ECLI:NL:RBOVE:2016:689

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
29 februari 2016
Publicatiedatum
29 februari 2016
Zaaknummer
08/994527-13 en 08/993053-15 (ttz. gev.)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het voorhanden hebben van professioneel vuurwerk en nitraatbommen

Op 29 februari 2016 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die meermalen een grote hoeveelheid professioneel vuurwerk voorhanden heeft gehad en ter beschikking heeft gesteld aan anderen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte geen vergunningen of certificaten had om professioneel vuurwerk op te slaan of voorhanden te hebben. Het vuurwerk, dat in beslag was genomen, voldeed niet aan de Nederlandse vuurwerkvoorschriften en was potentieel gevaarlijk voor de omgeving. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Daarnaast moest hij zich houden aan bijzondere voorwaarden, waaronder reclasseringscontact en een intake bij de schuldhulpverlening. Ook werd een boete van 200 euro opgelegd. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het medeplegen van overtredingen van het Vuurwerkbesluit en de Wet milieubeheer, en dat hij anderen in gevaar had gebracht door illegaal vuurwerk op te slaan en te vervoeren. De uitspraak volgde op een openbare terechtzitting waar de officier van justitie en de verdediging hun standpunten naar voren brachten.

Uitspraak

Rechtbank Overijssel

Afdeling Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummers (P): 08/994527-13 en 08/993053-15 (ttz. gev.)
Datum vonnis: 29 februari 2016
Vonnis (promis) op tegenspraak van de rechtbank Overijssel, meervoudige economische kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedag] 1968 in [geboorteplaats] ,
wonende in [woonplaats] , [adres 1] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 8 september 2015 en van 15 februari 2016. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mevrouw mr. D. van Ieperen en van hetgeen door de verdachte en diens raadsman mr. M.D. Rijnsburger, advocaat te Amsterdam, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Inzakeparketnummer 08/994527-13:
feit 1
primair: (met anderen) opzettelijk op diverse plaatsen professioneel vuurwerk heeft opgeslagen/voorhanden heeft gehad en/of (met anderen) opzettelijk, dat vuurwerk aan anderen ter beschikking heeft gesteld;
subsidiair: de medeplichtigheid daaraan;
feit 2
primair:
met anderen opzettelijk op meerdere plaatsen vuurwerk in zijn bezit heeft gehad, buiten een daartoe bestemde inrichting.
subsidiair:de medeplichtigheid daaraan;
inzake parketnummer 08/993053-15:
met anderen, in een auto, zogenoemde nitraatbommen in zijn bezit heeft gehad, buiten een daartoe bestemde inrichting.
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting van 8 september 2015 is gewijzigd, luidt de tenlastelegging aan de verdachte voluit, dat:
inzake parketnummer 08/994527-13
1.
hij op of omstreeks nader te noemen data, in ieder geval in 2013, in nader te
noemen plaatsen, in ieder geval in Nederland, telkens tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk, meermalen, telkens
professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, te weten:
A. In de periode van 1 november 2013 t/m 23 december 2013, althans op 23 december 2013,
in een loods aan of nabij de [straat 1] te Kolham, gemeente Slochteren, onder
meer:
- 1254 kg professioneel en/of niet ingedeeld vuurwerk dat niet is genoemd in
lijst III (lijst II),
- 3900 stuks lawinepijlen (Foguete/Signal Rockets 901) (lijst III) en/of
B. In de periode van 1 november 2013 t/m 23 december 2013, althans op 23 december 2013,
in een woning aan de [adres 1] te [woonplaats] , gemeente Slochteren, onder meer:
- 78 stuks lawinepijlen) (Foguete/Signal Rockets 901) met stok,
- 179 stuks lawinepijlen (Foguete/Signal Rockets 901) zonder stok en/of
C. In de periode van 1 november 2013 t/m 24 december 2013, althans op 24 december 2013,
in een gebouw aan de [straat 2] te Groningen, onder meer:
- 69,8 kg/23.500 stuks knalvuurwerk (Schweizer kracher K0203) Lijst II, 252
stuks knalvuurwerk (SP1010) lijst III en/of
D. In de periode van 1 november 2013 t/m 24 december 2013, althans op 24 december 2013,
in een aanhangwagen op de [straat 3] te Kolham, gemeente Slochteren:
- 640 stuks lawinepijlen (Foguete/Signal Rockets 901) en/of
E. In de periode van 1 november 2013 t/m 28 december 2013, althans op 28 december 2013,
