Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de dagvaarding,
- de brief van 11 februari 2016 met als bijlage het taxatierapport d.d. 4 december 2015 van de zijde van [gedaagde] ,
- de aanvullende producties van [eiseres] ,
- de mondelinge behandeling,
- de pleitnota van [eiseres] ,
- de pleitnota van [gedaagde] .
2.De feiten
- onder meer - [X] kennis te nemen.
8 september 2010 ten laste van [eiseres] executoriaal derdenbeslag doen leggen onder de naamloze vennootschap ING Bank N.V. (hierna: ING).
8 september 2010 ten laste van [eiseres] executoriaal beslag doen leggen op diverse aan [eiseres] in eigendom toebehorende onroerende zaken, waaronder de onroerende zaak staande en gelegen te (1671 NT) Medemblik aan Aambeeld 4, kadestraal bekend Medemblik D no. 95, groot 85 are en 80 centiare (hierna: het bedrijfscomplex).
10 september 2015 heeft het HvJEU de prejudiciële vragen beantwoord.
€ 1.095.000,--.
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 11.400.000,-- open staat – niet, althans onvoldoende gemotiveerd, weersproken dat de gehele opbrengst naar ING als eerste hypotheekhoudster gaat. De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat met het taxatierapport van 4 december 2015 voldoende aannemelijk is dat de verkoopprijs van € 1.095.000,-- de marktwaarde dan wel executiewaarde overstijgt. Dat de taxatie niet (enkel) is verricht ten behoeve van de verkoop van het bedrijfscomplex, maar in verband met fiscale aspecten, zoals door [gedaagde] is gesteld, doet naar het oordeel van de voorzieningenrechter er niet aan af dat door de taxateur de marktwaarde is vastgesteld op € 1.005.000,--. Door [eiseres] is niet weersproken dat het executoriaal derdenbeslag onder ING geen doel heeft getroffen en dat de executoriale derdenbeslagen onder de aan [eiseres] gelieerde bedrijven inmiddels opgeheven zijn. Door [gedaagde] is echter niet aannemelijk gemaakt dat na opheffing van het onderhavige beslag de resterende beslagen op de 16 overige onroerende zaken onvoldoende zekerheid tot verhaal van zijn vordering bieden. Ook overigens is door [gedaagde] niet aannemelijk gemaakt dat zij belang heeft bij het handhaven van het beslag.
€ 816,-- aan salaris van de advocaat.