Parketnummer: 08/993167-16
Rekestnummers: 17/16 (Equatoriaal Guinea) en 17/17 (Dara Ltd)
Beschikking van de meervoudige raadkamer op het klaagschrift op grond van artikel 552a Sv van:
de republiek Equatoriaal Guinea;
de vennootschap naar het recht van de Marshalleilanden Dara Limited, gevestigd te Majuro (Marshalleilanden),
tezamen verder ook te noemen: klagers.
1. Het verloop van de procedure
Het klaagschrift, gedateerd 6 januari 2017, is op 10 januari 2017 op de griffie van de rechtbank ontvangen. Het is namens klagers ingediend door mr. J.I.M.G. Jahae, advocaat te Amsterdam.
Het klaagschrift is ingediend door klagers, die stellen eigenaar te zijn van het beslagen goed. Zij doen een beroep doen op immuniteit ten aanzien van het beslagen goed.
Het klaagschrift betreft een op grond van artikel 13a van de Wet Overdracht Tenuitvoerlegging Strafvonnissen (WOTS) en op basis van een Zwitsers rechtshulpverzoek gelegd beslag op het schip de “Ebony Shine”.
Het klaagschrift ziet tevens op de bij de doorzoeking van de Ebony Shine, eveneens op basis van een Zwitsers rechtshulpverzoek, in beslag genomen voorwerpen en/of gegevens, zoals vermeld op het als bijlage aan deze beschikking gehechte proces-verbaal doorzoeking ter inbeslagneming.
Zakelijk weergegeven wordt geklaagd over:
- de (onrechtmatigheid van de) inbeslagneming;
- het uitblijven van een last tot teruggave.
Het klaagschrift is behandeld op de openbare zittingen van de raadkamer van 14 februari 2017 en 16 maart 2017.
Bij de behandeling zijn de officieren van justitie, mr. J.M. Mul en mr. C.J. Zweers, de ambassadeur van de Republiek Equatoriaal Guinea, de heer Carmelo Nvono Ncá, de raadsman en zijn kantoorgenoot mr. Th.O.M. Dieben gehoord.
Klagers zijn behoorlijk opgeroepen maar niet verschenen.
De rechtbank heeft kennis genomen van:
- het klaagschrift, met bijlagen, van de zijde van klagers;
- de reactie van het openbaar ministerie, met bijlagen, van 27 januari 2017;
- de vertaalde documenten, zoals overgelegd door klagers;
- de vertaalde documenten, zoals overgelegd door het openbaar ministerie;
- de uitspraak van het Gerechtshof van de republiek en het kanton Genève, Zwitserland, van 1 maart 2017, met nummer P/20342/2016, in het Frans en met vertalingen in het Engels en Nederlands;
- de pleitnota van mrs. Jahae en Dieben, met bijlagen;
- de op schrift gestelde standpunten van mrs. Mul en Zweers, met bijlagen.
2. De bevoegdheid van de rechtbank
De rechtbank Overijssel is bevoegd van het klaagschrift kennis te nemen.
Op 2 december 2016 heeft het openbaar ministerie te Genève, Zwitserland, een rechtshulpverzoek gedaan aan het openbaar ministerie, Functioneel Parket, locatie Zwolle. Aanleiding van dit verzoek was de start van een onderzoek door het openbaar ministerie in Genève op 31 oktober 2016 tegen [verdachte] , vice-president van Equatoriaal-Guinea en zoon van de president (hierna te noemen: [verdachte] ), in verband met witwassen van geld. Volgens het openbaar ministerie te Genève heeft [verdachte] een jacht, de Ebony Shine, gekocht dat ten tijde van de start van het onderzoek in (de buurt van) Makkum lag. Het Zwitserse openbaar ministerie heeft het sterke vermoeden dat het jacht is gekocht door middel van daden van wangedrag in een openbaar ambt en omkoping, met fondsen van Equatoriaal Guinea, dat [verdachte] het jacht uitsluitend gebruikt voor privédoeleinden (vrijetijdsbesteding) en dat er ten aanzien van het jacht geen sprake is van de jure imperii activiteiten van de staat Equatoriaal Guinea. Het openbaar ministerie te Genève heeft verzocht het jacht de Ebony Shine te bevriezen of tegen te houden.
Op 2 december 2016 is beslag gelegd op de Ebony Shine.
