Uitspraak
Rechtbank Overijssel
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
(primair)met voorbedachten rade heeft geprobeerd [slachtoffer] van het leven te beroven,
(subsidiair)heeft geprobeerd die [slachtoffer] van het leven te beroven,
(meer subsidiair)heeft geprobeerd zwaar lichamelijk letsel toe te brengen aan die [slachtoffer] .
3.De vordering van de officier van justitie
4.De voorvragen
7.De strafbaarheid van de verdachte
8.De op te leggen straf of maatregel
9.De schade van benadeelden
- Herstelkosten ziekte € 7.260,38 + PM;
- Kosten blijvende invaliditeit € PM;
- Arbeidsvermogensverlies € PM;
- Andere kosten € PM;
- Smartengeld € 30.000,00.
10.De vordering tenuitvoerlegging
11.De toegepaste wettelijke voorschriften
12.De beslissing
- verklaart niet bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart bewezen, dat verdachte het subsidiair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte subsidiair meer of anders is tenlastegelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
- verklaart verdachte strafbaar voor het subsidiair bewezenverklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast:
- stelt als
- stelt als
- stelt als
- stelt als
- draagt deze reclasseringsinstelling op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
- beveelt dat de op grond van artikel 14c Sr gestelde voorwaarden dadelijk uitvoerbaar zijn;
- bepaalt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] van een bedrag van € 5.000,00, voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
- bepaalt dat als veroordeelde heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als veroordeelde aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
tenuitvoerleggingvan de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van 21 maart 2014, te weten een
gevangenisstrafvoor de duur van
105 dagenen zet deze om in een
taakstrafvan
210 uren,subsidiair 105 dagen hechtenis.
mr. S.K. Huisman, rechters, in tegenwoordigheid van M.M. Greven-Diepenmaat, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 26 februari 2016.