3.1.[eiser] vordert, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagden] :
- ter voldoening aan de op hen rustende schadevergoedingsverplichting primair betreffende de redelijke kosten ter voorkoming of beperking van verdere vermogensschade en subsidiair betreffende het herstel van het gebrek aan het gehuurde, hoofdelijk te veroordelen des indien de één heeft betaald de ander zal zijn bevrijd, aan [eiser] te betalen een bedrag van
€ 23.450,00, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente althans de wettelijke rente, een en ander vanaf 27 januari 2013 dan wel een in goede justitie te bepalen datum tot en met de dag van algehele voldoening,
- ter voldoening van de op hun rustende verplichting tot vergoeding van de schade in de vorm van geleden verlies en gederfde winst voorts hoofdelijk te veroordelen, des indien de één heeft betaald de ander zal zijn bevrijd, aan [eiser] te betalen een bedrag van € 66.278,00, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente althans de wettelijke rente, een en ander vanaf 27 januari 2013 dan wel een in goede justitie te bepalen datum tot en met de dag van algehele voldoening,
- hoofdelijk te veroordelen, des indien de één heeft betaald de ander zal zijn bevrijd, aan [eiser] te betalen primair de buitengerechtelijke incassokosten conform rapport voorwerk II, zijnde twee punten van het toepasselijke liquidatietarief, in totaal € 1.258,00, en subsidiair een in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de dag van dagvaarding althans een in goede justitie te bepalen datum tot en met de dag van algehele voldoening,
- hoofdelijk te veroordelen, des indien de één heeft betaald de ander zal zijn bevrijd, in de kosten van deze procedure, waaronder het salaris van de advocaat, griffierecht, kosten deurwaarder, nakosten en de wettelijke rente daarover vanaf 7 dagen na de dag van betekening van het vonnis.