in een aanhangwagen op de [straat 5] te Roderesch, gemeente Noordenveld, onder
meer
- 229 stuks lawinepijlen (Foguete/Signal Rockets 901) en/of
F. In de periode van 1 november 2013 t/m 29 december 2013, althans op 29 december 2013,
in een schuur aan de [straat 4] te Slochteren,
- 216 stuks lawinepijlen (Foguete/Signal Rockets 901),
althans telkens een hoeveelheid professioneel vuurwerk,
heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad;
en/of
hij op omstreeks de periode van 1 november 2013 tot en met 29 december 2013,
althans in 2013, in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, opzettelijk, meermalen, telkens professioneel
vuurwerk bestemd voór particulier gebruik, te weten: onder meer
A. 1254 kg professioneel en/of niet ingedeeld vuurwerk dat niet is genoemd in
lijst III (lijst II) en/of 3900 stuks lawinepijlen (Foguete/Signal Rockets
901) (lijst III) en/of
B. 78 stuks lawinepijlen) (Foguete/Signal Rockets 901) met stok en/of 179
stuks lawinepijlen (Foguete/Signal Rockets 901) zonder stok en/of
C. 69,8 kg/23.500 stuks knalvuurwerk (Schweizer kracher K0203) Lijst II, 252
stuks knalvuurwerk (SP1010) lijst III en/of
D. 640 stuks lawinepijlen (Foguete/Signal Rockets 901), en/of
E. 229 stuks lawinepijlen (Foguete/Signal Rockets 901) en/of
F. 216 stuks lawinepijlen (Foguete/Signal Rockets 901),
althans telkens een hoeveelheid professioneel vuurwerk,
aan [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] , althans een
of meer anderen ter beschikking heeft gesteld;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
[medeverdachte 1] en/of een ander op of omstreeks nader te noemen data, in ieder
geval in 2013, in nader te noemen plaatsen, in ieder geval in Nederland,
telkens tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
opzettelijk, meermalen, telkens professioneel vuurwerk bestemd voor
particulier gebruik, te weten:
A. In de periode van 1 november 2013 t/m 23 december 2013, althans op 23 december 2013,
in een loods aan of nabij de [straat 1] te Kolham, gemeente Slochteren, onder
meer:
- 1254 kg professioneel en/of niet ingedeeld vuurwerk dat niet is genoemd in
lijst III (lijst II),
- 3900 stuks lawinepijlen (Foguete/Signal Rockets 901) (lijst III) en/of
B. In de periode van 1 november 2013 t/m 23 december 2013, althans op 23 december 2013,
in een woning aan de [adres 1] te [woonplaats] , gemeente Slochteren, onder meer:
- 78 stuks lawinepijlen) (Foguete/Signal Rockets 901) met stok,
- 179 stuks lawinepijlen (Foguete/Signal Rockets 901) zonder stok en/of
C. In de periode van 1 november 2013 t/m 24 december 2013, althans op 24 december 2013,
in een gebouw aan de [straat 2] te Groningen, onder meer:
- 69,8 kg/23.500 stuks knalvuurwerk (Schweizer kracher K0203) Lijst II, 252
stuks knalvuurwerk (SP1010) lijst III en/of
D. In de periode van 1 november 2013 t/m 24 december 2013, althans op 24 december 2013,
in een aanhangwagen op de [straat 3] te Kolham, gemeente Slochteren:
- 640 stuks lawinepijlen (Foguete/Signal Rockets 901) en/of
E. In de periode van 1 november 2013 t/m 28 december 2013, althans op 28 december 2013,
in een aanhangwagen op de [straat 5] te Roderesch, gemeente Noordenveld, onder
meer
- 229 stuks lawinepijlen (Foguete/Signal Rockets 901) en/of
F. In de periode van 1 november 2013 t/m 29 december 2013, althans op 29 december 2013,
in een schuur aan de [straat 4] te Slochteren,
- 216 stuks lawinepijlen (Foguete/Signal Rockets 901),
althans telkens een hoeveelheid professioneel vuurwerk,
heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad,
bij het plegen van welk misdrijf verdachte in december 2013, althans in 2013,
in genoemde plaatsen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging althans
alleen, meermalen, telkens opzettelijk behulpzaam is geweest door:
- genoemde loods aan de [straat 1] te Kolham te huren, althans te regelen en/of
- de sleutel van die loods aan de [straat 1] te Kolham te brengen naar of
geven /ter beschikking te stellen aan die [medeverdachte 1] en/of
- zijn woning aan de [adres 1] te Schildwode en/of zijn schuur aan de
[straat 4] in Slochteren ter beschikking te stellen voor de opslag van
een deel van dat vuurwerk en (vuurwerk)korven en/of
- ( dat) vuurwerk te brengen naar (de garage, althans een ruimte van) genoemd
gebouw aan de [straat 2] te Groningen;
en/of
[medeverdachte 1] en/of een ander op omstreeks de periode van 1 november 2013 tot en
