ECLI:NL:RBOVE:2017:1019

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
20 februari 2017
Publicatiedatum
7 maart 2017
Zaaknummer
C/08/197430 / KG ZA 17-29
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Straat- en contactverboden in kort geding met dwangsom

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel op 20 februari 2017, is een kort geding aanhangig gemaakt door eiser, die een affectieve relatie heeft gehad met mevrouw [A]. Uit deze relatie is op 4 september 2016 een dochter geboren. Vanwege de drugsproblematiek van [A] is jeugdhulpverlening betrokken bij de minderjarige dochter, die momenteel bij eiser verblijft. De verhouding tussen eiser en gedaagde is ernstig verstoord, wat heeft geleid tot dreigementen via WhatsApp door gedaagde aan eiser en zijn (schoon)ouders.

De procedure begon met een dagvaarding en een mondelinge behandeling op 14 februari 2017, waarbij gedaagde niet verscheen, wat resulteerde in verstek. De voorzieningenrechter oordeelde dat de gevorderde straat- en contactverboden niet onrechtmatig of ongegrond waren. De voorzieningenrechter heeft de gevorderde dwangsom toegewezen, gemaximeerd op € 20.000,00, en gedaagde veroordeeld om deze te betalen bij overtreding van de verboden. Tevens werd gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van eiser zijn begroot op € 605,00.

De voorzieningenrechter heeft in het vonnis bepaald dat gedaagde gedurende twee jaar na betekening van het vonnis zich niet mag bevinden in bepaalde straten en geen contact mag opnemen met eiser, diens dochter en de ouders van beide partijen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. L.M. Rijksen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zwolle
zaaknummer / rolnummer: C/08/197430 / KG ZA 17-29
Vonnis in kort geding van 20 februari 2017
in de zaak van
[eiser], procederend met een toevoeging onder nummer 2FK1032,
wonende te [plaats 1] ,
eiser,
advocaat mr. S.L. Geeraths te Haaksbergen,
tegen
[gedaagde],
wonende te [plaats 2] ,
gedaagde,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde] worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met 1 productie
  • de mondelinge behandeling op 14 februari 2017
  • het tijdens de behandeling tegen [gedaagde] verleende verstek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser] heeft een affectieve relatie gehad met mevrouw [A] die thans de huidige vriendin van [gedaagde] is. Uit deze relatie is op 4 september 2016 een dochter geboren.
2.2.
Vanwege de drugsproblematiek van [A] is jeugdhulpverlening bij de minderjarige dochter betrokken. De dochter verblijft thans bij [eiser] . De verhouding tussen partijen is ernstig verstoord. Een en ander heeft geleid tot dreigementen via WhatsApp door [gedaagde] aan het adres van [eiser] en zijn (schoon)ouders.

3.De beoordeling

3.1.
Bij de dagvaarding zijn de voorgeschreven termijn en formaliteiten in acht genomen. [gedaagde] is niet verschenen. Tegen hem is vervolgens verstek verleend.
3.2.
Het gevorderde komt de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal, op de hierna te melden wijze, worden toegewezen. De gevorderde dwangsom zal worden gemaximeerd. Nu de door [eiser] gevorderde dwangsom die [gedaagde] zal verbeuren als hij in strijd handelt met de op te leggen straat- en contactverboden wordt toegewezen, acht de voorzieningenrechter het opleggen van een dwangsom voorshands een voldoende prikkel tot nakoming voor [gedaagde] . De tevens gevorderde machtiging om de verboden met behulp van de sterke arm ten uitvoer te doen leggen, zal dan ook worden afgewezen.
3.3.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van deze procedure worden veroordeeld. Aangezien aan [eiser] een toevoeging is verleend zijn de kosten voor het uitbrengen van de dagvaarding (exclusief verschotten zoals informatiekosten) in debet gesteld. Deze kosten komen daarom niet voor vergoeding aan [eiser] in aanmerking. De kosten aan de zijde van [eiser] worden begroot op:
  • dagvaarding € 0,00
  • griffierecht € 78,00
  • salaris advocaat
Totaal € 605,00

4.De beslissing

De voorzieningenrechter
4.1.
verbiedt [gedaagde] om gedurende twee jaar na betekening van dit vonnis zich te bevinden en/of op te houden in [straatnaam] en de [plaats 3] te Deventer en de Bornsestraat te Bornerbroek,
4.2.
verbiedt [gedaagde] om gedurende twee jaar na betekening van dit vonnis persoonlijk, schriftelijk, telefonisch of anderszins contact op te nemen met [eiser] , diens dochter, de ouders van [eiser] en de ouders van [A] ,
4.3.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] een dwangsom te betalen van € 500,00 per overtreding van de verboden onder 4.1 en 4.2, met een maximum van € 20.000,00 per verbod,
4.4.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot op heden begroot op € 605,00,
4.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
4.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.M. Rijksen en in het openbaar uitgesproken op 20 februari 2017. [1]

Voetnoten

1.type: