ECLI:NL:RBOVE:2016:949
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van een vrouw wegens het niet opruimen van hondenpoep en de onduidelijkheid over hondenuitlaatterreinen
Op 21 maart 2016 heeft de kantonrechter te Enschede uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 30-jarige vrouw uit Enschede, die verzet had ingesteld tegen een strafbeschikking voor het niet opruimen van hondenpoep. De vrouw ontving een strafbeschikking van € 140, vermeerderd met administratiekosten, omdat zij als eigenaar van een hond niet had gezorgd dat haar hond zich niet van uitwerpselen ontdoet op een andere dan door het college aangewezen plaats. De tenlastelegging betrof een incident op 20 juni 2014 te Hengelo, waar de vrouw zou hebben verzuimd de uitwerpselen van haar hond op te ruimen.
Tijdens de zitting werd duidelijk dat de verbalisant in zijn proces-verbaal melding maakte van een hondenuitlaatterrein, maar dat het college van burgemeester en wethouders geen besluit had genomen dat deze plaatsen officieel aanwijst. De kantonrechter vroeg zich af op basis van welke regelgeving de verbalisant handelde en of er daadwerkelijk een hondenuitlaatterrein was. De officier van justitie gaf aan dat er geen besluiten konden worden teruggevonden die de op de website van de gemeente gepubliceerde uitlaatplaatsen onderbouwen.
De kantonrechter concludeerde dat er geen geldige aanwijzingen waren dat de vrouw zich schuldig had gemaakt aan de overtreding, omdat er geen officiële aanwijzingen waren voor de plaatsen waar honden niet mochten poepen. De kantonrechter sprak de vrouw vrij van de tenlastegelegde gedraging en vernietigde de opgelegde strafbeschikking. Dit vonnis werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.