Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
5.De beslissing
- € 103,10 voor explootkosten
- € 223,00 voor griffierecht
- € 600,00 voor salaris gemachtigde;
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 6 maart 2017 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser], een werknemer van Museumrestaurant Schokland B.V., en zijn werkgever. De werknemer vorderde betaling van zijn loon vanaf 1 december 2016, nadat hij geen salaris meer had ontvangen. De werknemer was sinds 1 mei 1999 in dienst bij Museumrestaurant Schokland en had een salaris van € 2.740,00 bruto per maand. De werkgever betwistte de vordering en stelde dat de werknemer op 31 december 2016 op staande voet was ontslagen wegens disfunctioneren en frauduleus handelen. De kantonrechter oordeelde dat het ontslag op staande voet niet stand kon houden, omdat de werkgever niet had voldaan aan de wettelijke eisen voor een dergelijk ontslag. De kantonrechter wees de vordering tot betaling van het achterstallige loon toe, evenals de wettelijke verhoging en rente. De vordering tot toelating van de werknemer tot zijn werkzaamheden werd afgewezen, omdat de arbeidsrelatie ernstig verstoord was. Daarnaast werd de werkgever veroordeeld tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten en de proceskosten. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.