In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel op 6 april 2016, is een tussenuitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de vennootschap naar buitenlands recht Hoist Portfolio Holding Ltd. en twee gedaagden. De rechtbank heeft een comparitie gelast, omdat de partijen gevestigd zijn in verschillende staten, wat de vraag oproept of de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft en welk recht van toepassing is. De rechtbank heeft partijen gevraagd hun standpunten over deze rechtsmacht en toepasselijk recht duidelijk te maken.
De procedure is gestart met een dagvaarding en een conclusie van antwoord van gedaagde 1. De rolrechter heeft de zaak aangehouden om te beslissen over de comparitie. De rechtbank achtte het wenselijk dat personen die inhoudelijk van de zaak op de hoogte zijn, aanwezig zijn tijdens de zitting. De rechter heeft aangegeven dat partijen hun juridische en feitelijke standpunten kunnen toelichten en dat er ruimte is voor het bespreken van een mogelijke schikking.
De rechtbank heeft ook benadrukt dat een partij die zich tijdens de zitting beroept op nog niet overgelegde stukken, deze uiterlijk veertien dagen voor de zitting moet indienen. Hoist is opgedragen om een vertaling van een relevante akte van cessie aan te leveren. De rechtbank heeft de zitting gepland voor 20 april 2016 en heeft partijen geïnformeerd over de procedurele vereisten en de gevolgen van niet verschijnen. De beslissing is openbaar uitgesproken door mr. A.N. Kok, waarbij de rechtbank verdere beslissingen aanhield.