met 29 december 2013, althans in 2013, in Nederland, opzettelijk, meermalen,
telkens professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, te weten:
onder meer
A. 1254 kg professioneel en/of niet ingedeeld vuurwerk dat niet is genoemd in
lijst III (lijst II) en/of 3900 stuks lawinepijlen (Foguete/Signal Rockets
901) (lijst III) en/of
B. 78 stuks lawinepijlen) (Foguete/Signal Rockets 901) met stok en/of 179
stuks lawinepijlen (Foguete/Signal Rockets 901) zonder stok en/of
C. 69,8 kg/23.500 stuks knalvuurwerk (Schweizer kracher K0203) Lijst II, 252
stuks knalvuurwerk (SP1010) lijst III en/of
D. 640 stuks lawinepijlen (Foguete/Signal Rockets 901), en/of
E. 229 stuks lawinepijlen (Foguete/Signal Rockets 901) en/of
F. 216 stuks lawinepijlen (Foguete/Signal Rockets 901),
althans telkens een hoeveelheid professioneel vuurwerk,
aan [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] , althans een of meer anderen
ter beschikking heeft gesteld,
bij het plegen van welk misdrijf verdachte in december 2013, althans in 2013,
in genoemde plaatsen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging althans
alleen, meermalen, telkens opzettelijk behulpzaam is geweest door:
- genoemde loods aan de [straat 1] te Kolham te huren, althans te regelen en/of
- de sleutel van die loods aan de [straat 1] te Kolham te brengen naar of
geven /ter beschikking te stellen aan die [medeverdachte 1] en/of
- zijn woning aan de [adres 1] te Schildwode en/of zijn schuur aan de
[straat 4] in Slochteren ter beschikking te stellen voor de opslag van
een deel van dat vuurwerk en (vuurwerk)korven en/of
- ( dat) vuurwerk te brengen naar (de garage, althans een ruimte van) genoemd
gebouw aan de [straat 2] te Groningen;
2.
hij in december 2013, in ieder geval in 2013, in Nederland, tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk, meermalen,
een grote hoeveelheid vuurwerk (in totaal meer dan 4000 kg) voorhanden heeft
gehad buiten een inrichting als bedoeld in artikel 1.1.4, 2.2.1, 3.2.1 of
3A.2.1 Vuurwerkbesluit, immers was dat vuurwerk voorhanden in
- een loods aan de [straat 1] te Kolham,
- een woning aan de [adres 1] te [woonplaats] ,
- een gebouw aan de [straat 2] te Groningen,
- een aanhangwagen op de [straat 3] te Kolham,
- een aanhangwagen op de [straat 5] te Roderesch en
- een schuur aan de [straat 4] in Slochteren;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 2 geen veroordeling mocht of zot
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
[medeverdachte 1] , in december 2013, in ieder geval in 2013, in Nederland, tezamen en
in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk,
meermalen, een grote hoeveelheid vuurwerk (in totaal meer dan 4000 kg)
voorhanden heeft gehad buiten een inrichting als bedoeld in artikel 1.1.4,
2.2.1, 3.2.1 of 3A.2.1 Vuurwerkbesluit, immers was dat vuurwerk voorhanden in
- een loods aan de [straat 1] te Kolham,
- een woning aan de [adres 1] te [woonplaats] ,
- een gebouw aan de [straat 2] te Groningen,
- een aanhangwagen op de [straat 3] te Kolham,
- een aanhangwagen op de [straat 5] te Roderesch en
- een schuur aan de [straat 4] in Slochteren,
bij het plegen van welk misdrijf verdachte in december 2013, althans in 2013,
in genoemde plaatsen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging althans
alleen, meermalen, telkens opzettelijk behulpzaam is geweest door:
- genoemde loods aan de [straat 1] te Kolham te huren, althans te regelen en/of
- de sleutel van die loods aan de [straat 1] te Kolham te brengen naar of
geven /ter beschikking te stellen aan die [medeverdachte 1] en/of
- zijn woning aan de [adres 1] te [woonplaats] en/of zijn schuur aan de
[straat 4] in Slochteren ter beschikking te stellen voor de opslag van
een deel van dat vuurwerk en (vuurwerk)korven en/of
- ( dat) vuurwerk te brengen naar (de garage, althans een ruimte van) genoemd
gebouw aan de [straat 2] te Groningen;
inzake parketnummer 08/993053-15
hij op of omstreeks 30 november 2013, te Groningen, in de gemeente Groningen,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen:,
al dan niet opzettelijk,
(ongeveer) 1020 stuks nitraten, althans een hoeveelheid vuurwerk.
voorhanden heeft gehad in een auto op de voor het publiek toegankelijke
plaats te weten de [straat 6] , zijnde buiten een inrichting als bedoeld
in artikel 1.1.4, 2.2.1, 3.2.1 of 3A.2.1 Vuurwerkbesluit.

