Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 6 april 2016
- de voorafgaand aan de comparitie door Hoist op 18 mei 2016 en door [gedaagde 1] op
2.De feiten
Kredietnemer gedurende tenminste twee maanden achterstallig is in de betaling van een vervallen termijnbedrag en na in gebreke te zijn gesteld nalatig blijft in het nakomen van zijn verplichtingen.
3.Het geschil
4.De beoordeling
De bevoegde rechter
Eligible Forward Flow Credit Claimsdie nader zijn omschreven in de
“List Guarantor re. 2(iii)C”van de bijlage van de akte van cessie.
“List prepared bij Guarantor in line with articel 2(iii) sub A and B of Schedule 12 to the PPA II”in het geding heeft gebracht en niet de “
List Guarantor re. 2(iii)C”. Derhalve kan niet vastgesteld worden of de onderhavige vordering gecedeerd is aan Hoist bij akte van cessie d.d. 23 februari 2015. Immers bij deze akte van cessie zijn enkel de op de “
List Guarantor re. 2(iii)C”vermelde vorderingen gecedeerd. Gelet op het door [gedaagde 1] gevoerde verweer, had het op de weg van Hoist gelegen deze “
List Guarantor re. 2(iii)C”uiterlijk ter comparitie in het geding te brengen.
C-327/10, NJ 2012/225, Hypotecni Banka/Lindner en HvJ EU 15 maart 2012, C-292/10,
NJ 2012/286, G/De Visser)
“De restantschuld en al hetgeen door de kredietnemer verschuldigd mocht zijn krachtens onderhavige overeenkomst is in zijn geheel en onmiddellijk opeisbaar is, indien:
Eligible Forward Flow Credit Claimsdie nader zijn omschreven in de
“List Guarantor re. 2(iii)C”van de bijlage van de akte van cessie” zijn gecedeerd, terwijl is nagelaten deze
“List Guarantor re. 2(iii)C”in het geding te brengen. Hoist heeft dan ook onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld op basis waarvan vastgesteld kan worden dat de onderhavige vordering rechtsgeldig aan haar is gecedeerd, zodat evenmin vast staat dat Hoist een vordering heeft op [gedaagde 2] .