ECLI:NL:RBOVE:2016:575

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
16 februari 2016
Publicatiedatum
19 februari 2016
Zaaknummer
07/440066-08
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van TBS met dwangverpleging en omzetting naar TBS onder voorwaarden

Op 16 februari 2016 heeft de Rechtbank Overijssel, locatie Zwolle, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de beëindiging van de terbeschikkingstelling (TBS) met dwangverpleging van een betrokkene, geboren in 1971. De rechtbank heeft de TBS omgezet naar TBS onder voorwaarden. De betrokkene was ter beschikking gesteld bij arrest van het gerechtshof te Arnhem op 22 april 2010, met een bevel tot verpleging van overheidswege. De termijn van de terbeschikkingstelling is ingegaan op 25 oktober 2011 en is laatstelijk verlengd op 24 november 2015. De rechtbank heeft op 2 februari 2016 een onderzoek in raadkamer gehouden, waarbij deskundigen en de officier van justitie zijn gehoord. De reclassering adviseerde om de dwangverpleging niet voorwaardelijk te beëindigen, terwijl de raadsman van de betrokkene verzocht om een voorwaardelijke beëindiging. De rechtbank heeft overwogen dat de betrokkene stabiel heeft gefunctioneerd, ondanks tegenslagen, en dat het risico op herhaling laag is. De rechtbank heeft besloten de dwangverpleging onder voorwaarden te beëindigen, met inachtneming van de adviezen van de deskundigen en de reclassering. De betrokkene moet zich houden aan verschillende voorwaarden, waaronder toezicht van de reclassering en behandelverplichtingen. De rechtbank heeft de beslissing genomen op basis van artikel 38g van het Wetboek van Strafrecht en artikel 509t van het Wetboek van Strafvordering.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Afdeling Strafrecht - Strafraadkamer
Locatie Zwolle
Parketnummer : 07/440066-08
Uitspraak : 16 februari 2016
Beslissingna aanhouding - op grond van artikel 509t lid 5 van het Wetboek van Strafvordering- van de definitieve beslissing omtrent een eventuele voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege van de terbeschikkinggestelde:

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1971 te [geboorteplaats] ,
thans verblijvende in een forensische verblijfsafdeling van Limor te Hardenberg,
hierna te noemen: betrokkene.
Betrokkene is bij arrest van het gerechtshof te Arnhem d.d. 22 april 2010 ter beschikking gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege. Bij arrest van de Hoge Raad van 25 oktober 2011 is de oplegging van de hiervoor bedoelde maatregel in stand gelaten. De termijn van de terbeschikkingstelling is ingegaan op 25 oktober 2011. Deze terbeschikkingstelling is laatstelijk verlengd bij beschikking van deze rechtbank d.d. 24 november 2015, waarbij de beslissing omtrent een eventuele voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege voor maximaal drie maanden is aangehouden.
Het onderzoek in raadkamer heeft plaatsgevonden op 2 februari 2016.
In raadkamer zijn in het openbaar gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door haar raadsman mr. N.A. Heidanus, advocaat te Groningen,
  • officier van justitie mr. A. Zuil,
  • A.J. Prins, reclasseringswerker, als deskundige;
  • J. Hadouar, als behandelcoördinator/psycholoog verbonden aan Trajectum, als deskundige.
Op 22 januari 2016 is door Reclassering Nederland rapport uitgebracht waarin is geadviseerd betrokkene niet voor een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging in aanmerking te laten komen.
De officier van justitie heeft in raadkamer gevorderd dat de dwangverpleging niet voorwaardelijk wordt beëindigd.
De raadsman heeft verzocht de dwangverpleging voorwaardelijk te beëindigen. Hij heeft daartoe - zakelijk weergegeven - onder meer aangevoerd:
Gelet op het feit dat betrokkene in de afgelopen periode, ondanks meerdere tegenslagen, stabiel heeft gefunctioneerd en er sprake is van een minimaal gevaar op herhaling in de huidige setting, is een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging gerechtvaardigd. De omstandigheid dat betrokkene zal verhuizen, kan daarom, en ook gezien het feit dat een eerdere verhuizing van betrokkene in juli 2015 goed is verlopen, geen reden zijn niet tot een voorwaardelijke beëindiging over te gaan.

