5.3De bewijsoverwegingen van de rechtbank
Inzake parketnummer 07.770049-15
Aangeefster [aangeefster 2] heeft verklaard dat zij op 15 januari 2015 heeft gezien dat verdachte in de Posthoornsbredehoek te Zwolle bij een garage ging staan en dat hij daar zijn penis uit zijn broek haalde. In het dossier bevindt zich een verklaring van getuige [getuige 1] die ook heeft verklaard dat hij die bewuste dag heeft gezien dat verdachte in de Posthoornsbredehoek bij een garage stond en dat hij daar zijn penis uit zijn broek haalde. Bij die stand van zaken is de rechtbank van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat verdachte op 15 januari 2015 op of aan de Schoolmeestersteeg te Zwolle zijn geslachtsdeel heeft ontbloot en daarmee schennis der eerbaarheid heeft gepleegd. De rechtbank zal verdachte dan ook van dit feit vrijspreken.
Inzake parketnummer 08.770174-15
De rechtbank overweegt, op grond van de hierna in de bijlage vermelde bewijsmiddelen, het navolgende.
In het dossier bevindt zich een aangifte van [aangeefster 1] . Aangeefster heeft verklaard dat zij op 21 juli 2015 vanuit haar kamer aan de [adres 3] te Zwolle een blanke man met rossig haar, een zwart met rode pet en witte sneakers in haar door schuttingen afgesloten achtertuin zag staan. De door haar omschreven man had zijn broek op zijn enkels, waardoor zijn geslachtsdeel goed zichtbaar was. Vervolgens beschrijft aangeefster dat zij heeft gezien dat deze man, alvorens hij er vandoor ging, enkele strings en een boxershort van haar droogrek heeft gepakt en heeft meegenomen.
Getuige [getuige 2] , een huisgenoot van aangeefster, heeft verklaard dat zij op die bewuste dag aangeefster hoorde roepen dat er een man in hun gezamenlijke achtertuin stond en dat die man zijn broek naar beneden had. Toen getuige [getuige 2] ook in hun achtertuin keek zag zij daar een blanke man met een mager postuur met zijn broek naar beneden, waarbij zijn geslachtsdeel zichtbaar was.
Uit het proces-verbaal van aanhouding van 21 juli 2015 blijkt dat de verbalisanten, kort nadat zij de melding van de meldkamer kregen dat verdachte in de richting van de [straatnaam 3] was gerend, in deze straat verdachte aantroffen en dat hij volledig voldeed aan het door aangeefster opgegeven signalement.
Gelet op vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat verdachte zich op een plaats, niet voor het openbaar verkeer bestemd, opzettelijk en oneerbaar met een ontbloot geslachtsdeel heeft bevonden en dat hij op die plaats damesondergoed van een droogrek heeft gestolen. De rechtbank is gelet op het vorenstaande van oordeel dat het onder 08.770174-15 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
Inzake parketnummer 08.770195-15
De rechtbank overweegt, op grond van de hierna in de bijlage vermelde bewijsmiddelen, het navolgende.
In het dossier bevindt zich een aangifte van [aangeefster 3] . Aangeefster heeft verklaard dat zij op 27 mei 2015 in het park Wezenlanden te Zwolle wandelde. Op enig moment zag zij een man met een wit petje op een bankje zitten. Deze man had zijn broek half uit, waardoor zijn geslachtsdeel zichtbaar was. Aangeefster heeft verklaard dat zij heeft gezien dat het geslachtsdeel van deze persoon stijf was. Verder bevindt zich in het dossier een aangifte van [aangeefster 4] waarin zij heeft verklaard dat zij in het Wezenlandenpark in Zwolle een man zag die zijn geslachtdeel over zijn broeksband had zitten. De man droeg een witte pet, was blank, ongeveer 30 jaar en droeg een grijsachtige spijkerbroek. Uit het proces-verbaal van aanhouding blijkt dat verdachte – vrijwel direct na de melding – door de op dat moment in het park aanwezige verbalisant op basis van het doorgegeven signalement wordt herkend.
