ECLI:NL:RBOVE:2016:5298
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot omzetting faillissement naar schuldsaneringsregeling wegens niet te goeder trouw zijn en niet nakomen van verplichtingen
Op 11 oktober 2016 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek tot omzetting van een faillissement naar de schuldsaneringsregeling. De verzoeker, die op 9 december 2015 op eigen aangifte failliet was verklaard, heeft een verzoekschrift ingediend om het faillissement op te heffen en de schuldsaneringsregeling toe te passen. De rechtbank heeft het verzoek behandeld tijdens een zitting op 27 september 2016, waar zowel de verzoeker als de curator aanwezig waren. De curator heeft in zijn advies negatief geadviseerd over de toepassing van de schuldsaneringsregeling, onder andere vanwege de aanzienlijke schuldenlast van de verzoeker, die in totaal € 244.174,37 bedraagt, en het ontbreken van goede trouw in de financiële administratie van de verzoeker.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij te goeder trouw is geweest ten aanzien van het ontstaan van zijn schulden. De schulden aan het CJIB en de Belastingdienst zijn ontstaan door het niet betalen van boetes en belastingen, waarbij de verzoeker bewust heeft gekozen om deze niet te voldoen. Daarnaast heeft de gemeente Almelo een grote schuld van € 211.863,60 teruggevorderd wegens een onterecht verstrekte bijstandsuitkering, waarbij de verzoeker en zijn partner hun gezamenlijke huishouding hebben verzwegen. De rechtbank concludeert dat de verzoeker niet voldoet aan de vereisten voor de schuldsaneringsregeling en dat hij niet in staat is om de verplichtingen die voortvloeien uit deze regeling na te komen.
Op basis van artikel 288 lid 1 van de Faillissementswet heeft de rechtbank het verzoek tot omzetting van het faillissement naar de schuldsaneringsregeling afgewezen. De beslissing is genomen door mr. J.M. Marsman en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.