Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- het tussenvonnis van 17 februari 2016
- de akte overlegging producties van de zijde van de curator.
2.De verdere beoordeling
1.447,50(1,02,5 punt × tarief € 579,00)
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de curator, Dingenis Meulenberg, in de faillissementen van [X] en Realwork B.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde] wegens ongerechtvaardigde verrijking. De curator vorderde een totaalbedrag van € 36.853,50, dat voortvloeit uit twee facturen, waarvan de eerste (factuurnummer 2013038) een bedrag van € 32.755,87 betrof en de tweede (factuurnummer 2013048) een bedrag van € 4.097,93. De rechtbank heeft in een tussenvonnis van 17 februari 2016 vastgesteld dat er sprake was van ongerechtvaardigde verrijking van [gedaagde] met betrekking tot de betalingen die door Realwork B.V. en [X] zijn verricht voor werkzaamheden aan de woning van [gedaagde].
De curator heeft bewijs geleverd door middel van schriftelijke getuigenverklaringen van drie getuigen, [A], [B] en [C], die bevestigden dat de factuur met nummer 2013048 betrekking had op extra werkzaamheden die op verzoek van [gedaagde] zijn uitgevoerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat [gedaagde] akkoord is gegaan met de extra kosten die aan deze werkzaamheden waren verbonden.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de curator recht heeft op de gevorderde betaling van € 36.853,50, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van dagvaarding, 4 februari 2015. Tevens is [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 2.425,19. Het vonnis is uitgesproken door mr. A.N. Kok op 3 augustus 2016.