2.3In januari 1969 hebben N.V. Nederlandse Gasunie en N.V. Gasmaatschappij Zuid-West-Salland de overeenkomst voor levering en afname van gas (hierna: de overeenkomst) ondertekend, waarin onder andere het volgende is vermeld:
Artikel 3
1.
Gasunie zal binnen het voorzieningsgebied van Afnemer uitsluitend gerechtigd zijn tot rechtstreekse levering aan industriële verbruikers volgens de regels neergelegd in bijlage II, welke geacht worden deel uit te maken van deze overeenkomst. Gasunie is voorts steeds gerechtigd gas ter beschikking te stellen aan haar leveranciers van gas en het aan te wenden voor eigen verbruiksdoeleinden.
Afnemer zal bedingen, dat de gemeente(n) binnen welker grondgebied het gas wordt gedistribueerd, jegens Gasunie bewilligt (bewilligen) in bovenvermelde rechtstreekse leveringen.
(…)
1. Het door Afnemer ingevolge deze overeenkomst af te nemen gas zal slechts worden gedistribueerd binnen het grondgebied van een gemeente, indien het bestuur van deze gemeente aan Gasunie een vergunning heeft verleend als vervat in bijlage III. Deze vergunning heeft betrekking op alle gastransportleidingen met toebehoren, voor zover deze in eigendom of gebruik bij Gasunie zijn of zullen zijn en dienen voor de levering van gas aan Afnemer, aan afnemers van gas buiten het voorzieningsgebied van Afnemer, alsmede voor rechtstreekse leveringen door Gasunie als bedoeld in artikel 3, lid 1.
2. Ingeval Afnemer zelf de gemeente is binnen welker gebied van Gasunie afgenomen gas wordt gedistribueerd, zullen wijzigingen met betrekking tot de in lid 1 bedoelde gastransportleidingen en/of toebehoren, indien deze op verzoek of door toedoen van Afnemer plaatsvinden, geschieden op kosten van Afnemer, met dien verstande dat:
a. niet in aanmerking komen de kosten, die voortvloeien uit een eventuele vergroting van de diameter van de leiding;
b. de waarde van eventueel vrijkomende materialen op de kosten in mindering worden gebracht;
c. Afnemer in de kosten voor een zodanig gedeelte bijdraagt als overeenkomt met de verhouding tussen de nog niet verstreken levensduur en de totale levensduur van de leiding. De totale levensduur van de leiding wordt hierbij gesteld op 33 jaar, terwijl onder verstreken levensduur wordt verstaan de tijd gedurende welke het desbetreffende leidinggedeelte zonder toepassing van dit lid in gemeentegrond heeft gelegen.
Het bovenstaande geldt mede ingeval door toedoen van afnemer de leiding in een zodanige situatie dreigt te komen, dat wijziging naar de maatstaven, die Gasunie aanlegt voor een veilig transport, geboden is.
In de overige gevallen komen de kosten van wijzigingen ten laste van Gasunie. Afnemer zal ertoe medewerken, dat deze kosten zo gering mogelijk blijven.
3. Ingeval Afnemer zelf de gemeente is binnen welker gebied van Gasunie afgenomen gas wordt gedistribueerd, zal hij met betrekking tot de in lid 1 bedoelde gastransportleidingen met toebehoren geen heffingen, belastingen, retributies, recognities, legesgelden of andere vergoedingen aan Gasunie in rekening brengen. Hiervan kan door Afnemer worden afgeweken voor leidingen, welke uitsluitend dienen voor de levering door Gasunie aan industriële verbruikers, met dien verstande, dat Afnemer geen hoger bedrag in rekening zal brengen dan overeenkomt met hetgeen in het licht van de landelijke toegepaste normen als redelijk moet worden aanvaard.