2.8.Blijkens het bijgestelde plan van aanpak van 19 december 2016 verschillen [verzoeker] en [verweerster] van mening. De werkgever heeft onder meer het volgende vermeld:
(…) De bedrijfsarts is van mening dat re-integratie in zijn eigen functie (spoor 1) niet meer aan de orde is, maar werkhervatting dienst plaats te vinden bij een andere werkgever (spoor 2).
Werkgever heeft op [verzoeker] een lijst met aangepaste/lichte werkzaamheden voorgelegd die binnen [verweerster] door [verzoeker] kunnen worden verricht. [verzoeker] heeft aangegeven van deze lijst uitsluitend kantoorwerkzaamheden te kunnen verrichten, zoals het uitdraaien van pakbonnen. Werkgever is van mening dat [verzoeker] ook in staat zou moeten zijn om lichte schoonmaakwerkzaamheden te verrichten, hetgeen door de bedrijfsarts telefonisch is bevestigd. Deze werkzaamheden wenst [verzoeker] niet te verrichten
(…)
Werkgever heeft contact opgenomen met de bedrijfsarts. De bedrijfsarts heeft aangeboden om gedurende het volgende consult de lijst met alle aangepaste werkzaamheden binnen [verweerster] te zullen beoordelen en aan te geven welke werkzaamheden [verzoeker] naar zijn mening zou moeten kunnen verrichten.
Conclusie werkgever: Per 27-12-2016 werkzaamheden vervolgen met uur, de daaropvolgende dag anderhalf uur, de daaropvolgende dag 2 uur etc.
(…)
De werknemer heeft op een aparte bijlage onder meer het volgende vermeld:
Werknemer is het niet eens met advies bedrijfsarts d.d. 29 november 2016, omdat:
1. Advies om een arbeidsdeskundige in te schakelen voor werkplekonderzoek niet is opgevolgd.
2. Werknemer in de periode van 17 oktober tot en met 6 november 2016 genoodzaakt werd zijn oude werkzaamheden nagenoeg weer volledig uit te voeren, hetgeen veel te belastend bleek te zijn, waardoor herstel ernstig is vertraagd.
Bijstelling probleemanalyse is daarom gedaan op basis van onvolledige informatie.
Mede om bovengenoemde redenen inmiddels een deskundigenoordeel is aangevraagd.
Werknemer is derhalve nog steeds van oordeel dat hij te zijner tijd weer in staat is om zijn oude werkzaamheden, wellicht enigszins aangepast op basis van een goed advies van een arbeidsdeskundige, weer uitvoeren.
(…)
Om terugval te voorkomen, moet meer duidelijkheid komen wat voor medewerker passende werkzaamheden zijn gedurende de periode van arbeidsgeschiktheid.
Op 6 december 2016 ontving werknemer van de werkgever een overzicht van mogelijke werkzaamheden.
Naar aanleiding daarvan het volgende commentaar:
1. Kantoorwerkzaamheden: akkoord
2. Schoonmaakwerkzaamheden; wc’s schoonmaken; bussen wassen; buiten vegen en chauffeurswerkzaamheden niet akkoord.
De bedrijfsarts is naar het oordeel van werknemer niet aangewezen persoon om te beoordelen wat passende werkzaamheden zijn.
Werknemer kan instemmen met re-integratie bij een ander bedrijf, gedurende het re-integratietraject, voor zover er geen passende werkzaamheden bij de eigen werkgever zouden zijn. Indien werkgever daarvoor een re-integratiebureau wenst in te schakelen, dan heeft werknemer daartegen geen bezwaar. Werknemer is van oordeel dat kantoorwerkzaamheden vanaf volgende week gedurende een periode van twee weken kunnen worden uitgebreid tot 2 uur per week en daarna gedurende een periode van twee weken voor 4 uur per week.