3.De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de feiten 1 primair en 2 primair met parketnummer 08/994527-13 en parketnummer 08/993053-15 wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden waarvan zes maanden voorwaardelijk en een proeftijd van drie jaar, met als bijzondere voorwaarden dat verdachte zich dient te melden bij de reclassering en zich houdt aan de aanwijzingen van Reclassering Nederland.

4.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

5.De beoordeling van het bewijs

Deze paragraaf bevat het oordeel van de rechtbank over de vraag of de ten laste gelegde feiten bewezenverklaard kunnen worden of dat daarvan moet worden vrijgesproken. In het geval de rechtbank tot een bewezenverklaring komt, steunt de beslissing dat verdachte de feiten heeft begaan op de inhoud van bewijsmiddelen die als bijlage aan het vonnis zijn gehecht en daarvan op die wijze deel uitmaken. Deze bewijsmiddelen bevatten dan de redengevende feiten en omstandigheden op grond waarvan de rechtbank de overtuiging heeft gekregen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan. Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit bladzijden uit een drietal ordners van de politie-eenheid Noord-Nederland, Team Milieu, op de rug waarvan onder meer (telkens) staat vermeld “01RMT13012 SOUVRET” en waarvan het afsluitende proces-verbaal is gedateerd 28 februari 2014. De ordners zijn doorgenummerd (inclusief bijlagen) tot 1283. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
5.1
De vaststaande feiten
Feiten 1 en 2 inzake parketnummer 08/994527-13
Verdachte heeft geen vergunningen of certificaten om in Nederland professioneel vuurwerk op te slaan of voorhanden te hebben.
Het vuurwerk, vermeld in de tenlastelegging, is aangetroffen op de plaatsen en in de hoeveelheden zoals aldaar vermeld.
Al het op de tenlastelegging opgesomde en in beslag genomen vuurwerk is afgevoerd naar een opslagterrein te Ullicoten en aldaar door het NFI onderzocht. In alle gevallen betrof het zwaar professioneel vuurwerk, steeds tevens zijnde niet-toegestaan consumentenvuurwerk. De inbeslaggenomen vuurpijlen/raketten “Foguete/Signalrockets 901” behoren te worden ingedeeld in de vervoersklasse 1.1G en betreffen vuurwerk dat massa-explosief kan reageren.
5.2
De bewijsoverwegingen van de rechtbank
feit 1 primair en feit 2 primair inzake parketnummer 08/994527-13:
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
Volgens
de officier van justitiestaat vast dat het in deze zaak gaat om niet toegelaten, professioneel vuurwerk. Uit het dossier blijkt dat er voor elke in de tenlastelegging genoemde locatie voldoende bewijs aanwezig is om bewezen te kunnen verklaren dat verdachte het vuurwerk tezamen en in vereniging met anderen voorhanden heeft gehad, met uitzondering van het aangetroffen vuurwerk in een aanhangwagen 150 meter van de woning van [medeverdachte 1] . Daar dient verdachte voor te worden vrijgesproken.
Uit de verklaring van verdachte blijkt voorts dat er sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte, [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . Volgens de officier van justitie volgt uit de in haar requisitoir genoemde bewijsmiddelen, dat verdachte zich aan het onder 1 primair tenlastegelegde schuldig heeft gemaakt, tevens dat hij met anderen het vuurwerk in niet vergunde inrichtingen voorhanden heeft gehad. Ook feit 2 primair kan daarmee volgens de officier van justitie wettig en overtuigend bewezen worden.
De raadsmanrefereert zich ten aanzien van de locaties A, B en F aan het oordeel van de rechtbank waarbij hij opmerkt dat het aangetroffen vuurwerk in de loods in Kolham aan niemand ter beschikking is gesteld. Mede gelet op het oordeel van de rechtbank in de zaak van medeverdachte [medeverdachte 1] ten aanzien van de aanhangwagens (verwijt onder D en E) beperkt de raadsman zich tot het verwijt dat er sprake is geweest van medeplegen van het voorhanden hebben van het vuurwerk in Groningen aan de [straat 2] (verwijt onder C). De raadsman stelt dat verdachte primair dient te worden vrijgesproken van deze gedraging en subsidiair dat enkel de subsidiaire gedraging – de medeplichtigheid – bewezen kan worden, nu primair onduidelijk is of verdachte het betreffende vuurwerk ooit in handen heeft gehad en subsidiair verdachte geen sleutel heeft van de betreffende locatie, noch zeggenschap daarover heeft gehad en daarmee evenmin geacht kan worden het vuurwerk voorhanden te hebben gehad toen het eenmaal was afgeleverd op de locatie. Van ter beschikking stellen kan evenmin sprake zijn geweest, aangezien [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] reeds de beschikking hadden over het vuurwerk op het moment dat het nog in de loods in Kolham stond. Het louter afleveren van een partij vuurwerk in opdracht van [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] , getuigt bovendien van een zodanig ondergeschikte rol dat van medeplegen geen sprake kan zijn.
De raadsman voert ten slotte aan dat er sprake is van eendaadse samenloop zoals bedoeld in artikel 55 Wetboek van Strafrecht (Sr).
De bewijsoverwegingen van de rechtbank ten aanzien van feit 1
Voor wat betreft de onder feit 1 primair genoemde locaties, de [straat 3] in Kolham en de [straat 5] in Roderesch, waar het vuurwerk is aangetroffen in aanhangwagens (onderdelen D en E), merkt de rechtbank het volgende op.
Verdachte heeft zijn betrokkenheid hierbij ontkend, terwijl ook overigens het dossier onvoldoende aanknopingspunten bevat om te komen tot het wettige en overtuigende bewijs dat sprake is geweest van een bewuste en nauwe samenwerking tussen verdachte en een of meer mededaders met betrekking tot het opslaan of voorhanden hebben van vuurwerk in de aanhangwagen in Kolham en in Roderesch. Dit geldt eveneens ten aanzien van het opzettelijk ter beschikking stellen van vuurwerk voor wat betreft de onderdelen A, D, E en F. Het bewijs hiervoor ontbreekt in het dossier. Verdachte dient hiervan vrijgesproken te worden.
