ECLI:NL:RBOVE:2016:568
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van WWB-uitkering; beoordeling van woonadres en inlichtingenplicht
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 18 februari 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, vertegenwoordigd door mr. J.W.M. Melief, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Enschede, vertegenwoordigd door B.A.J. Timmer. De zaak betreft de intrekking en terugvordering van een WWB-uitkering van eiser, die per 1 januari 2011 was ingetrokken en waarvan de terugvordering een bedrag van € 52.268,48 betrof. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder niet aannemelijk heeft gemaakt dat eiser niet woonachtig was op het door hem opgegeven adres, ondanks het lage waterverbruik en andere omstandigheden die door verweerder zijn aangevoerd. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verklaring van eiser en de omstandigheden rondom zijn woonsituatie onvoldoende zijn onderzocht door verweerder. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd wegens strijd met de Algemene wet bestuursrecht en heeft de primaire besluiten herroepen, waardoor het recht op uitkering van eiser ongewijzigd voortgezet dient te worden. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser en dient het betaalde griffierecht te worden vergoed.