Op 19 december 2016 werd de inhoud van de iPhone uitgelezen. Ik zag een contact opgeslagen, genaamd: [slachtoffer] , telefoonnummer [telefoonnummer 1] . Dit telefoonnummer komt overeen met het telefoonnummer dat [slachtoffer] opgaf bij haar aangifte.
Ik zag dat er verschillende sms-berichten waren verstuurd en ontvangen van en naar de aangeefster [slachtoffer] .
Tijdstip: 13-12-2016, 11:26 uur.
Verstuurd naar: [slachtoffer]
Tekst: "(…) Nergens heb jij recht op een kogel dat is jou recht zoals je mij hebt behandeld (…)."
Tijdstip: 13-12-2016, 17:41 uur.
Verstuurd naar: [slachtoffer]
Tekst: "(…) echt sta niet meer voor mij zelf geloof mij jij gaat er aan."
2. Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3] d.d. 14 december 2016, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van de getuige:
Ik was met onder andere (…) en [getuige 1] in de woning bij [verdachte] aan de [adres 1] te Deventer rond 8 december. Wij kwamen spullen halen. (…) Ik hoorde [verdachte] zeggen: "Ik schiet eerst [slachtoffer] dood en daarna schiet ik mezelf door de kop." Daarmee bedoelde hij zijn ex. [verdachte] pakte daarna zijn wapen uit de broeksband, ik zag dat hij een pistool vast had. Hij liet het wapen aan ons zien en zei daarbij: "Als jullie mij niet geloven, ik schiet haar dood."
3. Een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van de getuige:
Ik weet waarover u mij wilt horen. Ik heb een pistool gezien bij [verdachte] , de ex-partner van [slachtoffer] . Twee a drie weken geleden ben ik naar de [adres 1] gegaan om daar een bankstel op te halen voor [slachtoffer] . Ik ging daar heen met (…) en [getuige 3] . We waren bezig om het bankstel te pakken en vervolgens zag ik dat [verdachte] een vuurwapen pakte. Hij haalde dit vuurwapen achter de broeksband vandaan. Dit was duidelijk een pistool. Ik hoorde dat hij zei: Dit pistool is geladen. Ik schiet de helft van het magazijn door [slachtoffer] 's kop en de laatste kogel is voor mij. We hebben direct [slachtoffer] gebeld.
4. Het proces-verbaal van de terechtzitting van 30 maart 2017, voor zover inhoudende als verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven:
U houdt mij twee sms-berichten voor van 13 december 2016 die in mijn telefoon zijn aangetroffen. Het klopt dat ik deze berichten naar mijn ex-vrouw ( [slachtoffer] ) heb gestuurd. Het klopt ook dat de jongens op of rond 8 december 2016 spullen zijn komen ophalen. U houdt mij de verklaring van getuige [getuige 3] voor. Ik heb toen inderdaad gezegd dat ik [slachtoffer] zou doodschieten en dat de laatste kogel voor mij zou zijn, of iets soortgelijks.
5. Een proces-verbaal van bevindingen, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisant [verbalisant] :
Op 14 december 2016 werd een doorzoeking in de woning aan de [adres 1] te Deventer verricht ter zake de Wet wapens en munitie. In de woning werd op de slaapkamer op de eerste verdieping een vuurwapen aangetroffen.
feit 2:
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het tenlastegelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen.
1. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 december 2017.
2. Een proces-verbaal onderzoek wapen d.d. 15 december 2017.
3. Het proces-verbaal van de terechtzitting van 30 maart 2017, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.