De rechtbank overweegt ten aanzien van het tenlastegelegde onder feit 1 primair sub A, B, C en F (het voorhanden hebben van professioneel vuurwerk voor particulier gebruik) en het tenlastegelegde onder sub B en C (het ter beschikking stellen van professioneel vuurwerk voor particulier gebruik), dat sprake is van een bekennende verdachte in de zin van artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv). De rechtbank zal daarom volstaan met een hierna volgende opsomming van de bewijsmiddelen die tot de bewezenverklaring hebben geleid. De rechtbank passeert daarmee het door de raadsman van verdachte aangevoerde verweer met betrekking tot verdachtes handelen op locatie C ( [straat 2] , Groningen). De rechtbank overweegt daartoe dat het enkele feit dat een goed mede voorhanden is of ter beschikking staat van een of meer anderen, in feitelijke dan wel juridische zin, geenszins uitsluit dat het betreffende goed (mede) onder feitelijke heerschappij verkeerde van, in dit geval, verdachte, bijvoorbeeld ten tijde van een feitelijke aflevering op de plaats delict.
Voorts is het enkele feit dat verdachte in opdracht zou hebben gehandeld en daarmee in vermeende ondergeschiktheid tot een of meer opdrachtgevers, op zichzelf geen beletsel om een nauwe en bewuste samenwerking met deze personen aan te nemen. Beslissend in dit verband zijn immers niet de hiërarchische verhoudingen, maar de feitelijke gedragingen zoals deze in onderlinge overeenstemming zijn uitgevoerd.
De bewijsoverwegingen van de rechtbank ten aanzien van feit 2
Ten aanzien van het tenlastegelegde onder feit 2 primair overweegt de rechtbank als volgt.
Gelet op de hierna op te sommen bewijsmiddelen in verband met het onder feit 1 primair tenlastegelegde, is de rechtbank van oordeel dat verdachte zich tevens schuldig heeft gemaakt aan het onder feit 2 primair tenlastegelegde, met uitzondering van de ten laste gelegde locaties [straat 3] te Kolham en [straat 5] te Roderesch. Van strafbare betrokkenheid van verdachte bij het voorhanden hebben van professioneel vuurwerk in de beide aanhangwagens is, zoals hiervoor al is overwogen, niet gebleken. Van het medeplegen van het voorhanden hebben van die partijen vuurwerk buiten een vergunde inrichting, kan dan evenmin wettig en overtuigend bewijs aanwezig worden geacht. Verdachte zal van deze twee onderdelen worden vrijgesproken.
Aanvullend merkt de rechtbank op dat het – gelet op de aangetroffen en ten laste gelegde hoeveelheden – naar haar oordeel telkens om een grote hoeveelheid vuurwerk gaat.
De stelling van de raadsman dat er sprake is van een eendaadse samenloop omdat het om dezelfde partij vuurwerk gaat, volgt de rechtbank niet. De ten laste gelegde feiten dienen gelet op de strekking van de overtreden bepalingen los van elkaar te worden gezien.
Wat betreft deze aan de orde zijnde te beschermen rechtsbelangen, overweegt de rechtbank het volgende. Hoewel de aan verdachte ten laste gelegde feiten telkens in verband staan met het voorhanden hebben van illegaal vuurwerk, verschilt de strekking van de in het geding zijnde delictsomschrijvingen van elkaar. Artikel 1.2.2 lid 1 van het Vuurwerkbesluit dient primair tot bescherming van de volksgezondheid door middel van de beperking van de gevaarzetting, terwijl artikel 1.2.4 van het Vuurwerkbesluit een bredere strekking heeft; naast de bescherming van de volksgezondheid dient deze bepaling tevens om concurrentievervalsing tegen te gaan en om de Ruimtelijke Ordeningsbepalingen niet te doorkruisen. De rechtbank acht daarom artikel 55 Sr niet van toepassing. De rechtbank neemt in deze zaak meerdaadse samenloop aan als bedoeld in artikel 57 Sr.
De rechtbank overweegt ten aanzien van het tenlastegelegde onder feit 2 primair, dat sprake is van een bekennende verdachte in de zin van artikel 359, derde lid, laatste volzin Sv. De rechtbank zal daarom volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen die tot de bewezenverklaring hebben geleid.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte de ten laste gelegde feiten 1 primair en 2 primair heeft gepleegd. Als bewijsmiddelen hiervoor gelden:
Proces-verbaal van de terechtzitting d.d. 15 februari 2016, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van de verdachte als bedoeld in art. 359, derde lid, laatste volzin, Sv;
Rapport van het NFI “Explosievenonderzoek naar aanleiding van het voorhanden hebben van betwist vuurwerk in Roderesch op 12 december 2010” d.d. 18 januari 2011 (blz. 491);
Kennisgeving van inbeslagneming d.d. 23 december 2013, met bijlage (blz. 839 t/m 840). Proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk d.d. 2 januari 2014 (blz. 476 t/m 477). Proces-verbaal van bevindingen d.d. 31 januari 2014 (blz.176 t/m 177);
Kennisgeving van inbeslagneming (artikel 94 Sv) d.d. 14 januari 2014 (blz. 841, 853, 883, 887, 893);
Proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 2] d.d. 30 januari 2014 (blz. 1191t/m1193);
Proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 3] d.d. 24 december 2013 (blz. 145 t/m 146);
Verklaring [medeverdachte 2] bij de rechter-commissaris d.d. 15 oktober 2014 (blz. 2);
Kennisgeving van inbeslagneming d.d. 24 december 2013 (blz. 874). Proces-verbaal van bevindingen aantreffen vuurwerk d.d. 7 januari 2014 (blz. 308). Proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk d.d. 22 januari 2014 (blz. 433 t/m 435). Een bijlage, gevoegd bij het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 februari 2014 (blz. 346);
Proces-verbaal verhoor van verdachte d.d. 21 januari 2014 (blz. 950 t/m 951); Verklaring van verdachte bij de rechter-commissaris d.d. 28 juli 2014 (blz. 2 t/m 3);