Gelet op vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat verdachte zich op 27 mei 2015 op een plaats, voor het openbaar verkeer bestemd, te weten het park de Wezenlanden , opzettelijk en oneerbaar met een ontbloot geslachtsdeel heeft bevonden. De rechtbank is gezien het vorenstaande van oordeel dat het onder 08.770195-15 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
Inzake parketnummer 08.770245-15
De rechtbank overweegt, op grond van de hierna in de bijlage vermelde bewijsmiddelen, het navolgende.
Uit het proces-verbaal van aangifte blijkt dat [aangeefster 5] zich op 22 augustus 2015 omstreeks 9:15 uur in haar woning aan de [adres 4] te Zwolle bevond en dat zij op enig moment een man met ontbloot geslachtsdeel voor haar raam zag liggen. Ook getuige [getuige 3] heeft verklaard dat zij op 22 augustus 2015 even na 9:20 uur vanuit haar woning aan de [adres 4] te Zwolle ter hoogte van haar voordeur een man zag staan die zijn broek liet zakken, waardoor zijn geslachtsdeel zichtbaar was. In het proces-verbaal van aanhouding wordt door de verbalisanten gerelateerd dat zij zich omstreeks 9:25 uur naar aanleiding van een melding begaven in de richting van de [adres 4] te Zwolle en aldaar op de [straatnaam 1] verdachte, die aan het opgegeven signalement voldeed, moeizaam zagen lopen met zijn broekriem los, waardoor zijn broek afzakte.
Gelet op vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat verdachte zich op 22 augustus 2015 op een plaats, voor het openbaar verkeer bestemd, te weten op de [adres 4] te Zwolle, opzettelijk en oneerbaar met een ontbloot geslachtsdeel heeft bevonden. De rechtbank is gezien het voornoemde van oordeel dat het onder 08.770245-15 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
Inzake parketnummer 08.770131-14
De rechtbank overweegt, op grond van de hierna in de bijlage vermelde bewijsmiddelen, het navolgende.
In het proces-verbaal van aangifte heeft [aangeefster 6] verklaard dat zij namens de stichting [theatergroep] aangifte doet van openbare schennis van de eerbaarheid. Op 31 oktober 2014 was zij in het gebouw van de stichting aan de [adres 5] te Zwolle. Aangeefster heeft blijkens haar verklaring die dag van een aantal ouders gehoord dat zij op het plein voor het gebouw van de stichting een man zagen die zijn geslachtsdeel toonde en daar bewegingen mee maakte. De getuige [getuige 4] heeft verklaard dat zij op 31 oktober omstreeks 16.50 uur haar dochter ophaalde van toneelles aan de [adres 5] te Zwolle en dat zij haar vijfjarige zoontje op de parkeerplaats hoorde zeggen dat hij een man zag met zijn piemel uit zijn broek. Getuige [getuige 4] heeft verder verklaard dat zij ook heeft gezien dat op de parkeerplaats een man rondliep van wie zijn geslachtsdeel over zijn broek hing. Deze man begaf zich vervolgens in de richting van getuige [getuige 4] en een andere moeder. De man hield daarbij zijn geslachtsdeel met zijn rechterhand vast en maakte daarin knijpende bewegingen, terwijl hij getuige [getuige 4] en de andere moeder aan bleef kijken. Volgens getuige [getuige 4] hoorde zij van haar zoontje dat verdachte ondertussen wenkende bewegingen naar hem maakte.
De verklaring van getuige [getuige 4] wordt ondersteund door de getuigenverklaring van [getuige 5] . Zij heeft daar nog aan toegevoegd dat zij heeft gezien dat de desbetreffende man wegliep in de richting van de bossages en daar door de politie werd aangehouden en meegenomen. Deze lezing wordt onderschreven door het proces-verbaal van aanhouding, waarin verder wordt gerelateerd dat de desbetreffende man wordt herkend als zijnde verdachte.