Bij brief van 5 december 2016 heeft het openbaar ministerie te Genève aanvullend verzocht tot inbeslagneming van alle beschikbare onderhandse en openbare documenten met betrekking tot de Ebony Shine. Op grond van een beschikking van 6 december 2016 van de rechter-commissaris heeft op 8 december 2016 de doorzoeking van de Ebony Shine plaatsgevonden, waarbij een aantal goederen in beslag is genomen.
4.1 Het standpunt van de raadslieden
Het standpunt van de raadslieden houdt samengevat het volgende in.
Volgens klagers moet de Ebony Shine geretourneerd worden aan de rechthebbende, zijnde de Republiek Equatoriaal Guinea, althans Dara Ltd. De Republiek Equatoriaal Guinea beroept zich hierbij op immuniteit van de Ebony Shine, zodat het jacht volgens haar niet beslagen had kunnen worden.
Zij stelt dat haar Ministerie van Defensie 100% eigenaar is van Dara Ltd, die 100% eigenaar is van de Ebony Shine.
Artikel 13e, eerste lid, van de WOTS is volgens klagers niet van toepassing omdat:
- primair: een vreemde Staat vanwege haar soevereiniteit en immuniteit geen belanghebbende, zoals bedoeld in het artikel, is;
- subsidiair: in Zwitserland niet een procedure is gevoerd waar dit artikel op doelt;
- meer subsidiair: erkenning van de Zwitserse uitspraak onverenigbaar zou zijn met de Nederlandse openbare orde;
- uiterst subsidiair: dit tot strijdigheid met verdragen leidt.
Klagers stellen dan ook ontvankelijk te zijn in hun verzoek.
4.2 Het standpunt van de officieren van justitie
Het standpunt van de officieren van justitie luidt samengevat het volgende.
Klagers zijn niet-ontvankelijk omdat er in Zwitserland al is geklaagd tegen de(zelfde) inbeslagneming.
4.3 De overwegingen van de rechtbank
Op grond van de stukken en de behandeling op de zitting stelt de rechtbank het volgende vast.
Rekestnummer 17/16: Inbeslagneming van de Ebony Shine – klager de Republiek Equatoriaal Guinea
Volgens artikel 13e, eerste lid, van de WOTS treedt de Nederlandse rechter niet in een nieuw onderzoek naar de rechten van belanghebbenden, indien daaromtrent door de buitenlandse rechter een uitspraak is gedaan.
Uit de uitspraak van het Zwitserse Gerechtshof van 1 maart 2017 volgt dat de Republiek Equatoriaal Guinea geen eigendomsrechten heeft op de Ebony Shine. Daarmee heeft de Zwitserse rechter reeds een uitspraak gedaan ten aanzien van de rechten van de Republiek Equatoriaal Guinea en is de Republiek Equatoriaal Guinea op grond van artikel 13e, eerste lid, van de WOTS niet ontvankelijk.
Niet gebleken is dat zich een uitzonderingssituatie voordoet als opgesomd onder artikel 13e, eerste lid, van de WOTS.
Voor zover klagers hebben bedoeld dat bij schending van de immuniteit artikel 13e, eerste lid, sub e, van de WOTS van toepassing is – namelijk dat erkenning van de Zwitserse uitspraak onverenigbaar zou zijn met de Nederlandse openbare orde – overweegt de rechtbank dat de vraag omtrent de immuniteit pas aan de orde komt na beantwoording van de vraag over het eigendomsrecht. Die laatste vraag is reeds beantwoord door het Zwitserse Gerechtshof.
Rekestnummer 17/17: Inbeslagneming van de Ebony Shine – klager Dara Ltd
Ook ten aanzien van Dara Ltd heeft het Zwitserse Gerechtshof op 1 maart 2017 uitspraak gedaan, zoals bedoeld in artikel 13e, eerste lid, van de WOTS. Derhalve is ook Dara Ltd niet ontvankelijk in haar verzoek.
