Op 10 maart 2016 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1969. De rechtbank heeft de TBS verlengd met twee jaar, na een zorgvuldige beoordeling van de vordering van de officier van justitie en het advies van de kliniek. De terbeschikkinggestelde is sinds 1995 onder TBS gesteld na het plegen van ernstige misdrijven, waaronder opzettelijk brand stichten en diefstal. De laatste verlenging van de maatregel vond plaats op 1 mei 2014 en eindigde op 24 februari 2016. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende stukken, waaronder de vordering van de officier van justitie en het advies van de kliniek, waarin de stoornis en het recidivegevaar van de terbeschikkinggestelde worden besproken.
Tijdens de zitting op 25 februari 2016 zijn zowel de officier van justitie als de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman, gehoord. De deskundige, drs. S. Winterwerp, heeft ook haar bevindingen gepresenteerd. De rechtbank constateert dat de terbeschikkinggestelde in een beveiligde omgeving goed functioneert, maar dat er nog steeds risico's zijn verbonden aan zijn terugkeer in de maatschappij. De rechtbank heeft de verlenging van de TBS noodzakelijk geacht om de veiligheid van anderen te waarborgen, gezien de ernst van de gepleegde misdrijven en de huidige situatie van de terbeschikkinggestelde.
De rechtbank heeft in haar oordeel ook rekening gehouden met de noodzaak van stapsgewijze uitbreiding van vrijheden voor de terbeschikkinggestelde, om te voorkomen dat de spanningen toenemen en het recidiverisico stijgt. De beslissing is genomen op basis van de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 509o, 509s en 509t van het Wetboek van Strafvordering. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling van de betrokkene met twee jaren verlengd, met het oog op zijn verdere behandeling en de veiligheid van de samenleving.