Kennisgeving van inbeslagneming (artikel 94 Sv) d.d. 10 januari 2014 (blz. 859);
Proces-verbaal van bevindingen van 20 januari 2014 (blz. 664 t/m 666);
Proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 4] d.d. 23 december 2013 (blz. 136 t/m 137);
Proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk d.d. 24 februari 2014 (blz. 566).
De rechtbank acht op grond van voornoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich met betrekking tot feit 1 primair schuldig heeft gemaakt aan het onder onderdeel A, B, C en F (het voorhanden hebben van professioneel vuurwerk voor particulier gebruik) tenlastegelegde, en het onder onderdeel B en C (het ter beschikking stellen van professioneel vuurwerk voor particulier gebruik) tenlastegelegde en het onder feit 2 primair tenlastegelegde, met uitzondering van de ten laste gelegde locaties [straat 3] te Kolham en [straat 5] te Roderesch.
Inzake parketnummer: 08/993053-15
Op 30 november 2013 kwam een MMA-melding binnen dat er al langere tijd een auto met een man in een straat stond. Melder vond dit gelet op het tijdstip (4.20 uur) verdacht. Bij aankomst van de politie op die locatie, bleek een man in de auto te slapen. Deze man bleek verdachte te zijn.
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan. Daartoe overweegt de rechtbank als volgt.
Met toestemming van verdachte werd zijn auto onderzocht.
Uit het proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 30 november 2013, blijkt dat de verbalisanten in de laadruimte onder andere een doos hadden gezien welke was voorzien van de opdruk “W026A Thunder Cracker 50/20”. Toen de verbalisanten deze doos openden zagen ze dat deze gevuld was met 50 verpakkingen illegaal vuurwerk, zogenoemde “nitraatbommen” en dat één verpakking twintig nitraatbommen bevatte, zodat het in totaal om 1000 nitraatbommen ging. Bij verdere doorzoeking van het voertuig zag verbalisant [verbalisant 1] ter hoogte van de bestuurdersstoel een plastic diepvriestas liggen. In de tas bleek nog een doosje met twintig “nitraatbommen” te zitten. Ook werd achter in de auto een koffertje aangetroffen met folders over vuurwerk, bestellijsten, aantekeningen en de naam [medeverdachte 1] .
Verdachte heeft verschillende, tegenstrijdige, niet verifieerbare verklaringen afgelegd over de wijze waarop het vuurwerk buiten zijn medeweten in zijn auto terecht zou zijn gekomen. Verdachtes verweer dat hij geen wetenschap had van de aanwezigheid van het vuurwerk in zijn auto, acht de rechtbank dan ook niet aannemelijk. De rechtbank is onder deze omstandigheden van oordeel dat verdachte zich binnen de tenlastegelegde periode schuldig heeft gemaakt het voorhanden hebben van 1020 nitraten in een auto buiten een inrichting als bedoeld in artikel 1.1.4, 2.2.1, 3.2.1 of 3A.2.1 van het Vuurwerkbesluit.
5.3
De conclusie
De rechtbank is door de inhoud van de wettige bewijsmiddelen tot de overtuiging gekomen, dat de verdachte feit 1 primair en feit 2 primair inzake parketnummer 08/994527-13 en het tenlastegelegde onder parketnummer 08/993053-15 heeft begaan, met dien verstande dat:
inzake parketnummer 08/994527-13
feit 1 primair:
hij op nader te noemen data, in nader te noemen plaatsen, tezamen en in vereniging
met een ander, althans alleen, opzettelijk, meermalen, professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, te weten:
A. In de periode van 1 november 2013 t/m 23 december 2013, in een loods aan of nabij de [straat 1] te Kolham, gemeente Slochteren:
- 1254 kg professioneel en/of niet ingedeeld vuurwerk dat niet is genoemd in
lijst III (lijst II),
- 3900 stuks lawinepijlen (Foguete/Signal Rockets 901) (lijst III) en
B. In de periode van 1 november 2013 t/m 23 december 2013, in een woning aan de [adres 1] te [woonplaats] , gemeente Slochteren:
- 78 stuks lawinepijlen) (Foguete/Signal Rockets 901) met stok,
- 179 stuks lawinepijlen (Foguete/Signal Rockets 901) zonder stok en
C. In de periode van 1 november 2013 t/m 24 december 2013, in een gebouw aan de [straat 2] te Groningen:
- 69,8 kg/23.500 stuks knalvuurwerk (Schweizer kracher K0203) Lijst II, 252
stuks knalvuurwerk (SP1010) lijst III en
F. In de periode van 1 november 2013 t/m 29 december 2013, in een schuur aan de [straat 4] te Slochteren,
- 216 stuks lawinepijlen (Foguete/Signal Rockets 901),
voorhanden heeft gehad;
en
hij in de periode van 1 november 2013 tot en met 29 december 2013,
in Nederland, opzettelijk, meermalen, professioneel
vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, te weten:
B. 78 stuks lawinepijlen) (Foguete/Signal Rockets 901) met stok en/of 179
stuks lawinepijlen (Foguete/Signal Rockets 901) zonder stok en
C. 69,8 kg/23.500 stuks knalvuurwerk (Schweizer kracher K0203) Lijst II, 252
stuks knalvuurwerk (SP1010) lijst III en
aan [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] , ter beschikking heeft gesteld;
feit 2 primair:
hij in december 2013, in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk, meermalen, een grote hoeveelheid vuurwerk (in totaal meer dan 4000 kg) voorhanden heeft gehad buiten een inrichting als bedoeld in artikel 1.1.4, 2.2.1, 3.2.1 of 3A.2.1 Vuurwerkbesluit, immers was dat vuurwerk voorhanden in
- een loods aan de [straat 1] te Kolham,
- een woning aan de [adres 1] te [woonplaats] ,
- een gebouw aan de [straat 2] te Groningen,
- een schuur aan de [straat 4] in Slochteren;
inzake parketnummer 08/993053-15
hij op 30 november 2013, te Groningen, in de gemeente Groningen, (ongeveer) 1020 stuks nitraten, voorhanden heeft gehad in een auto op de voor het publiek toegankelijke
plaats te weten de [straat 6] , zijnde buiten een inrichting als bedoeld in artikel 1.1.4, 2.2.1, 3.2.1 of 3A.2.1 Vuurwerkbesluit.
De rechtbank heeft de eventueel in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan in zoverre zal vrijspreken.