OVERWEGINGEN

De rechtbank dient op grond van het bepaalde in artikel 38g van het Wetboek
van Strafrecht te bepalen of de verpleging van overheidswege voorwaardelijk moet worden beëindigd.
De rechtbank overweegt op grond van het rapport van Reclassering Nederland en het verhandelde ter zitting, waaronder de door de deskundigen gegeven toelichting, het volgende.
Betrokkene heeft in mei 2015 transmuraal verlof gekregen en is vanuit resocialisatieafdeling De Beuk naar Limor te Hardenberg verhuisd, waar zij tot op heden woont. Vanwege de sluiting van FPC Veldzicht is betrokkene overgedragen aan Trajectum, die haar thans in het kader van het transmuraal verlof begeleid. Vanwege de kwetsbaarheid van betrokkene en het belang van een geleidelijke overgang is de reclassering sinds juli 2015 reeds in het kader van Forensisch Psychiatrisch Toezicht bij het traject betrokken. Op deze manier is er vanaf betrokkenes verblijf in Limor al een samenwerking met Trajectum ontstaan en wordt betrokkene al enige tijd door de reclassering begeleid. Binnen een forensische verblijfsafdeling van Limor wordt het risico op toekomstig geweld zowel op de korte als de lange termijn als laag ingeschat. De professionele begeleiding tezamen met de structuur en het toezicht maken de kans klein dat betrokkene in een situatie terecht komt die vergelijkbaar is met die rondom het indexdelict.
Betrokkene heeft als wens in de buurt van haar vader in Deventer te wonen. Een terugkeer naar Deventer wordt als problematisch ingeschat, mede omdat de angst bestaat dat betrokkene weer in oude patronen terug zal vallen. Om tegemoet te komen aan de wens van betrokkene is een alternatief in de vorm van begeleid wonen bij de RIBW in Raalte gevonden. Betrokkene is hier geaccepteerd en de insteek is dat betrokkene begin maart van dit jaar naar Raalte zal verhuizen. De reclassering en Trajectum verwachten dat betrokkene door de verhuizing naar Raalte, mede nu zij met andere persoonlijke begeleiders te maken zal krijgen, zodanige stress zal ervaren dat zij mogelijk zal decompenseren. De deskundigen hebben ter zitting toegelicht dat begeleiding vanuit de kliniek tijdens de verhuizing van zodanig belang wordt geacht, dat (met name) om die reden wordt geadviseerd de dwangverpleging thans voort te laten duren. Zowel de reclassering als Trajectum is van mening dat de zogenoemde koninklijke weg de voorkeur geniet in het traject van betrokkene: een geleidelijke overgang van verantwoordelijkheid van de kliniek naar proefverlof en uiteindelijk de stap naar een voorwaardelijke beëindiging.
De rechtbank stelt vast, zoals ook in de beschikking van 24 november 2015 is overwogen, dat er tevredenheid is over de inzet en het functioneren van betrokkene. Betrokkene heeft een positieve ontwikkeling doorgemaakt en zij is, ondanks dat er het afgelopen jaar veel veranderingen hebben plaatsgevonden en zij op persoonlijk vlak veel heeft meegemaakt, stabiel blijven functioneren. De rechtbank stelt daarbij vast dat de eerdere verhuizing in juli 2015 van de resocialisatieafdeling De Beuk naar Limor, onder begeleiding van de reclassering en de kliniek, goed en probleemloos is verlopen. Van een decompensatie is geen sprake geweest. Gelet op deze omstandigheden, en het ingeschatte lage recidiverisico op de korte en lange termijn, ziet de rechtbank in de argumentatie van de kliniek en de reclassering onvoldoende reden de dwangverpleging thans nog voort te laten duren. Betrokkene verdient bij deze stand van zaken het vertrouwen de terbeschikkingstelling met dwangverpleging onder voorwaarden voort te zetten. De rechtbank overweegt daarbij dat, mocht daar aanleiding toe zijn, de kliniek op de achtergrond aanwezig is, in die zin dat een tijdelijke time-out plaatsing mogelijk is. De rechtbank zal de dwangverpleging onder de in het rapport van 22 januari 2016 genoemde algemene en bijzondere voorwaarden beëindigen. Betrokkene heeft ter zitting verklaard zich aan de voorwaarden te zullen houden.
De rechtbank heeft gelet op artikel 38g van het Wetboek van Strafrecht, alsmede artikel 509t van het Wetboek van Strafvordering.