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat verdachte zich op 31 oktober 2014 op een plaats, voor het openbaar verkeer bestemd, te weten op de [adres 5] te Zwolle, opzettelijk en oneerbaar met een ontbloot geslachtsdeel heeft bevonden en daarin knijpende bewegingen heeft gemaakt. De rechtbank is gezien het voornoemde van oordeel dat het onder 08.770131-14 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
Inzake parketnummer 08.770140-14
De rechtbank overweegt, op grond van de hierna in de bijlage vermelde bewijsmiddelen, het navolgende.
In het proces-verbaal van aangifte heeft [aangeefster 7] verklaard dat zij op 24 september 2014 vanaf haar werkplek aan de [adres 6] te Zwolle door het raam een man zag staan met ontbloot geslachtsdeel die zichzelf aan het aftrekken was. Deze man maakte daarbij wenkende bewegingen met zijn hand naar aangeefster. Getuige [getuige 4] heeft ook verklaard dat zij op die dag omstreeks hetzelfde tijdstip een man zag staan die zijn ontblote geslachtsdeel in zijn hand had en met de andere hand wenkende bewegingen maakte. Volgens getuige [getuige 4] was het een blanke man met rossig haar die een groene trui droeg, waarop gele letters waren weergegeven. Uit het proces-verbaal van aanhouding blijkt dat de verbalisanten, die ter plaatse waren aangekomen, verdachte aantroffen die voldeed aan het signalement.
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat verdachte zich op 24 september 2014 op een plaats, voor het openbaar verkeer bestemd, te weten op de [adres 6] te Zwolle, opzettelijk en oneerbaar met een ontbloot geslachtsdeel heeft bevonden. De rechtbank is gezien het vorenstaande van oordeel dat het onder 08.770140-14 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
Inzake parketnummer 08.770101-14
De rechtbank overweegt, op grond van de hierna in de bijlage vermelde bewijsmiddelen, het navolgende.
In het proces-verbaal van aangifte heeft [aangeefster 8] verklaard dat zij op 13 april 2015 omstreeks 17:30 uur vanuit haar woning aan de [adres 7] te Zwolle een man voor haar raam zag staan die zijn broek omlaag had. Volgens de verklaring van aangeefster [aangeefster 8] was het ontblote geslachtsdeel van verdachte zichtbaar en had hij een erectie. De aangifte van [aangeefster 8] wordt ondersteund door de getuigenverklaring van [getuige 6] . Getuige [getuige 6] heeft verklaard dat hij op diezelfde datum en omstreeks hetzelfde tijdstip zicht had op de woning van aangeefster en dat hij een onbekende man voor de ramen zag staan die in zijn blote kont stond. De verbalisanten – die vervolgens op de melding zijn afgegaan - hebben verklaard dat zij omstreeks 17:30 uur verdachte, die voldeed aan het opgegeven signalement, aantroffen op ongeveer 200 meter afstand van de [adres 7] .
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat verdachte zich op 13 april 2015 op een plaats, voor het openbaar verkeer bestemd, te weten op de [adres 7] te Zwolle, opzettelijk en oneerbaar zijn ontblote geslachtsdeel heeft getoond. De rechtbank is gezien het vorenstaande van oordeel dat het onder 08.770101-14 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
Inzake parketnummer 08.181003-15
De rechtbank overweegt, op grond van de hierna in de bijlage vermelde bewijsmiddelen, het navolgende.
In het proces-verbaal van aangifte heeft [slachtoffer] verklaard dat op 3 september 2015 omstreeks 13:50 uur een dronken man hem voor de MacDonalds, gelegen aan de Grote Markt te Zwolle, een harde vuistslag op zijn borst heeft gegeven, wat hem pijn heeft gedaan. Deze man werd daarop in bedwang gehouden door omstanders tot de politie arriveerde, aldus aangever. De aangifte van [slachtoffer] wordt ondersteund door de verklaring van
[getuige 7] , die heeft verklaard vanuit de genoemde MacDonalds te hebben gezien dat een blanke man met rood haar een jongetje met zijn rechterhand heeft geslagen. Uit het proces-verbaal van aanhouding blijkt dat verbalisanten vervolgens verdachte aantroffen en hebben aangehouden.