6.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld bij de artikelen 1a, 2 en 6 van de Wet economische delicten, de artikelen 1.2.2 lid 1 en 1.2.4 lid 1 van het Vuurwerkbesluit, artikel 9.2.2.1 van de Wet Milieubeheer, en artikel 47 Sr. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
inzake parketnummer 08/994527-13:
feit 1 primair
het misdrijf: het medeplegen van: overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 Wet milieubeheer juncto artikel 1.2.2 lid 1 Vuurwerkbesluit, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd;
en
het misdrijf: overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 Wet milieubeheer juncto artikel 1.2.2 lid 1 Vuurwerkbesluit, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd;
feit 2 primair
het misdrijf: het medeplegen van: overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 Wet milieubeheer, juncto artikel 1.2.4 lid 1 Vuurwerkbesluit, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd;
en
het misdrijf: overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 9.2.2.1Wet milieubeheer, juncto artikel 1.2.4 lid 1 Vuurwerkbesluit, opzettelijk begaan;
inzake parketnummer 08/993053-15
de overtreding: overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 Wet milieubeheer juncto artikel 1.2.4 lid 1 Vuurwerkbesluit.

7.De strafbaarheid van de verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

8.De op te leggen straf of maatregel

8.1
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. Ook neemt de rechtbank de volgende factoren in aanmerking.
Verdachte heeft meermalen een grote hoeveelheid professioneel vuurwerk voorhanden gehad en ter beschikking gesteld aan anderen. De regel voor het voorhanden hebben van vuurwerk en het ter beschikking stellen ervan zijn opgesteld met het doel om (levens)gevaar voor personen en materiële schade door dat vuurwerk zoveel mogelijk te voorkomen. Het vuurwerk dat verdachte voorhanden heeft gehad voldeed niet aan de Nederlandse vuurwerkvoorschriften. Zo was het vuurwerk, waarvan is vastgesteld dat een deel ervan massa-explosief kan reageren, niet voorzien van een gebruiksaanwijzing met aanwijzingen en waarschuwingen en had het vuurwerk een veel zwaardere lading dan is toegestaan voor consumentenvuurwerk. Dergelijk vuurwerk in handen van leken/consumenten, is zeer gevaarlijk en veroorzaakt niet zelden ernstig letsel en grote materiële schade. Soms zijn er onder de afnemers en/of omstanders zelfs dodelijke slachtoffers te betreuren. In casu was het potentiële gevaar voor omwonenden/gebruikers van de omliggende panden en andere gebruikers van de loods aan de [straat 1] te Kolham aanzienlijk, nu deze niet geschikt en ingericht was voor het opslaan van dit vuurwerk. Verdachte had zich hier bewust van moeten zijn op het moment dat hij de loods beschikbaar stelde voor de opslag van illegaal vuurwerk. Dit geldt eveneens voor het beschikbaar stellen van zijn woning aan de [adres 1] te [woonplaats] en het gebouw aan de [straat 2] te Groningen.
Bij de bepaling welke straf aan verdachte moet worden opgelegd heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in vergelijkbare zaken zijn opgelegd.
Ook heeft de rechtbank meegewogen dat verdachte in het verleden reeds eerder met justitie in aanraking is geweest, ook ter zake het overtreden van het Vuurwerkbesluit. Voorts heeft de rechtbank kennisgenomen van het omtrent verdachte uitgebrachte reclasseringsrapport. In het voordeel van verdachte weegt de rechtbank mee dat de zaak een oude zaak betreft. In het nadeel van verdachte weegt de rechtbank mee de uiterste gevaarzetting die de opslag en het vervoer van massa-explosief vuurwerk met zich brengt en de omstandigheid dat verdachte anderen in gevaar heeft gebracht en deze risico’s kennelijk klakkeloos neemt uit winstbejag en om anderen, waarvan hij weet dat zij het niet zo nauw nemen met de regels, ter wille te zijn. Alle genoemde omstandigheden afwegend is de rechtbank van oordeel dat bij het voorhanden hebben van een dergelijke hoeveelheid professioneel vuurwerk en het ter beschikking stellen ervan een gevangenisstraf van na te noemen duur passend en geboden is. Daarbij zal de rechtbank een deel voorwaardelijk opleggen, zodat verdachte na zijn detentie, met hulp en steun van de reclassering, ervan wordt weerhouden in de toekomst wederom strafbare feiten te plegen.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 27, 57, 62 en 91 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak/bewezenverklaring
  • verklaart bewezen, dat verdachte het onder feit 1 primair en feit 2 primair
  • verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan in zoverre vrij;
strafbaarheid
  • verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
  • feit 1 primair:het misdrijf: het medeplegen van: overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 Wet milieubeheer, juncto artikel 1.2.2 lid 1 Vuurwerkbesluit, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd;
en
- het misdrijf: overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 Wet milieubeheer, juncto artikel 1.2.2 lid 1 Vuurwerkbesluit, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd;
-
feit 2 primair: het misdrijf: het medeplegen van: overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 Wet milieubeheer, juncto artikel 1.2.4 lid 1 Vuurwerkbesluit, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd;
en
het misdrijf: overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 Wet milieubeheer, juncto artikel 1.2.4 lid 1 Vuurwerkbesluit, opzettelijk begaan;
inzake parketnummer 08/993053-15
- de overtreding: overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 Wet milieubeheer, juncto artikel 1.2.4 lid 1 Vuurwerkbesluit;
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde onder feit 1 primair en feit 2 primair met parketnummer 08/994527-13 en parketnummer 08/993053-15;
straf
ten aanzien van feit 1 primair en feit 2 primair met parketnummer 08/994527-13:
  • veroordeelt verdachte tot een
  • bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast:
- omdat de veroordeelde geen medewerking aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14d, tweede lid, Sr heeft verleend, medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- omdat de veroordeelde tijdens de proeftijd de bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
  • stelt als
  • stelt als
  • draagt deze reclasseringsinstelling op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
  • bepaalt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;