Rekestnummer 17/16: Inbeslagneming van de goederen en/of gegevens aangetroffen op de Ebony Shine – klager de republiek Equatoriaal Guinea
Zoals reeds hiervoor vermeld, kan de Republiek Equatoriaal Guinea volgens de uitspraak van het Zwitserse Gerechtshof van 1 maart 2017 niet worden aangemerkt als de eigenaar van de Ebony Shine, maar heeft Dara Ltd de eigendomsrechten ten aanzien van het jacht. Nu niet anderszins is gebleken of aangevoerd door de verdediging wordt Dara Ltd geacht eigenaar te zijn van alle op de Ebony Shine aangetroffen goederen. Equatoriaal Guinea is dan ook niet ontvankelijk in haar klaagschrift voor zover dat ziet op de inbeslagneming van de goederen en/of gegevens aangetroffen op de Ebony Shine.
Rekestnummer 17/17: Inbeslagneming van de goederen en/of gegevens aangetroffen op de Ebony Shine – klager Dara Ltd
Dara Ltd is ontvankelijk in haar klaagschrift.
Rekestnummer 17/17: Inbeslagneming van de goederen en/of gegevens aangetroffen op de Ebony Shine – klager Dara Ltd
5.1 Het standpunt van de raadslieden
Dara Ltd, onder wie de goederen in beslag zijn genomen, stelt dat de inbeslagneming onrechtmatig is. Er is namelijk sprake van strijd met fundamentele beginselen van Nederlands strafprocesrecht omdat:
- de inbeslagneming is bevolen door een onbevoegde officier van justitie;
- de raadsman, ondanks zijn verzoek daartoe, niet bij de doorzoeking van de Ebony Shine aanwezig mocht zijn.
5.2 Het standpunt van de officieren van justitie
In artikel 13d van de WOTS is uitdrukkelijk bepaald dat iedere officier van justitie bevoegd is tot inbeslagname. Het beslag is dus door een bevoegde officier van justitie bevolen.
Ten tijde van de doorzoeking van de Ebony Shine had de raadsman, mr. Jahae, zich alleen gesteld voor de Republiek Equatoriaal Guinea, terwijl de Republiek Equatoriaal Guinea op dat moment niet kon aantonen dat zij belanghebbende was. Dit was de reden waarom de rechter-commissaris de raadsman niet aan boord heeft toegelaten.
5.3 De overwegingen van de rechtbank
De rechtbank overweegt daarover het volgende.
Het beroep van Dara Ltd op de relatieve onbevoegdheid van de officier van justitie mist feitelijke grondslag omdat de inbeslagneming conform artikel 13d van de WOTS in dit geval is gedaan door de rechter-commissaris en niet door de officier van justitie.
De rechtbank is van oordeel dat, als een raadsman de rechter-commissaris verzoekt bij een doorzoeking aanwezig te zijn, dit ingevolge artikel 99a Sv in beginsel dient te worden toegestaan. In dit geval is het verzoek namens de Republiek en niet namens Dara Ltd gedaan. Aldus kan niet worden geoordeeld dat ten aanzien van Dara Ltd een strafvorderlijk voorschrift is geschonden.
Dara Ltd wenst de inbeslaggenomen goederen terug te krijgen.
Gezien het summiere karakter van het onderzoek in raadkamer kan van de rechtbank niet kan worden gevergd ten gronde in de mogelijke uitkomst van een nog te voeren hoofdzaak of ontnemingsprocedure treden. Daarvoor is in de beklagprocedure geen plaats. Terughoudend toetsend is de rechtbank van oordeel dat de inbeslaggenomen goederen kunnen dienen om de waarheid aan de dag te brengen en om wederrechtelijk verkregen voordeel, als bedoeld in artikel 36e Sr, aan te tonen.
De rechtbank is op grond van het voorgaande van oordeel dat het klaagschrift ongegrond moet worden verklaard.
- verklaart het beklag van de Republiek Equatoriaal Guinea ten aanzien van de inbeslagneming van de Ebony Shine niet-ontvankelijk;
- verklaart het beklag van de Republiek Equatoriaal Guinea ten aanzien van de inbeslagneming van de goederen en/of gegevens aangetroffen op de Ebony Shine niet-ontvankelijk;
- verklaart het beklag van Dara Ltd ten aanzien van de inbeslagneming van de Ebony Shine niet-ontvankelijk;
- verklaart het beklag van Dara Ltd ten aanzien van de inbeslagneming van de goederen en/of gegevens aangetroffen op de Ebony Shine ongegrond.
Deze beschikking is gegeven door mr. B.T.C. Jordaans, voorzitter, mr. J.H.W.R. Orriëns-Schipper en mr. M. van Bruggen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.W. de Boer, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 13 april 2017.