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat verdachte op 3 september 2015 te Zwolle [slachtoffer] heeft mishandeld. De rechtbank is gezien het vorenstaande van oordeel dat het onder 08.181003-15 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
Inzake parketnummer 08.770285-15
De rechtbank overweegt, op grond van de hierna in de bijlage vermelde bewijsmiddelen, het navolgende.
In het proces-verbaal van aangifte heeft [aangeefster 9] verklaard dat zij op 7 november 2015 omstreeks 18:30 uur vanuit de woning van haar vriend aan de [adres 9] te Zwolle heeft gezien dat een haar onbekende man zijn geslachtsdeel uit zijn broek haalde en deze tegen het glas van de voordeur aan heeft geduwd. Aangeefster heeft verder verklaard dat zij heeft gezien dat deze man vervolgens met zijn blote geslachtsdeel tegen de voordeur aan stond te rijden. Getuige [getuige 8] heeft verklaard dat hij die bewuste dag omstreeks 19:05 uur in de [adres 9] te Zwolle een blanke man heeft gezien van ongeveer 27 à 28 jaar oud, met een rossig baardje en een slobberige hangbroek, die hij half afgezakt droeg. Deze man was rijstwafels aan het eten en begaf zich steeds in de richting van de woning aan de [adres 9] te Zwolle. Uit het proces-verbaal van aanhouding blijkt dat verbalisanten kort daarna op de [adres 9] te Zwolle een persoon hebben aangetroffen die voldeed aan het opgegeven signalement en die zij als verdachte hebben geïdentificeerd.
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat verdachte op 7 november 2015 op een plaats, voor het openbaar verkeer bestemd, te weten op de [adres 9] te Zwolle, opzettelijk en oneerbaar zijn ontblote geslachtsdeel tegen het glas van de voordeur van voormelde woning heeft gedrukt. De rechtbank is gezien het vorenstaande van oordeel dat het onder 08.770285-15 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
Inzake parketnummer 08.770286-15
De rechtbank overweegt, op grond van de hierna in de bijlage vermelde bewijsmiddelen, het navolgende.
In het dossier bevindt zich een tweetal aangiftes. Aangeefster [aangeefster 10] heeft verklaard dat zij op 18 juli 2015 omstreeks 09:00 uur [adres 1] te Zwolle een man voor boekhandel [bedrijf 1] zag die zijn ontblote geslachtsdeel in zijn linkerhand had. Het betrof een blanke man van ongeveer 1.80 meter met een slank postuur die een kaki pet droeg. Aangeefster [aangeefster 10] heeft verder verklaard dat zij even later zag dat de man naast een motoragent stond. Aangeefster [aangeefster 11] heeft verklaard dat zij op 18 juli 2015 te Zwolle aan de [adres 2] een man heeft gezien die een open broek droeg, waardoor diens penis duidelijk zichtbaar was. De man had rossig haar, droeg een pet, was ongeveer 30 jaar en had een stoppelbaard. Uit het proces-verbaal van aanhouding blijkt dat verbalisanten kort daarna op basis van het door aangeefsters opgegeven signalement [adres 1] een persoon hebben aangehouden die zij hebben geïdentificeerd als zijnde verdachte. Deze persoon droeg volgens opgave van de verbalisanten een open broek en had geen onderbroek aan.
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat verdachte op 18 juli 2015 op een tweetal plaatsen, voor het openbaar verkeer bestemd, te weten [adres 1] en de Kleine A te Zwolle, opzettelijk en oneerbaar zijn ontblote geslachtsdeel heeft getoond. De rechtbank is gezien het vorenstaande van oordeel dat het onder 08.770286-15 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.