Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[X] ,
1.De verdere procedure
2.De feiten
Verstrekte zekerheden
3.De verdere beoordeling
- griffierecht € 3.894,00
- salaris advocaat
4.De beslissing in kort geding
- [A] : € 800,00
- [X c.s.] : € 800,00;
Rechtbank Overijssel
In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een kort geding, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel op 2 maart 2017 uitspraak gedaan. De eisende partij, [A], heeft vorderingen ingesteld tegen [X] en de besloten vennootschap De Nieuwe Zweep Klarenbeek B.V. ([X c.s.]) en de tussenkomende partij [Y]. De zaak betreft een geschil over de beëindiging van een vennootschap onder firma (VOF) en de daaruit voortvloeiende verplichtingen en rechten van de betrokken partijen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat [A] en [X] op 1 oktober 2008 een VOF hebben opgericht, die zich bezighield met de exploitatie van een café en restaurant. In januari 2016 hebben zij besloten de samenwerking te beëindigen, waarbij [A] uit de VOF wilde treden en [X] de activiteiten wilde voortzetten in een nieuwe BV, De Nieuwe Zweep. Er is een beëindigingsovereenkomst gesloten, maar [A] stelt dat [X c.s.] wanprestatie hebben gepleegd door niet aan de afspraken te voldoen. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de vorderingen van [A] niet voldoende zijn onderbouwd en heeft deze afgewezen. Ook de vorderingen van [X c.s.] in reconventie zijn afgewezen. De kosten van de procedure zijn toegewezen aan de in het ongelijk gestelde partijen.