BESLISSING

De rechtbank bepaalt dat de verpleging van overheidswege met ingang van heden onder de volgende voorwaarden wordt beëindigd:
Algemene voorwaarden
1. Betrokkene pleegt geen strafbare feiten.
2. Betrokkene zal voor het vaststellen van haar identiteit haar medewerking verlenen aan het
nemen van één of meerdere vingerafdrukken en/of een identiteitsbewijs als bedoeld in
artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden.
3. Betrokkene zal haar medewerking verlenen aan het verstrekken van een actuele pasfoto en
het verstrekken van informatie zoals bedoeld in het kader van het landelijke opsporingsbeleid ten aanzien van TBS-gestelden.
4. Betrokkene stelt zich onder toezicht van de reclassering en houdt zich aan de voorschriften
en aanwijzingen die door of namens de reclassering aan haar gegeven worden.
5. Betrokkene zal zich niet buiten de Europese landsgrenzen van Nederland begeven, tenzij
dit wordt toegestaan door de reclassering, die hierover overlegt met het Openbaar Ministerie.
6. Betrokkene zal niet van adres wijzigen c.q. verhuizen zonder overleg met en toestemming
van de reclassering.
7. Betrokkene verschaft de reclassering zicht op de voortgang van haar begeleiding en
behandeling; betrokkene stelt zich open en begeleidbaar op.
8. Betrokkene verleent de reclassering toestemming om referenten te raadplegen en contact
te onderhouden met personen en instanties die deel uitmaken van haar netwerk (partner,
familieleden, vrienden, kennissen, werkgever, verenigingsleven etc.).
9. Betrokkene stelt zich coöperatief op in het contact met gemeentelijke autoriteiten/
instellingen (burgemeester, ambtenaren, politie, woningbouwvereniging etc.)
10. Betrokkene werkt mee aan een time out van maximaal zeven weken, met mogelijkheid van verlenging van nog eens maximaal zeven weken per jaar dat de tbs loopt.
Bijzondere voorwaarden
1. Contactverbod: betrokkene wordt verboden op welke wijze dan ook contact te (laten) leggen met haar ex-partner (slachtoffer) en haar kinderen zolang de reclassering dit noodzakelijk acht.
2. Het is betrokkene toegestaan om onder begeleiding haar vader te bezoeken. Onbegeleide bezoeken zijn alleen toegestaan na toestemming van de reclassering.
3. Behandelverplichting - ambulante zorg: betrokkene wordt verplicht om zich te laten behandelen voor haar psychotische kwetsbaarheid bij Transfore de Tender of soortgelijke ambulante forensische zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij zij zich zal houden aan de aanwijzingen die haar in het kader van die behandeling door of namens de instelling zullen worden gegeven, ook als dat inhoudt de inname van door behandelaren voorgeschreven medicatie,
4. Opname in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang:
Betrokkene wordt verplicht om in Limor te Hardenberg, opgevolgd door de RIBW te Raalte of een soortgelijke instelling, zulks ter beoordeling van de reclassering, te verblijven en zich te houden aan het (dag-)programma dat deze voorziening in overleg met de reclassering heeft opgesteld, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht.
5. Betrokkene zet zich in voor het realiseren en behouden van een passende en door
de reclassering goedgekeurde dagbesteding.
6. Betrokkene geeft inzicht in haar financiën en werkt mee aan een financieel
begeleidingstraject. Ook als dit inhoudt bewindvoering.
7. Indien betrokkene een relatie krijgt, werkt zij mee aan systeemgesprekken.
8. Betrokkene werkt mee aan de opbouw van een ondersteunend sociaal netwerk.
9. Betrokkene werkt mee aan een (kennismaking-)gesprek met de wijkagent. Dit is volgens het samenwerkingsprotocol tussen de politie en Reclassering Nederland.
Aldus gegeven door mr. F. van der Maden, voorzitter, mrs. G.H. Meijer en G. Edelenbos, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B.E. Martini als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 februari 2016.