Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[verzoeker 1],
[verzoeker 2],
Rechtbank Overijssel
Op 27 maart 2017 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Overijssel een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoek was ingediend door twee verzoekers, bijgestaan door een gemachtigde, tegen de rechters M.M. Verhoeven, W.K.F. Hangelbroek en J.M. Marsman. De wrakingsgrond was dat de rechters, door hun functie als rechter-commissaris, te veel verweven zouden zijn met de curator in een faillissementszaak, waardoor zij vooringenomen zouden zijn. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat de rechters op geen andere wijze betrokken waren bij het faillissement dan als leden van de meervoudige kamer die het verzoek tot ontslag van de curator behandelde. De verzoekers hebben onvoldoende feiten aangedragen die zouden wijzen op een vooringenomenheid van de rechters.
De wrakingskamer heeft verder overwogen dat het gebruikelijk is dat een rechter die een curator benoemt, deze ook kan ontslaan. De verzoekers stelden ook dat de rechters ten onrechte uitstel hadden verleend aan de curator voor het indienen van zijn schriftelijke reactie. De wrakingskamer oordeelde dat de curator een valide reden had voor het verzoek om uitstel en dat de rechters in redelijkheid aan dit verzoek gehoor konden geven.
Uiteindelijk concludeerde de wrakingskamer dat er geen aanwijzingen waren voor partijdigheid of vooringenomenheid van de rechters, en dat de vrees van de verzoekers voor dergelijke vooringenomenheid niet gerechtvaardigd was. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.