Op 4 maart 2016 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, uitspraak gedaan in de zaak tegen een 30-jarige man uit Hengelo, die zich schuldig heeft gemaakt aan hennepteelt. De verdachte is veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand met een proeftijd van 2 jaar, en daarnaast tot een taakstraf van 150 uur. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 4 augustus 2014 tot en met 30 april 2015 opzettelijk hennepplanten heeft geteeld in een pand in Vriezenveen. De verdachte had als voornaamste doel om geld te verdienen met deze illegale activiteit, wat de rechtbank als een ernstig delict beschouwt. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, die een werkstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf had geëist, grotendeels overgenomen. Tijdens de zitting op 19 februari 2016 is het bewijs tegen de verdachte besproken, waaronder WhatsApp-berichten die zijn uitgelezen uit de telefoon van de verdachte. De rechtbank heeft de verklaring van de verdachte dat deze berichten niet voor bewijs gebruikt kunnen worden, verworpen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte strafbaar is voor het bewezenverklaarde feit, dat valt onder de Opiumwet. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van het delict en de omstandigheden waaronder het is gepleegd, en heeft de taakstraf en voorwaardelijke gevangenisstraf passend geacht.