Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding
- de betekeningsstukken.
2.De beoordeling
3.De beslissing
29 maart 2017voor het nemen van een akte door eiser over hetgeen is vermeld onder 2.7. dan wel onder 2.9.,
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. A. Arslan, een dagvaarding ingediend tegen de vennootschap naar vreemd recht Kombassan Holding Anonim Sirketi, die niet is verschenen. De rechtbank Overijssel heeft op 1 maart 2017 vonnis gewezen in het kader van de betekening van de dagvaarding aan de gedaagde in Turkije. Eiser heeft de dagvaarding op 12 augustus 2016 betekend aan het parket van de ambtenaar van het openbaar ministerie bij de rechtbank Overijssel, met het verzoek om betekening te doen plaatsvinden volgens het Haags Betekeningsverdrag 1965. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betekening aan gedaagde niet correct heeft plaatsgevonden, aangezien de Turkse centrale autoriteit het oproepingsexploit niet aan gedaagde heeft uitgereikt. Eiser heeft ook een vertaling van de dagvaarding per aangetekende post naar gedaagde gestuurd, maar Turkije heeft zich verzet tegen deze wijze van betekening. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er vooralsnog geen verstek kan worden verleend en heeft de behandeling van de zaak aangehouden, zodat eiser de gelegenheid krijgt om bewijs te overleggen dat aan de vereisten van het verdrag is voldaan. De rechtbank heeft bepaald dat de zaak op 29 maart 2017 weer op de rol zal komen voor een akte van eiser.