Uitspraak
Rechtbank Overijssel
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.Heropening onderzoek
uit te sluiten?
Rechtbank Overijssel
Op 10 maart 2016 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, een tussenvonnis uitgesproken in een strafzaak tegen een verdachte die wordt beschuldigd van het opzettelijk toedienen van insuline aan haar echtgenoot, met de intentie om hem van het leven te beroven. De rechtbank heeft het onderzoek heropend omdat er behoefte is aan nader deskundigenonderzoek. Dit besluit volgt op een openbare terechtzitting die op 25 februari 2016 heeft plaatsgevonden, waar de officier van justitie, mr. M. Zwartjes, en de raadsman van de verdachte, mr. J. de Ruiter, hun standpunten hebben gepresenteerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de medische rapporten die zijn ingediend onvoldoende duidelijkheid bieden over de gevolgen van de insuline toediening en of deze daadwerkelijk heeft geleid tot de verwondingen of de dood van het slachtoffer.
De rechtbank heeft de noodzaak van aanvullend deskundigenonderzoek benadrukt, waarbij specifieke vragen over de werking van insuline en de medische toestand van het slachtoffer aan de orde komen. De rechtbank heeft besloten het onderzoek te schorsen en te heropenen, zodat deskundigen de vragen kunnen beantwoorden over de mogelijke gevolgen van de insuline toediening. De zaak zal worden hervat op een later tijdstip, dat in overleg met de officier van justitie en de raadsman van de verdachte zal worden vastgesteld. De rechtbank heeft ook de oproeping van de verdachte voor de volgende zitting bevolen en de stukken in handen van de officier van justitie gesteld.