Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding met 35 producties
- de e-mail van RZI van 2 februari 2017 met 8 producties
- de e-mail van RZI van 2 februari 2017 met productie 9
- het faxbericht van Juda van 2 februari 2017 met productie 36 t/m 38
- de mondelinge behandeling op 3 februari 2017
- de pleitnota van Juda
- de pleitnota van RZI
- de aanhouding ten behoeve van minnelijk overleg
- het faxbericht van Juda van 13 maart 2017 met de repliek (in kort geding)
- de e-mail van RZI van 13 maart 2017 met de dupliek.
2.De feiten
2.Hoofdsom, doel en aflossing van de Lening
3.Het geschil
4.De beoordeling
Lundiform/Mexx). Daarbij zijn telkens van beslissende betekenis alle concrete omstandigheden van het geval, gewaardeerd naar hetgeen de maatstaven van redelijkheid en billijkheid meebrengen. Dit betekent onder meer dat de uitleg van een schriftelijk contract niet dient plaats te vinden op grond van alleen maar een taalkundige betekenis van de bewoordingen waarin het is gesteld. In praktisch opzicht is de taalkundige betekenis die deze bewoordingen, gelezen in de context van dat geschrift als geheel, in (de desbetreffende kring van) het maatschappelijk verkeer normaal gesproken hebben, bij de uitleg van dat geschrift echter vaak wel van groot belang. Voor een taalkundige/grammaticale uitleg bestaat eerder aanleiding indien het een zuiver commerciële transactie betreft tussen professionele partijen, zoals in dezen aan de orde is.
“schriftelijke terugkoppeling omtrent de voortgang in concrete klantafspraken op basis van de pre-orderlijst, inschatting conversie ratio van pre-orders naar orders en inzage in de actuele financiële planning (inclusief eventuele factoring, banklening en crowd funding)”als opschortende voorwaarden dienen te worden gekwalificeerd. Daartoe overweegt de voorzieningenrechter dat RZI bij brief van 13 januari 2015 – waarin expliciet is opgenomen dat deze brief met bijlagen een onlosmakelijk deel uitmaakt van de Overeenkomst – aan Juda onder meer het volgende heeft bevestigd (zie productie 7 van Juda):
- Voortgang in concrete klantafspraken op basis van de pre order lijst
- Inschatting conversie ratio van pre-orders naar orders
- Inzage in de actuele financiële planning (inclusief eventuele factoring, banklening en crowd funding)
“over een fasering van uitbetaling van de lening gekoppeld aan milestones”.
“JuDa Fashion en het RZI, een toelichting op de veranderingen, huidige stand van zaken, behaalde resultaten en de toekomst”kan uit de financiële paragraaf/omzetontwikkeling worden afgeleid dat in 2015 en 2016 slechts 351 respectievelijk 1336 boxershorts zijn verkocht, terwijl uit het eveneens bij die mail gevoegde orderoverzicht blijkt dat van de ten tijde van de totstandkoming van de Overeenkomst bestaande afspraken met potentiële afnemers over de levering c.q. een minimale afname van de boxershorts een groot deel om uiteenlopende redenen niet is gerealiseerd (zie productie 28 en 29 van Juda). Dat er in december 2016 nog nauwelijks een afzetmarkt voor de boxershorts was, blijkt ook uit de e-mail van [C] , Accountmanager Bijzonder Beheer Bedrijven van Rabobank IJsseldelta, van 8 december 2016 waarin deze aan [A] ter zake van zijn onderneming het volgende heeft meegedeeld (zie productie 35 van Juda):
- griffierecht € 1.924,00
- salaris advocaat