Op 10 maart 2016 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig had gemaakt aan diefstal. De verdachte, geboren in 1974 in Turkije en momenteel verblijvende in P.I. Achterhoek, werd beschuldigd van het stelen van twee aggregaten, een decoupeerzaag en een haakse slijper uit een pand in Deventer tussen 19 en 21 oktober 2015. Tijdens de zitting op 25 februari 2016 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie, mr. Y. Oosterhof, gehoord, evenals de verdediging door raadsman mr. J. Vlug. De rechtbank oordeelde dat de verdachte behandeld moest worden voor zijn verslavingsproblematiek en legde een gevangenisstraf van vier maanden op, met de verplichting tot schadevergoeding aan het slachtoffer van € 534,05. De rechtbank verlengde ook de proeftijd van een eerdere veroordeling met één jaar, waarbij de verdachte onder toezicht van de Reclassering blijft. De rechtbank concludeerde dat de verdachte, ondanks zijn verslavingsproblemen, strafbaar was voor het bewezen verklaarde feit van diefstal, waarbij hij zich toegang had verschaft door middel van braak. De rechtbank hield rekening met de ernst van het feit en het strafrechtelijk verleden van de verdachte, en oordeelde dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend was.