Ten aanzien van parketnummer 08/993053-15:

- veroordeelt verdachte tot betaling van
een geldboete van € 200,-- (tweehonderd euro); beveelt dat bij niet volledige betaling en verhaal van de geldboete,
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
4 dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Melaard, voorzitter, mr. J. Wentink en mr. M. Aksu, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A. Akfidan-Turan, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 29 februari 2016.
Mr. M. Melaard is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit bladzijden uit het dossier van de Politie Groningen district Groningen/Haren Basiseenheid Centrum met nummer PL01MD-2013l27285. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Inzake parketnummer: 08/993053-15
1.
Kennisgeving van inbeslagneming (artikel 94 Sv) d.d. 30 november 2013, blz. 4:
Inbeslagneming
Plaats [adres 2] Groningen
Datum en tijd 30 november 2013 te 04.40 uur
Reden Bezitten/vervaardigen/voorhanden hebben/afleveren
Grondslag Waarheid aan de dag te brengen
Omstandigheden Aangetroffen vuurwerk is strafbaar gesteld in het vuurwerkbesluit
Volgnummer 1
Goednumer PL01KC-2013127285-369547
Categorie omschrijving Wapens/munitie/springstof
Object Vuurwerk
Aantal 1020
Land Nederland
Bijzonderheden Nitraatbom colored thunder cracker
Eigenaar Geen eigenaar bekend
2.
Proces-verbaal van aanhouding van 30 november 2013 blz. 6 en 7:
Op zaterdag 30 november 2013 kregen wij, verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , omstreeks 04.20 uur van de meldkamer Noord Nederland om te gaan naar de [straat 6] te Groningen. Aldaar zou ter hoogte van perceel [adres 2] een kleine donkere auto staan. In deze auto zou al enige tijd een persoon zitten en melder vond dit verdacht.
Ik, verbalisant [verbalisant 1] , ben naar de passagierszijde van het voertuig gelopen. Ik zag dat op de bijrijdersstoel een persoon lag. Het leek erop dat hij lag te slapen. Ik klopte op het raam waarop deze persoon overeind kwam en de autodeur opende.
Desgevraagd hoorden wij, verbalisanten, hem zeggen dat hij [verdachte] heette en dat
hij geboren was op [geboortedag] 1968 te [geboorteplaats] . Wij zagen dat achter in het voertuig diverse goederen lagen. Ik, verbalisant [verbalisant 1] , vroeg aan [verdachte] of wij wellicht achterin het voertuig mochten kijken. Wij hoorden hem zeggen dat dit geen probleem was.
(…)
Ik, verbalisant [verbalisant 1] , opende de achterdeur van het voertuig. Ik, verbalisant
[verbalisant 2] , zag dat in de laadruimte onder andere een doos lag welke was voorzien van
de opdruk “W026A Thunder Cracker 50/20”. Toen wij, verbalisanten, deze doos openden
zagen wij dat deze gevuld was met 50 verpakkingen illegaal vuurwerk, zogenaamde
“nitraatbommen”. Wij zagen dat één verpakking twintig nitraatbommen bevatte en dat
het in totaal dus om 1000 nitraatbommen ging. Wij zagen diverse andere goederen in
de laadruimte liggen. Onder andere een attachékoffer van het merk Samsonite. Na opening van deze koffer zagen wij dat hier diverse vuurwerkfolders en aantekeningen in zaten. Bij verdere doorzoeking van het voertuig zag ik, verbalisant [verbalisant 1] , ter hoogte van de bestuurdersstoel een diepvriestas liggen. Ik zag dat in deze tas een doosje met twintig “nitraatbommen” zat. De nitraatbommen en de koffer zijn door ons in beslag genomen.